Mutt is een Engels bedrijf. Het frame en blok komen uit China, het land waar KTM en BMW en Harley ook een hoop van hun spullen vandaan halen. Inclusief de motorblokken.. Dat doen de Britten van Mutt nu ook. Mutt maakt daarbij gebruik van Suzuki clone blokken uit de tijd dat die nog door gewone carburateurs ademden. In de tijd dat het in Birmingham helemaal fantastisch ging met de motorindustrie was een 250 cc motor een serieuze middenklasser.
Nu is het te flauw om bij 125- en 250 cc over ‘krachtbronnetjes’ te spreken – maar ze zijn nog wel een keer goed tegen het licht gehouden en in elk geval voorzien van inspuiting. De verdere afbouw gebeurt met hoogwaardige componenten dus in Birmingham. En Silverline levert deze motorfietsen in IJsselstein af.
Brits dus…
De mannen achter Mutt komen uit de custombouw. Ze zijn hoogst ambachtelijk. Maar in die vrij onbetaalbare tak van sport voelden ze zich wat verloren. Ze wilden weer bezig zijn met motorfietsen zoals motorfietsen bedoeld zijn: erg leuk, praktisch, en betaalbaar. Dat ze in de legendarische motorfiets stad Birmingham in elkaar worden gezet is daarbij historisch helemaal top!
Daarbij doen de Britten wat ze bij Harley en Ducati al heel lang doen: ze zetten een range motorfietsen neer die feitelijk dezelfde basis hebben. Dat is listig en geeft veel betaalbare keuze in de verdere opbouw en uitrusting. Alleen de Razorback, die het stoere neefje van Yamaha’s XT500 had kunnen zijn, is struktureel anders.
Wij gaan gewoon naar IJsselstein (Utrecht) om Mutt te rijden.
Op een 250 cc Mutt RS13. Een motorfiets die inclusief zijn multi nationale achtergrond een prettige dosis ‘Britishness’ uitstraalt. En hij staat op all roadachtige banden. Voor de LED koplamp zit een keienvanger, onder het blok woont een stevige alu carterbeschermer.
We bekijken bij Mutt Motorcycles de 250’er voor wat hij is: Basic, vertederend stoer en in de intussen zo vaak genoemde ‘urban’ omgeving een soort van onverslaanbaar. De styling is geleend aan vroeger tijden en is bij de ‘klassiek gestyleerde’ Mutts dus Brits geïnspireerd. Dat optische leentjebuur spelen heeft zijn reden. Het merk heeft immers (nog) geen eigen historie. Maar wat ze er van gemaakt hebben is erg leuk en kwalitatief netjes voor elkaar. Retro, met een knipoog naar de jongere rijders M/V etc., inclusief een stukje ‘beleving’en lifestyle. Want dat is modern. Maar de Mutt is er ook zeker voor rijders die in verband met de eigen leeftijd, formaat en vermogen een stapje terug willen doen en wederopstappers die voor de pret in plaats van de status gaan. De dapper grommende 250 cc eenpitter is ook nog eens vrouwvriendelijk.
Motoren met de klassieke of retro ‘looks’ van de 250 zie je meer.
Dan zijn het vaak Randstedelijk omgebouwde lichtere, maximaal gestripte, bejaarde Japanners. Sinds die trend is ontstaan is de aanschafprijs van de basismotoren voor dat soort creaties stijf omhoog gegaan. Dat er ooit nog eens iemand geld zou betalen voor een CX500 in bobber look? Dat leek echt een dwaas idee.
De makers, rijders en kopers zijn doorgaans dertigers van de meest gangbare genders. Vaak is of wordt er dan nog stevig in zo’n project geïnvesteerd. Maar het resultaat is en blijft een ‘oude’ motor. En de praktijk heeft intussen geleerd dat de techniek van dat soort scheppingen nogal eens te wensen over laat. Ook op veiligheidsgebied.
En veiligheid is och wel een dingetje voor ons motorrijders. Met de 250 cc Mutt kun je nu zo’n praktisch en plezant stukje eigenheid, met twee jaar garantie en ABS, scoren voor een bedrag waarvoor je anders een opgewarmd gebakje koopt.
Gewoon, terug naar de basis
Bij de 250 cc Mutt zet ik alleen maar groene vinkjes op mijn wish list. Ten eerste heeft hij riant meer vermogen en koppel dan de 125 cc die ik zelf gebruik om sigaren en drank te halen. Een 125 cc motorfiets is ideaal voor de grote streden. Maar om er even mee naar de Duitse Lidl te knallen kom je net wat te kort. Qua knallen is er voor de 125 cc Mutt trouwens een wat vrijer ademende uitlaat als optie.
Okay, een 250’er is zeker geen Bahnburner. Maar binnendoor ben je er heel speels erg snel mee en buitenom kun je een stukje snelweg pakken zonder de billen geknepen te houden.
De Mutt is basic
Daarbij vult het 250 cc blok het frame lekker stoer op. Basic is het statement. Dat gaat ook op voor het vermogen. Er moeten talloze motorrijders M/V zijn die zich op deze kwartlitermachine veel meer op hun gemak moeten voelen dan dat ze op hun eigen – zwaardere, snellere, bike doen.
Op de Mutt ervaar je controle niet door talloze elektronische hulpjes, maar gewoon door de hanteerbaarheid van het hele ding..
Dubbele pret voor de halve prijs
De Mutt is niet gemaakt om te imponeren, maar om de dikste pret mee te hebben en om in de Randstad toptijden mee te zetten.

Mark Stroop bedacht tijdens ons gesprek al blij “Dubbele pret voor de halve prijs!” Het motorvermogen is voldoende. Voor de koppeling is weinig handkracht nodig. De vijfbak schakelt goed. Over het rijwielgedeelte hoeft niemand in superlatieven te juichen.
Maar het voldoet voor elke realistische motorrijder. En het laswerk er aan is netjes.
Als knieval naar de EU wetgeving heeft de Mutt 250 een ABS, het volgens ons enige echt nuttige stuk elektronische regelarij.
Remmen doet de Mutt gewoon goed genoeg
En zo lang je moessonbuien ontloopt hebben de af fabriek geleverde rubbers ook voldoende grip. Timsun is nog niet zo’n staande naam, maar je Michelins kunnen ook zomaar uit Thailand of India komen.
De mollige rubbers sturen wat gemoedelijk in. Voor het sturen en het betere bochtjeswerk heb je op dit niveau voldoende aan bewezen no nonsense techniek en geometrie. En aan Timsun banden. De combinatie van blok en rijwielgedeelte is braaf in balans en zal zijn berijder niet snel verrassen.
Conclusies
In onze vrienden en kennissenkring zitten wel eind twintigers en vroege dertigers. Maar of dat genoeg is om de motorhandel nog generaties te dienen? Het zou zomaar kunnen. Met de huidige energieprijzen ben je op zo’n wendbare, altijd voor de deur te parkeren ‘lichte’ motor perfect bediend in een wereld waar de NS meer staakt dan rijdt.
De 250 cc Mutt die de hoofdrolspeler in dit verhaal is, biedt een voorbeeldige prijs/kwaliteitsverhouding. Hij ziet er gelikt uit en rijdt gewoonweg lekker. Je kunt er braaf mee boemelen en je kunt er dapper mee gummen. Ten opzichte van de 125 cc Mutts heb je het voordeel dat ‘het verkeer’ je als serieuze motorrijder ziet. Maar natuurlijk blijf je ook op de ‘dikke’ Mutt een kwetsbare verkeersdeelnemer. Geniet dus vol op. Maar laat je niet door je passie mee slepen.
Wat een heel grappige doelgroep is?
De ‘erg ervaren’ motorrijders. Daarvan neemt momenteel of binnenkort een flink deel afscheid van hun GS1250’s, Goldwings en meer van dat soort heel dure top-end megadonten. Het spul wordt ze fysiek te zwaar. Maar ze willen wel motor blijven rijden. Ze willen alleen lichter. Ze komen dan weer dicht bij hun jeugd. Toen motorrijden nog overzichtelijk en niet elektronisch geïnfecteerd was.
Buurman Gerrit wordt volgende week tachtig. Dan verkoopt hij zijn Goldwing en bedenkt hoeveel Mutts hij kan scoren voor het geld dat hij voor zespitter krijgt. Met dat geld kan hij zijn kleinkinderen ook op de wielen zetten. Is dat een top-opa of niet?
Weer even terug naar de 125 cc range
Dan vindt je in de showroom van Mutt Motorcycles in IJsselstein (bezoek op afspraak) een bezoeker met een meetlat. Want een 125 cc Mutt dwars achter op de camper is toch veel leuker dan 2 E- fietsen? Nou dan!
Wil je elektrisch rijden. Je kunt bij Mark Stroop ook terecht voor Zero Motorcycles, via //www.silverline.nl/
Neem ook eens een kijkje op deze Facebook pagina’s:
//www.facebook.com/muttbenelux
//www.facebook.com/muttmotorcycles/
