Tag archieven: motorverhalen

Mathijs Schets rijdt een BMW K1100LT Limited Edition

Wie ben jij? Waar kom je vandaan?

Mijn naam is Mathijs Schets, ik kom uit Breda en ik leef en woon nu in Capelle aan den IJssel.

Heb je vroeger eerst brommer gereden?

Ja, ik heb een Garelli gehad en een Zundapp.

Wanneer kocht jij jouw eerste motorfiets en wat voor een motor was dit?

Mijn eerste motorfiets is gekocht door mijn vader, voor mijn broer en mij. Dit was een Harley Davidson SX 250, knaloranje.

Ben jij een “mooiweer-rijder” of een “door-rijder”?

Tegenwoordig ben ik een beetje mooi-weer rijder aan het worden, maar tot voor 5 jaar geleden reed ik echt dag en nacht op de motor, weer of geen weer.

Lekker toeren.

Stel: je wint een flinke prijs in de loterij. Wat voor motorfiets zou je dan kopen?

Dit zou een Harley Davidson Heritage Softtail Classic worden, en daarnaast zou ik een off the road erbij nemen dan, welke weet ik nog
niet precies, maar minimaal n 500 CC.

Wat was de mooiste rit die je ooit reed?

De BGR-rit samen met de Honda Shadow-club west.

Staat er nog een bijzondere toertocht op je bucket-list?

Nee, niet meer.

Denk je al aan een volgende motorfiets?

Soms. Bijvoorbeeld tijdens dit interview.

Naast passie voor motoren heeft Mathijs ook een passie voor honden van het ras Cane Corso.

Wat heeft motorrijden jou gebracht in je leven?

Vrijheid, vrienden en rijden, rijden, rijden.

Wat heb ik je niet gevraagd, en wil jij mogelijk toch nog kwijt?

Je hebt me niet gevraagd welke motor ik nu rijd. Welnu, Wel, ik rij een BMW K1100LT Limited Edition. Deze motor heeft een fijne cadans, het is een echte tourbuffel is met een hele stabiele wegligging. Het is een fijne motor, ook voor mijn vrouw achterop, en ik kan zelf al het onderhoud eraan doen.

Pien Meppelink en haar motor-familie

Wie ben jij? Waar kom je vandaan?

Pien Meppelink, bouwjaar 1980. Ik woon samen met man Jeroen en kinderen Guus (15) en Josefien (12) op een woonbootje in Moordrecht.

1987. Met buurjongen Marco Verstoep en de AJS die vader kocht van het spaarbankboekje. In de achtergrond het schip waar ik opgroeide. Mijn moeder reed op de Matchless.

Heb je vroeger eerst brommer gereden? 

Als kind croste ik met mijn broertje en buurjongens door de polder. We woonden op een oud schip dat lag aangemeerd aan een doodlopend dijkje. Super rustig dus, en alle vrijheid om op straat te spelen. Het begon met BMX fietsjes, maar al snel werd dat van alles met een motortje er op. Maxi’s, oude Union, Yamaha PW50 & 80 en een oude kart met een Zündapp blokje. Als 16-jarige in 1996, wilde ik persé een Malaguti Phantom scooter.

Pien en haar MASH, zoals ook afgebeeld in een eerder artikel.

Met een hoop korting kon mijn pa een demo kopen van de importeur, waar hij als fotograaf wel eens voor werkte toen. Het was helaas voor korte duur, binnen 4 maanden werd de Malaguti gestolen uit de fietsenstalling op school in Gouda. Toen had ik twee opties, of die 8 km naar school weer gaan fietsen of op een oude Yamaha FS1 die papa nog had staan. De keus was snel gemaakt, maar ik was wel bang dat ik kei hard uitgelachen zou worden. De FS1 was een van de laatste types met enorm kitscherige rood/zilveren jaren 80 special paint. Op de tank stonden palmbomen en de ondergaande zon.… Tsja, nu vind ik dat super gaaf, maar destijds was dat echt niet ‘gers’. Tegen al mijn verwachtingen in vonden mijn klasgenoten het super cool en stonden de jongens in de rij op het schoolplein om op de FS1 te leren hoe ze moesten schakelen.

2004. Eerste huisje in Den Haag. Geen ruimte voor een eettafel omdat de Honda CB350 anders niet binnen kon staan De Demm staat nu ook op de woonboot nog altijd in de woonkamer.

Wanneer kocht jij jouw eerste motorfiets?

1986, ik was 6 jaar. Toen ik twaalf was kwam ik er namelijk achter dat mijn vader het spaarbankboekje dat mijn opa voor mij had achtergelaten, had ‘geïnvesteerd’ in een AJS 500 1-cilinder uit 1952. Dat was natuurlijk reuze handig, want zo had ik altijd ruilwaar. Zo kon ik als 13-jarige een Union Sport-O-Matic ’62 kopen om door de polder te crossen. Vader betaalde de Union en kreeg mijn belofte dat het voorspatbord, het stuur en de tank van de AJS dan van hem zouden zijn. Op deze manier zijn er door de jaren heen flink wat brommertjes en zelfs een Yamaha Tricker 250cc voorbij gekomen.

Ben jij een “mooiweer-rijder” of een “door-rijder”?

Mijn voorkeur gaat zeker uit naar mooi weer! Maar soms is het gewoon handiger om met de motor te gaan, dus met slechter weer gaat dat enorme regenpak dan aan.

Stel: je wint een flinke prijs in de loterij. Wat voor motorfiets zou je dan kopen?

Oei! Ik kan heel hebberig worden van de BMW RnineT 100 anniversary editie en ook een Triumph Bonneville Bobber vind ik prachtig. Maar stiekem zou ik nog graag een Honda CL350 scrambler willen verbouwen, dat past denk ik beter bij mij en ik ben gewoon verliefd op de hoge uitlaten.

Wat was de mooiste rit die je ooit reed?

Als fotograaf in o.a. de automotive-branche ben ik op de meest prachtige locaties geweest en heb waanzinnige routes mogen rijden door heel Europa. De bochtige zonnige wegen in Spanje, Italië en Portugal en het woeste ongerepte landschap in Scandinavië. Deze zomer was de trip met Harley Davidson van München naar Boedapest memorabel. Maar de rit die het meest indruk op mij heeft gemaakt was de Suzuki V-Strom Pyreneeën experience. Ik denk dat het in 2010 was ofzo. Met een groep journalisten 5 dagen lang door de Pyreneeën toeren van Gerona in Spanje, door Frankrijk en Andorra. Het weer zat niet mee, het was echt afzien. Helemaal toen we in Andorra over een oude smokkelroute door de bergen reden. Het steile pad was net iets breder dan de banden van de V-Strom en bestond uit platte schijfvormige keien die alle kanten op schoten.

De V-Strom Pyreneeëntocht. We reden in 2010 tussen de wilde paarden voordat we de smokkelroute op gingen.

Geiten en wilde paarden renden met ons mee en blokkeerde af en toe de route. Toen we eindelijk bovenop de bergtop aankwamen barstte de hemel open en kregen we een bui over ons heen die eindeloos leek te zijn. Ik ben niet snel bang, maar door de stromende regen over die glibberige keien, de modder stromen die waren ontstaan en het ravijn dat steeds dieper leek te worden, bonkte mijn hart in mijn keel. We hebben het gered en ’s avonds aan de bar voelt dat dan toch alsof je samen een soort van heroïsche overwinning hebt behaald. En gelukkig, ook mijn camera waar het water echt uit gutste, deed het na 4 dagen op de kachel weer.

Staat er nog een bijzondere toertocht op je bucket-list?

Het lijkt me geweldig om wekenlang door Azië te toeren.

Denk je al aan een volgende motorfiets?

Zeker niet. Momenteel hebben we een CB350 ’68, CX 500 ‘84, BMW K75 ’96, Mash Seventy 125 en mijn Honda CB400F, die net klaar is. De Mash is geweldig voor woon werk verkeer, doet het altijd en laat geen olie druppels achter bij mijn klanten voor de deur. De andere zijn motorfietsen die niet meer als origineel te redden waren en die wij met veel plezier verbouwen. Zo kreeg ik 7 jaar geleden de CB350 tank van mijn dierbare vriend en ‘Mafketel’ Stijn den Boggende. Ik was direct verliefd op de tank en moest dus op zoek naar een motorfiets voor er onder. Terwijl ik in Spanje op een berg stond te wachten tot de volgende groep journalisten voorbij zou komen om op de foto gezet te worden, was ik om de tijd te doden Facebook aan het uitspelen. Ik zag een advertentie voorbij komen van een Honda CB 400F ‘77. Kratten vol onderdelen en een frame waar duidelijk iemand zich met een haakse slijper op had uitgeleefd. Uit balorigheid deed ik een heel laag bod. Binnen 5 minuten kon ik naar huis bellen om mijn lieve man Jeroen te vertellen dat we een CB 400F hadden gekocht… Eigenlijk was het onbegonnen werk, er was niet zo veel goed aan de onderdelen en ook het blok moest Jeroen volledig reviseren. Daarnaast had ik ook precies in mijn hoofd wat ik wilde, en dat was in de praktijk niet altijd makkelijk uit te voeren. Het heeft ons enorm veel tijd en gevloek gekost om haar te maken zoals ze nu is. Ik houd van haar doorleefde verschijning, een soort wabi-sabi – de kunst van de imperfectie. En stiekem zitten er heel wat vernuftige details in verwerkt.

De CB400F met CB350 tank, precies zoals ik haar wil.

Momenteel zijn we bezig met een Honda MT5 voor onze zoon die volgend jaar 16 zal worden. Het project voor daarna staat ook al klaar, een oude Citta voor als onze dochter 16 wordt. Ze is nu net 12 dus we hebben nog even, maar ze is al helemaal aan het bedenken hoe ze hem wil hebben. Super leuk natuurlijk om samen met de kinderen te doen en ondertussen leren ze zo sleutelen.

Man Jeroen en zoon Guus op zijn MT5.

Wat heeft motorrijden jou gebracht in je leven?

Vreugde, vriendschappen, werk, prachtige herinneringen, buikpijn van het lachen, ontmoetingen met bijzondere mensen en mijn man!

Wat heb ik je niet gevraagd, en wil jij mogelijk toch nog kwijt?

Ik zou graag zien dat motorrijden meer gemeengoed wordt. Dat het niet alleen als leuk wordt gezien, maar meer ook als slimme manier om van A naar B te komen. Door mijn werk zie ik in veel andere landen hoe het anders kan, er rijden veel meer (lichte) motorfietsen voor woon-werk verkeer. Het is daar heel normaal en andere verkeersdeelnemers houden dan ook meer rekening met motorrijders.

We zijn in het kleine Nederland met heel veel mensen, de wegen worden alleen maar drukker en mobiliteit alleen maar duurder. Vanuit de overheid wordt er ingezet op een ontmoedigingsbeleid zodat mensen de auto vaker laten staan of zelfs weg doen. Maar de fiets en het OV zijn niet voor iedereen en alle afstanden de oplossing, en echte andere alternatieven lijken er niet te zijn.

Als mondige inwoner ben ik 8 jaar geleden de gemeentelijke politiek ingerold. Niet vanuit politieke ambities maar omdat ik het niet eens was met de manier waarop het ging en hoe men inwoners behandelde. Ondanks dat ik geen geloof aanhang, kwam ik bij het CDA uit omdat hun gedachtegoed precies overeenkomt met hoe ik ben opgevoed. Hoe je met elkaar omgaat, de normen, waarden en vertrouwen in elkaar.

Nu zag ik mijn kans schoon om motorrijden meer op de kaart te zetten door in het CDA verkiezingsprogramma op te laten nemen dat we ook in Nederland moeten kijken of het mogelijk is om met je autorijbewijs een 125cc motorfiets te rijden. Ik heb enorm veel reacties hier op gekregen, positief, maar ook negatief en zelfs boze. En dat begrijp ik heus, helemaal als de indruk gewekt wordt dat ik het motorrijbewijs gewoon ‘cadeau’ wil geven. Maar wat ik wil, is dat motorrijden als iets positiefs wordt gezien, als serieus alternatief dat een bijdrage kan gaan leveren aan het verminderen van de filedruk en Nederland meer mobiel kan maken.

Europese regelgeving maakt het gewoon mogelijk om met je B op een 125cc te rijden. En natuurlijk staat veiligheid bovenaan, het is super belangrijk dat mensen praktijklessen krijgen op de motor. De regeling in België, 4 jaar in bezit van autorijbewijs en dan 4 uur praktijkles, noem ik als voorbeeld van hoe het kan en niet van hoe het moet. Er zullen nog veel meer onderzoeken gedaan moeten worden in de landen waar deze regeling geldt, om te zien wat wel en niet werkt en wat er nodig is om mensen veilig de weg op te laten gaan in Nederland. Maar het belangrijkste is dat er nu in Den Haag weer over gesproken kan gaan worden, dat motorrijden als iets positiefs wordt gezien en een mogelijke bijdrage kan gaan leveren aan de mobiliteitsproblematiek en, dat het behalve heel leuk ook een slim vervoermiddel is om van A naar B te komen.

Meer items over Pien Meppelink vind je via deze link.

Oskar Verkamman schrijft nieuw boek over solo motorreis

Onbekend Zand

Dit is de titel van het nieuwste boek van avonturier Oskar Verkamman over zijn solo motorreis naar het Midden-Oosten. Na het grote succes van het eerste boek van Oskar Verkamman over zijn solo motorreis door Centraal Azië, is nu Oskar’s tweede boek een feit: Onbekend Zand. Hierin neemt Oskar de lezer mee op een epische motorexpeditie door landen als Iran, Irak, Oman en Saoedi-Arabië.

Onbekend Zand

Oskar gaat op een onvergetelijke reis door het unieke en soms mysterieuze Midden-Oosten. Hij rijdt door magistrale landschappen en neemt de lezer mee op een eindeloze rit door duizend kilometer leegheid. De Noord-Hollander rijdt onverschrokken het onbekende zand van de woestijn in en krijgt daar geleidelijk aan een band mee.

Het hart van het Midden-Oosten

Op zijn adembenemende reis ervaart Oskar soms de gewelddadige geschiedenis van de landen waar hij doorheen trekt en ontdekt hij de schoonheid, diversiteit en complexiteit van het Midden-Oosten. Het boek biedt een diepgaande kijk op de mensen, cultuur, en landschappen die Oskar onderweg tegenkomt.

De lezer beleeft met Oskar een nachtelijke rit door het duistere Bagdad, voelt de adrenaline van een achtervolging door de geheime politie in Saoedi-Arabië, en geniet van de rust van overnachten in een tent diep in de uitgestrekte woestijn.

“De motor is tot zijn achteras weggezakt in het fijne zand van de Rub al-Khali woestijn, de grootste aaneengesloten zandvlakte ter wereld in het zuiden van Saoedi-Arabië. En binnen een uur is het donker. Hoewel de dag er bijna op zit is het nog bloedheet en het zweet gutst over mijn lijf als ik een poging onderneem om de motor vlot te duwen. Kansloos. Zonder hulp ga ik de motor nooit loskrijgen. Er zit niets anders op: ik haal mijn tentje tevoorschijn en maak me op voor een nacht in het zand.”

Over de auteur

De Noord-Hollandse Oskar Verkamman is ondernemer, gezinsman, schrijver en een gepassioneerde avonturier met een diepe liefde voor reizen, avontuur en het delen van verhalen.

Het boek Onbekend Zand is – net als zijn eerdere boek ‘De Man aan de Overkant’ – exclusief verkrijgbaar op www.verkamman.nl. Oskar is eveneens beschikbaar voor lezingen over zijn boeken en reizen, en als motivational speaker over ondernemen en leiderschap.

We zoeken unieke motorverhalen!

OPROEP

Wij (de redactiemensen van ikzoekeenmotor.nl) zijn altijd op zoek naar unieke motorverhalen. Of oude zwart-wit foto’s met wat informatie over de motorrijder of het verhaal erachter.

We doen deze oproep vaker.  Door deze oproep en via de sociale media zijn we bijvoorbeeld in contact gekomen met een paar trouwe columnisten die aan ons hun motorreis-verhalen wilden vertellen.  Zoals onze trouwe motorreiziger en schrijver Coos van der Spek, die al meer dan 100 verhalen schreef in onze serie Coos op Reis.

De afgelopen jaren hebben ons geleerd dat wij met onze motorsite een bijzonder publiek hebben opgebouwd. Via onze gezellige besloten Facebookgroep “PASSIE VOOR MOTOREN” (met inmiddels bijna 4.000 leden) hebben we wat onderzoek gedaan. Hieruit blijkt dat de grootste groep leden bestaat uit motorrijders die een voorkeur hebben voor toermotoren en choppers. De helft van onze leden in deze groep bleken tussen de 40 en 60 jaar te zijn. En vooral over motorreizen en motorvakanties wordt hier veel geschreven en gelezen. 

De trouwe bezoekers zijn uiteraard veelal motorrijders die het vaakst reageren op de artikelen of zelf foto’s en filmpjes plaatsen. Maar ook de racers of elektrische rijders komen aan bod. Liefhebbers, je hebt ze in allerlei leeftijden. Jongeren van tussen de 20 en 30 die op motorrijles gaan en nadenken over hun eerste motorfiets. Tot en met 70 en zelfs 80plussers. Die laatsten moeten helaas hun motorfiets soms inruilen voor een scootmobiel, maar zullen nooit die echte passie verliezen. Mannen en vrouwen die omkijken bij elke motor die ze langs horen komen. Het zijn allemaal trouwe lezers van onze website. Want zeg nu zelf, “eigenlijk zijn we toch altijd op zoek naar een motor?”

We delen die passie graag. We herkennen onze vrienden aan het motorgeluid wat de straat in komt rijden. Voor zover je vandaag de dag nog gezellig over een ‘virus’ mag spreken is de motorfiets voor velen een virus wat nooit meer weggaat. Een ritje van anderhalf uur tijdens een zwoele zomeravond op je trouwe bike kan soms voelen als of je een week op vakantie bent geweest.

Juist om onze bezoekers te plezieren zijn wij op zoek naar unieke verhalen.  We doen vanuit de redactie@ikzoekeenmotor.nl hier een oproep:

Ken jij een motorrijder met een uniek verhaal? Of ben jij zo iemand….? Ken jij een familie waarin 3 of meer generaties met de zelfde unieke motorfiets rijden? Zijn daar nog zwart-wit foto’s van? Of filmpjes zoals bijvoorbeeld dit?

We zoeken verhalen over die unieke schuurvondst, de motorrijder ‘ver van huis’, die we tegenkwamen op vakantie, of de man die een jaar lang bouwt aan zijn eigen wensdroom. 

Heb jij of ken jij een uniek motorverhaal?
Heb je er foto’s of een filmpje bij?

Neem dan svp per e-mail contact op met redactie@ikzoekeenmotor.nl. We helpen uiteraard met het schrijven en de uitvoering van dit verhaal.

Echt leren motorrijden

Als je 45 jaar professioneel op de motor zit, dan heb je wat meegemaakt. En wat te vertellen dus. Frits Groeneveld (link naar zijn Facebook) begon ooit bij defensie en doet het nu voor zichzelf. Hij leert motorrijders niet alleen rijden, maar vooral beter rijden. Rijtechniek, bochtentechniek en motorrijvaardigheid, daar wordt heel wat over gezegd en geschreven.

Wij nodigen je uit om achterover te leunen en te luisteren naar De Motor Podcast. Frits rijdt zelf op een BMW 1200 GS in een rally uitvoering en geniet dagelijks van het motorrijden. Heeft van zijn hobby zijn werk kunnen maken. Je kunt deze podcast beluisteren via deze link:

Heb je geen Spotify?
Ga dan naar: //demotorpodcast.nl/hoe-luisteren/

Zonder motorrijbewijs?

Een duur rijbewijs, en of het een onsje meer mag zijn?

Dit is de titel van motorverhaal 9 van Bart Meijer (Facebook). Bart geeft ons als gastblogger een kijkje in zijn jongere motor-jaren. Bart Meijer (LinkedIn) woont op een boerderij in Kroatië, heeft passie voor motoren, weet veel over vergeten groenten en luistert naar zijn hart.

Ja ja, ik beken het!

Ik heb tijden rondgereden zonder rijbewijs, toen ik nog jong en onbezonnen was. Maar ja, ik reed op de brommer ook al veel te hard, goede smoes, van een jong ventje, dacht ik vroeger.

Toen ik eenmaal een vriendin kreeg in het verre Brabant, begon het papiertje me wel wat te lijken. Eerst theorie, en dat viel tegen…
Met klotsende oksels deed ik het eerste examen, en was gelijk geslaagd. Dus daarna kwam het motorrijden, als zeer ervaren brommer rijder viel dat mee. Na maar 4 lessen viel er opeens een plaatsje vrij voor een examen, en meneer dacht dat ik dat wel kon.

Ik mocht de motor ‘s morgens ophalen, de hele dag rijden en om 3 uur examen doen. Het was feest in het dorp, het werd laat en dus moest er uitgeslapen worden. Net fris rond 12 uur midden op de volgende dag ga ik dat motortje maar eens halen. Zonder pak en met instappertjes loop ik even erheen. Alles wat er nog staat is een motor met een flink lekke achterband. Lek als in leeg, niets mee te doen.

Zenuwachtig en boos, bel ik de instructeur en hij vertelt : ”Ga maar naar Kats bromfiets service en laat hem daar maken!“

Ik rijd zwabberend naar Kats, die probeert alles, maar hij heeft de spullen niet. Hij kan hem alleen maar volspuiten met schuim, een busje of 3 en nog eentje meer. Na 20 minuten, het sneeuwde langzaam al zachtjes, was de band nog hard en kon ik naar het examen. Ik moest naar Bergen op Zoom, en had geen tijd meer voor pak en laarzen.  Als een bikkel reed ik erheen. Ik slaagde niet, want was niet voor het examen gekleed, trilde, en was iets te laat. Uitleg wilde de man niet horen. Als troostprijs mocht ik de motor weer naar Dinteloord rijden.

De instructeur bood het volgende examen gratis aan en een paar extra lessen, erg aardig en dat deed ik natuurlijk. Gekleed in pak en met goede laarzen slaagde ik 4 weken later voor een erg goedkoop rijbewijs.

Jaren later had ik de Reliant Robin 3-wieler [link] waar ik met mijn motor rijbewijs mee mocht rijden. Maar de rijbewijzenwet 1994 werd veranderd, ingaande 1 juli 1996 werd de Reliant Robin auto voor een B rijbewijs, niet meer voor de motor rijders. Door onder andere de Reliant Club Nederland en andere clubs werd er protest aangetekend. Uiteindelijk werd er een overgangs-wet gemaakt, voor uitzonderlijke mensen zoals ik, door ze een rijbewijs B-79 (3-w motorrijtuig <400kg) te geven. Deze wet kostte maar liefst 350 miljoen euro, en het rijbewijs B-79 (3-w motorrijtuig <400kg) is rond de 100 keer uitgedeeld. Dus mijn gratis B-79 rijbewijs kostte de staat ca 3,5 Miljoen Euro!

De Reliant Robin, een foto van Joost J. Bakker, via Wikipedia.

Europa vond dit niet zo leuk, Nederland werd terug gefloten. Ik mocht mijn B rijbewijs houden, en in de EU met auto rijden, behalve in Nederland. De Reliant Robin 3-wieler werd weer voor de motor rijders. Natuurlijk moest er weer een uitzondering komen, want wat nou met de auto rijders die op een trike reden of met een Reliant met een B-rijbewijs? Dus toen kwam de uitzondering: “Heeft u een gemotoriseerde driewieler (zoals een trike of motorscooter) en mocht u vóór 19 januari 2013 daarop rijden met uw rijbewijs B? Dan mag u daarmee doorgaan.” Begrijpt u het niet, bel het CBR, die weten het waarschijnlijk ook niet. . .

Maar van Nederland moest mijn auto onder de 400 kg zijn, en nee, geen onsje meer.

Een motor met een brommer geluid?

Jawel, motorverhaal 8 van Bart Meijer (Facebook). Bart geeft ons als gastblogger een kijkje in zijn jongere motor-jaren. Bart Meijer (LinkedIn) woont op een boerderij in Kroatië, heeft passie voor motoren, weet veel over vergeten groenten en luistert naar zijn hart.

Een motor met brommer geluid?

Ik ben altijd wel van het ‘stille’ geweest met motoren, brullen hoeft van mij niet, en ook het excuus ‘raw power’ is van een eeuw of 2 geleden. Ik hou overigens wel van racen, janken en hoge toeren zodat je achterband nog harder in het asfalt bijt terwijl het stuur licht word. Dat je de cadans van bochten in en uit, bijna dansend neemt, dat is mijn ding.

In de tijd dat ik mijn Silverwing had én de Reliant, mocht ik van de vriend met de Reliant, zijn Honda 2-takt NS400R een paar keer proberen. Ik had er veel over gehoord en vaak naar gekeken, en die vriend had er het een en ander van een NSR500 voor geregeld, met het speciale uitlaatsysteem. ‘Hoe’, dat is de vraag, zoiets regel je niet zomaar toch?

Het monstertje had zoals de grand prix machine twee uitlaten in het zadelkontje en één aan de rechterkant. Jawel, 3 cylinder 2-takt, een licht rokende motor met een vermogen waar je eng van werd. De eerste keer dat ik er mee reed, was erg verbazend, messcherp sturend de kronkelende dijkjes over van de Alblasserwaard. Het voelde zo precies en strak aan, dat je werkelijk kon dansen
naar de maan.

“Ga er maar eens mee spelen alsof het een crossmotor is, meer op de koppeling en de toeren”, zei mijn vriend. Boven de 6400 toeren komen, spelend met de koppeling, en dan eens echt gas geven. Bij de start, gaf de Honda zo’n truttig en zielig brommer geluidje, maar raak het gas aan en het hakt er in als drie crossmotoren. Warm gedraaid, ging ik de Schoordijk op waar ik ooit het snelheidsrecord haalde met mijn getunede Honda CB550F. Zo haalde ik in 100 meter de 6500 toeren. Alsof ik een enorme schop in mijn achterste
kreeg, gingen de uitlaten open, jankten de toeren en de snelheid omhoog. Snel moest ik voor de eerste bocht remmen. Messcherp, gierend en stabiel sneed de motor de bocht in, te precies
en daarom te eng. Het gas kon er niet meer af, strak de smalle bochtjes door met een gruwelijke snelheid, gaf de Honda haar grenzen niet aan, alsof ze er niet waren.

Nog 1 keer heb ik er op gereden, het vermogen kon niet op, onbegrensd genot en vermogen maakte het gevaarte eng. Dit was als drugs, net een stap te ver, te lekker, je had het gevoel de grenzen te verliezen. Nou had ik al eens geschreven over 2-takt, en daar kwam ik nog een keer op terug.

Mijn vader ging weer motor rijden met een Jawa 350 Californian, waarom dat ding zo heette is een wonder. Er moest het een en ander aan gebeuren, en ik vroeg mijn Pa of ik het blok op mocht voeren. “Nee”, was zijn antwoord. Na enige overtuiging mocht ik hem optimaliseren, niet opvoeren, en alles moest in evenwicht. Dus koppen en zuigers gepolijst, zelf gemaakte dunne koppakkingen, aan de inlaatkant de zuigers wat verkort voor betere opname. Dan nog wat meer werveling in de inlaatpoorten en de uitlaatpoorten vergroot en gepolijst. Het mengsel wat beter afstellen en dan de uitlaten wat netter afgesteld. Na een paar weken zei mijn Pa dat hij niet veel merkte van mijn werk, dus wilde ik de Jawa eens proberen. De Jawa startte met een rustig, truttig en zielig brommer prutteltje, maar ging lekker op het gas. Helm op en pak aan, en gaan. Straat uit in zijn 1, een beetje gas bij en ik zie het voorwiel in mijn vizier, in zijn 2 gas flink bij en weer op het achterwiel, zelfs in zijn 3!

Ik had een monster gecreëerd en kreeg bij terugkomst enkel een schalks lachje.

Wil je alle verhalen van Bart Meijer op onze site lezen? Ga naar:
//ikzoekeenmotor.nl/tag/bart-meijer/

Bijna 4.000 leden in PASSIE VOOR MOTOREN

We zijn met onze website vanaf het begin erg actief geweest op de sociale media. Twitter is leuk, Instagram posten we met regelmaat iets, op LinkedIn groeien we lekker nu, maar het blijkt dat Facebook voor onze website toch echt het beste social media platform is. We hebben daar een gewone Facebookpagina als Ikzoekeenmotor.nl met meer dan 2.000 volgers en tevens een besloten Facebook groep, genaamd PASSIE VOOR MOTOREN, met nu bijna vierduizend leden. 

Toen we twee jaar terug 1500 leden hadden, hebben we eens een onderzoekje gedaan of mensen de groep het liefste openbaar zouden willen of juist besloten wilden houden. Daaruit bleek overduidelijk dan men een voorkeur voor besloten had. Mensen nodigen elkaar uit, en een nieuw lid moet eerst even wat vragen toelichten. Zo voorkom je allerlei spammers en het grootste voordeel is dat het vooral GEZELLIG blijft. Vorige maand zijn we de 3800 leden gepasseerd. Er wordt veel gedeeld. Verhalen, foto’s, filmpjes over mensen en motorfietsen, en vooral veel liefde voor de motorfiets. Ook alle artikelen van Ikzoekeenmotor.nl delen we in: PASSIE VOOR MOTOREN.

Een BMW voor patsers?

Het is tijd voor motorverhaal 7 van Bart Meijer (Facebook). Bart geeft ons als gastblogger een kijkje in zijn jongere motor-jaren. Bart Meijer (LinkedIn) woont op een boerderij in Kroatië, heeft passie voor motoren, weet veel over vergeten groenten en luistert naar zijn hart.

Een BMW voor mensen met veel zakgeld?

Al in mijn jonge jaren, had ik het idee dat BMW motorfietsen voor mensen waren die of bij de politie zaten, of te veel zakgeld hadden. Geen van beiden had ik veel mee. En ik was natuurlijk een echte biker, die in weer en wind reed, dus ja, niet alleen een mooi weer rijder. BMW rijders, dat was “niet ons soort volk”, en leek wat verheven boven ons. Of voelde ik me ondergeschikt? Geen idee, het is zo lang geleden.

Mijn vrouw wilde toeren, en de kids konden  stoer op de motor mee naar school.

Nu ik het zo opschrijf, besef ik dat het niet helemaal klopte, van dat teveel zakgeld. Er was een man in ons dorp die dagelijks op de motor naar zijn werk reed, en geen last van files had. Die man maakte echt probleemloos veel kilometers, op een BMW motorfiets waar je alleen van kon dromen als je veel geld had. Ik zelf reed op alles wat vooruit kwam, onder andere de Honda CB550 four, Kawasaki ltd 305, Suzuki Katana, Honda GL500 Silverwing en natuurlijk de Honda Cub waar ik een vorige keer over schreef. En, nee dus geen Harley want dat was te duur en naar anderen luisterend, te veel gesleutel, en dus zeker niet op een BMW. Ik had toen een beetje het idee van de BMW rijder, wat men ook vaak heeft over de BMW autorijder. En de Harley rijder, dat was een sleutelaar. Sleutelen is niet erg, echt niet, maar ik wil af en toe ook wel eens rijden.

Hier een foto van een Reliant Robin, bron foto Wikipedia, Joost J. Bakker.

Op een gegeven moment, was de Reliant Robin waar ik mee reed, kapot. Ik had een blok opgeblazen waarover ik later een keer meer schrijf. Maar ik moest vervoer hebben. Wat was alles wat er die winter te koop stond wat betaalbaar was? Je raadt het al, het was een BMW! Een BMW K75RT, een ex-politie motor met 178.000 km op de teller en diepgevroren in de nacht toen het even onder de -20 was.
Toen ik kwam kijken in 2010, moest de man hem uit de sneeuw graven terwijl hij stond te ratelen dat hij niet geloofde dat ik dat ding nu wilde proberen. Maar de motor liep meteen als een zonnetje. Overigens wel na het ontdooien van het contactslot met een vlammetje onder de sleutel wat me deed denken aan de donkere hoeken van Rotterdam centraal. We gingen een stukje rijden bij -14, ik was verkocht. Ik betaalde en reed er mee naar huis.

Echt hé, was ik dan altijd zo’n kortzichtig boertje dat ik niet verder keek dan het dorp? Het was alsof ik thuis kwam, de vorst deerde me niet, het voelde luxe, veilig en strak. Wat een wegligging en vermogen ondanks dat het een groot ding was, een geweldenaar, zelfs in de sneeuw.

De schaamte voorbij en een leermomentje verder, genoot ik van die motor, maar toen wilde iedereen opeens mee. Mijn vrouw, maar de kinderen ook. En tja, laat nou zo’n politie motor maar voor één persoon zijn. “Kan je er geen gewoon zadel opzetten en dat rare kontje er af halen?” zei mijn vrouw. Ik zag de kans schoon om te zeggen dat we er dan maar een andere bij moesten nemen. Want ja, zo’n buddy en kontje vervangen was natuurlijk erg veel werk haha.

Er kwam er snel nog een, een blauwe met verstelbare ruit, die ietsje luxer was en waar je met zijn tweeën op kon. Mijn vrouw wilde toeren, en de kids konden  stoer op de motor mee naar school. Tja, dan rijd je opeens zo 60.000 km per jaar weg, op 2 motoren om en om. Het onderhoud was verbazend simpel, en er hoefde maar weinig te gebeuren. Ja, ik was om, voor mij alleen nog maar Reliant en BMW.

Toen Bart nog brommer reed.

Vandaag publiceren we motorverhaal 6 van Bart Meijer (Facebook). Bart geeft ons als gastblogger een kijkje in zijn jongere motor-jaren. Bart Meijer (LinkedIn) woont op een boerderij in Kroatië, heeft passie voor motoren, weet veel over vergeten groenten en luistert naar zijn hart.

Onderstaande tekst schreef Bart over de goeie oude tijd, van ronkende brommers en de rook van 2-takt.

Van Solex naar Sparta

“Mijn eerste stiekeme ritjes waren op een Solex, waar je het motortje van op het voorwiel kantelde. Het was een zuinig ding en had een zeer mysterieus brandstofsyteem. Daarna kwam mijn eerste “echte” brommer dit was een rokende Sparta. Daar viel weinig aan op te voeren, na 3 maanden op en neer naar school brak die in 2-en. Daarna kreeg ik van mijn ouders een oude Stokvis, met een geforceerd luchtgekoeld Puch blokje er in, schattig, maar als stoere knul van 16 was ik maar wat blij dat het blokje vastliep.

Neem een Kreidler of Zundapp

“Neem een Kreidler of Zündapp en mix zelf je benzine” was de raad van de fietsenmaker aan mij en mijn ouders “Dan kun je jaren rijden met veel plezier, want die rommel van het tankstation kan je niet vertrouwen.” Zo kreeg ik een Kreidler met 3 versnellingen en geforceerde luchtkoeling, en maakte ik mijn eerste eigen mix. Was die mix het geheim om snel te gaan? Nee. Ik zat in de eerste klas van de Middelbare Tuinbouwschool en kreeg ook motorentechniek. Daar kreeg ik alle antwoorden en weetjes na het vragen, in voorbereiding op opvoeren!

De eerste service na een paar weekjes, mocht ik in Alblasserdam bij een 2-takt tovenaar laten doen, en ik mocht er bij zijn. De man vond het prachtig dat ik interesse had, en al veel had geleerd. Cilinder en zuiger werden goed nagekeken, zuigerveren vervangen, dunne koppakking er in voor meer compressie, een groter voortandwiel voor meer top snelheid en een verstelbare sproeier. “Optimaliseren, niet opvoeren, alles moet in evenwicht” en hij vertelde me van de geheimen van tegendruk van de uitlaat, spoeling en werveling en het beste ontstekingspunt. Ik kreeg een fles Bel-Ray MC 7+ mee, die moest ik dan eerst 1 op 50 mengen en als die weer ingereden is dan naar 1:70, want dan zit er meer power in de benzine, Geweldig, ik kon zonder lawaai bijna 60 km per uur, reed zuiniger, zonder een rookpluim achter me te laten.

Sleutelen aan kettingzagen

Een half jaar sparen later, ging er een 14 mm carburateur op, en een nieuwe zuiger in voor hoge compressie met speciale zuigerveren. Ik reed weer bijna net zo zuinig, maar kwam makkelijk aan de 65 km per uur, en de politie hield me niet tegen. Zo’n oude 3-bak kon toch niet hard. Welnu, ik had in het 2de jaar van school, praktijk kettingzagen, geweldig. We mochten ze uit elkaar slopen, moesten ze dan ook weer opbouwen, afstellen en testen. Daar leerde ik de geheimen van membraam carburateurs (zoals in de Solex zitten) en hoe je het beste uit een kettingzaag haalde.

Op een dag, was ik tijdens stage met een baas mee, die met zijn kettingzaag dikke balken moest zagen voor een tuin. Ik had de man al verteld het ding eens af te stellen, en echte benzine te kopen, maar ja. Dat kwam er maar niet van. Tot die dag dat hij wat van mij leerde. Hij had geen benzine bij zich, dus, de benzine van mijn Kreidler ging in de kettingzaag toen de tank leeg was. Het roken werd steeds minder, en de minder vette smering maakte dat die beter klonk en steeds hoger in de toeren klom. Jullie hadden de ogen van die man moeten zien.

Mijn laatste opvoerklus, was de brommer van mijn pa, dat is voor een volgende keer. Ik hou nog steeds van 2-takt, maar heb alleen 2 kettingzagen, die ik af en toe eens uitlaat in mijn bos.

Moet ik, omdat ik in Kroatië woon, dan toch maar eens op zoek naar een Jawa of een MZ?  …. Wordt vervolgd.