(Een motorverhaal, geschreven door Coos van der Spek.)
“Als blije koeien in het voorjaar! Zo voelen wij ons bij het verzamelpunt van onze motorclub. Opgedirkt met onze gepoetste laarzen, gewassen motorpakken en onze lederen kleding in het verse vet. Lekker knuffelen met elkaar.
Gezamenlijk gluren naar de nieuwste gadgets en wetenswaardigheden uitwisselen over nieuwe banden en helmen en zo. Plannen bespreken en grappen maken. Saamhorigheid en vriendschap. Heerlijk.
We dansen de Lekdijk af. We doen het rustig aan, want niet alle leden rijden ‘s winters door. Zij moeten weer even wennen en het motorgevoel opbouwen. We hangen op de bochtige dijk met een denkbeeldig elastiekje aan elkaar en ons treintje krimpt en rekt. Soms wel twee kilometer lang. Het is mijn spiegels een machtig gezicht.
Bij Tiel wisselen wij van rivier en zwieren wij de Waalbandijk op richting het terras met de broodjes gezond en de uitsmijters.
Het is 17 graden en het zonnetje laat zich meer dan regelmatig zien. Prima weer voor een Italiaans ijsje bij Millingen.
In Duitsland vullen wij onze brandstoftanks, veranderen van koers, zien in de verte heel even de Maas en ontdekken in Batenburg de restanten van een indrukwekkende ruïne van een van de oudste kastelen van Gelderland.
We kiezen voor de brug bij Ewijk en draaien een stukje verder de A15 op. De meesten zijn voor half zeven weer thuis. We hebben zomaar een kleine 5000 km met z’n allen gereden.
Wow! Dertien blije snuitjes met hun motoren. Als koeien in de wei. Prachtig!”
Heerlijk, met zijn allen op pad.
Ik ga begin aug weer met een zooi vrienden op pad, door jou nu al zin gekregen. Mooi verhaal man.
Groetjes !