Tag archieven: Jan Braber

DEEL 5: Braber Bouwt

In december publiceerden wij het vierde deel in de serie Braber Bouwt.

Vandaag publiceren we deel 5 waarin Jan Braber ons weer verder meeneemt in het sleutel-proces van de bouw van zijn ‘scrambler Yamaha XJ900.

Project van de bouw van een scrambler, o.b.v. een Yamaha XJ900.

Het is inmiddels november 2022 en alhoewel het een flinke klus is vordert het project best goed. Nu is de vervanging van het lagerwerk van het achterwiel aan de beurt. Ik heb nieuwe setjes lagers besteld en bij het openmaken van het doosje en het vergelijken van de lagers in het wiel gaat het gelijk mis. Het middelste lager van mijn wiel is een breder lager dan het nieuwe en de binnenring is ook nog eens hoger. Op de foto goed te zien.

Gebeld met Roukama / Japparts.nl, een prima meedenkend bedrijf trouwens, maar zij lieten me weten dat het wel heel lastig is om aan zo’n nieuw lager te komen. Na veel zoeken ben ik er één tegengekomen van € 160,–. Best prijzig en ik houd het daarom nog even in gedachten.

Een lagertrekker zit niet standaard in mijn gereedschapswagen, dus dit is een mooie gelegenheid om zo’n stukje gereedschap aan te schaffen. De kosten vallen mee en op de volgende foto zie je de lagertrekker met wat hulpstukken in stelling gebracht om het lager uit het wiel te trekken.

Het op z’n plaats persen van het nieuwe lager gaat met het oude lager er op en vervolgens een grotere ring zodat de krachten op de buitenring van het nieuwe lager uitgeoefend worden.

Het persen gaat met een draadeind en belangrijk is, dat ik het langzaam en vooral gelijkmatig aandraai. Ook de lagers van de achterbrug moeten er nog uit en dat was aan de rechterkant best wel een uitdaging. Er is weinig plek om de lagertrekker stevig neer te kunnen zetten. Er zal wel een handiger stuk gereedschap voor zijn, maar goed het werkt zo. Ik heb de rozet van de uitlaatbocht maar gebruikt om de lagertrekker goed te kunnen plaatsen. Je moet trouwens echt oppassen dat je de flens (aanslag van het lager) niet te pakken neemt. Met enige worsteling en vooral geduld kwam die er toch vlotjes uit.

Bij het terugplaatsen van het nieuwe lager op die positie kan je eigenlijk echt niets anders dan die er voorzichtig met de kunststof hamer en een ronde buis in tikken. Wanneer zit het lager op z’n plek? Dat hoor je aan de slag van de hamer en dat voel je door de lichte terugslag. De linkerkant, cardankant, gaat wat gemakkelijker. Dan begint de puzzel van het zadel, de behuizing voor de elektra en de accu. Inmiddels is er ook een begin gemaakt met het passen en meten van het achterspatbord. De tank op de foto is die van piepschuim 1e versie.

Het zadel moet hol lopen. Dat betekent dat het zo diep mogelijk in en op het frame moet vallen. Naar de tank en het subframe moet het zadel weer oplopen. Vanwege de positie van het zadel dreigt de behuizing voor de elektra in de weg te gaan zitten. Dus ik ga de
bestaande elektrabak verbouwen en dieper maken. Maar dat betekent ook dat de behuizing voor de accu in de weg zit. De accubak is te hoog. Dus ook die moet aangepast worden. En dat brengt weer met zich mee dat ik op zoek moet naar een ander formaat accu met dezelfde power. Na een poosje zoeken op internet en weer contact met Japparts ben ik uitgekomen op een Motobatt MBTX12. Die is ruim 3 cm lager, maar 2 cm breder dan de originele accu. De positie van elektronica en accu blijft wel op dezelfde plek in het frame. De schildjes in de driehoek van het frame moet ik nog even over denken.

Dus fröbelen met de bakjes dan maar. Alle zijwanden van de elektrabak worden er eerst uitgesneden. Het geheel komt weer terug in een te maken polyester bak. Om het aanbrengen van polyester te vergemakkelijken heb ik een aluminium bodemplaatje
gemaakt.

Om de wandjes te kunnen maken heb ik een mal gemaakt, die heb ik bekleed met plastic en vervolgens heb ik er een glasmatje
tegen opgezet.

De bevestigingsranden zijn weer bevestigd met popnagels en daarna komt verder pas maken, het schuren en plamuren en tenslotte in de zwarte verf zetten. De bak is 2 cm dieper geworden, zodat de bekabeling en stekkers er netjes in weggewerk kunnen worden. Daar bovenop komt de aluminium grondplaat van het zadel.

De volgende klus is het verbouwen van de accubehuizing. Na passen en meten heb ik die in stukken gezaagd.

Vervolgens kan het opbouwen (van de versteviging met glasmatten in de polyester zetten) gaan beginnen.

De hele zaak past weer prima in het frame. Alleen moet er een verlengplaatje aan de bovenkant bak gemaakt worden om de bak aan het frame te bevestigen. Hier moet ik niet te te licht over denken want zo’n accu is nog een behoorlijk gewicht.

In het volgende verslag meer over het zadel en de zijkanten, en moeten we nog het probleem met het achterwiellager oplossen. We gaan ook een beetje naar de voorkant kijken.

Groet, Jan Braber

Tip van de redactie: Wil je alle verhalen van Jan lezen, klik dan op deze link: //ikzoekeenmotor.nl/tag/jan-braber/

Deel 4: Braber Bouwt

In oktober publiceerden wij het derde deel in de serie Braber Bouwt.

Vandaag publiceren we deel 4 waarin Jan Braber ons weer meeneemt in het verdere proces van de bouw van zijn ‘scrambler Yamaha XJ900.

Project van de bouw van een scrambler op basis van een Yamaha XJ900.

Na het achterwiel, de achterste remklauw en een begin van de tank, zijn nu de schokbrekers aan de beurt. De standaard schokbrekers zijn 30cm lang hart op hart. Nu wil ik de motor een klein beetje naar de voorkant laten duiken. Enerzijds wordt dat bereikt door de voorvorkpoten iets te laten uitsteken en anderzijds door de
achterkant wat omhoog te werken in combinatie met een dikkere achterband. Bij de voorpoten is zo’n 2 cm te halen en aan de achterkant zou het mooi zijn schokbrekers met een lengte van
32 cm te monteren.

De volgende vraag dient zich aan. De uitgaande as en de kruiskoppeling vormen een zo goed mogelijk rechte lijn naar
de as die naar het cardan voert.

Hoeveel mag/kan je afwijken van die lijn?

“Want wat de ingenieurs van Yamaha met zorg hebben bedacht, wordt door Jan Braber vakkundig verkracht.” Dat moeten we niet hebben. Het gaat maar om 2 cm maar toch. Ooit heb ik met een oude Guzzi tijdens een rit een gebroken kruiskoppeling gehad en ik kan u verzekeren, dat is niet grappig. Afijn, ik heb contact gelegd met Edwin van wie ik de motor heb gekocht en Edwin is groot kenner van de Yamaha 900 en de broertjes en zusje van dat type. “Ja hoor geen probleem en die heb ik nog liggen ook.” Een week later is Edwin op de koffie geweest met 4 koni’s in de topkoffer. Twee waren slecht maar de veren nog goed en 2 in goede staat verkerende exemplaren maar zonder veren. Ombouwen dus.

Heb ik gereedschap om een schokbreker te demonteren? Nee, maar wel bakken vol met spullen waar altijd wel wat bij zit om iets in elkaar te knutselen. Na wat schuur en polijstwerk liggen er nu 2 Koni’s klaar van 32 cm lang als nieuw. Dank aan Edwin.

Dan is nu de achterbrug aan de beurt.

Ook die zit vol met vet en troep en daar waar geen vet zit bevindt zich roest. De achterbrug inclusief het cardan moet uiteindelijk zwart worden. Na het aanhoren van enkele verhalen over het cardan heb ik besloten die gewoon aan de achterbrug te laten zitten. Kennelijk is het uit elkaar halen, reviseren en monteren van het cardan niet eenvoudig. Bovendien is er blijkbaar een schaarste aan onderdelen. Dus in het kader “wat goed draait, niet aankomen” zal dit onderdeel en het motorblok zelf niet uit elkaar worden gehaald.

Nadat de achterbrug bewerkt is met een afbijtmiddel komt hij er na wat schrapwerk uit te zien als op de foto. Om hem goed schoon en kaal te krijgen staan er een paar dingen te doen. Of zelf aan de slag of stralen. Het probleem met stralen gaat worden dat het cardan aan de wielkant “open” is. Ook aan de kruiskoppelingkant is de boel open, helemaal goed dicht maken is wel een uitdaging en dus daar spuit je dan automatisch een heleboel troep in die je daar absoluut niet wil hebben. Dus zelf aan de slag. Het voordeel daarvan is dat ook de ruwere lasverbindingen wat netter gemaakt kunnen worden. Is dat een klus? Ja zeker maar het resultaat is er dan ook naar.

Opvallend is dat daar waar verf heeft gezeten (en waar dit ogenschijnlijk nog best in orde is), dat daar als een soort wormengangen de roest zijn weg heeft gevonden. Door blijven krabben en schuren is de remedie. En dan opeens kom je zo maar cadeautjes tegen tijdens het werken en fotograferen. Twee prachtige kunstwerkjes waar zo een lijstje omheen kan en aan de muur. Kijk daar wordt ik nou weer heel blij van. Zie de foto.

En dan opeens kom je tijdens het bewerken van het cardan een cijfercombinatie tegen. Die is er in gegraveerd en natuurlijk ga je dan op zoek naar de betekenis van die code.

Zoeken op internet leverde helemaal niets op en bij Edwin, die al tientallen van die apparaten in zijn handen heeft gehad, ging ook geen belletje rinkelen. Wij houden het er op dat een Japanner in 1994 in grote nood zijn benarde situatie via deze code kenbaar heeft willen maken. Uiteraard hopen wij voor de betreffende persoon dat hij zich weer wat comfortabeler voelt.  Uiteindelijk is dit na twee dagen prutsen en poetsen het resultaat en klaar om in de grondverf te zetten.

Hoe gaat het met de tank?

Intussen rollen de eerste foto’s binnen van de tank in zijn vervolgstadium en dat ziet er goed uit. Het model zie je nog onder de werkbank liggen en de ronding die je in de tank ziet komt prima overeen met het model. Wat een vakman die Jeroen!

Volgende stap in het verhaal tank is dat de motor naar Jeroen moet om de bodemplaat van de tank exact af te passen op het frame.
Daarvoor moet ik zorgen dat de motor weer op de wielen komt. Nou er is nog genoeg werk te doen aan de losse onderdelen, zoals remklauwen voor, accubak, en de bak voor de elektra. Ook weer een verhaal.

De startmotor is niet alleen schoongemaakt aan de buitenkant maar een de binnenkant ook. De koperwinding
is schoongemaakt en geïnspecteerd, zo ook de koolborstels en die zijn nog prima en nog lang niet op het kritische punt van vervanging. Gelukkig, zeg ik er maar bij want zo te zien is dat wel een priegelwerkje met kans op mislukkingen. Alles weer opnieuw in het vet gezet en dicht gemaakt. Ronddraaien en jawel, loopt soepel. de startmotor is klaar om in de grondverf gezet te worden. In het volgende deel zal ik me bezig houden met de lagers van het achterwiel, de bak voor de elektra en zo verder. Veel leesplezier, groet, Jan Braber

Tip van de redactie: Wil je alle verhalen van Jan lezen, klik dan op deze link: //ikzoekeenmotor.nl/tag/jan-braber/

Deel drie: Braber Bouwt

Eind augustus publiceerden wij het tweede deel van Braber Bouwt.

Vandaag publiceren we deel 3 waarin Jan Braber ons meeneemt in het hele proces van de bouw van zijn ‘scrambler Yamaha XJ900.

Project van de bouw van een scrambler op basis van een Yamaha XJ900.

De tank is alles bepalend voor de uitstraling van het totaalconcept. De zoektocht naar een geschikte tank valt dan ook niet mee. Meerdere zijn er op marktplaats voorbij gekomen. Van sommige kan echt gezegd wordt dat die qua vormgeving en uitstraling past. Maar dan begint het. De onderkant moet passend zijn op het frame, dat is een vast gegeven. De tank zou je eigenlijk ook het liefst niet willen verbouwen. Maar zo heb ik de volgende reactie gehad van een niet nader te noemen garage: “Wij leggen dan de tank ondersteboven op een kussen en dan slaan we er met een blok hout en een moker er paar deuken in net zolang tot die past”. Maar dat vond ik zo’n Peppie en Kokkie oplossing. Dus na veel informeren en proberen is er maar één conclusie en dat is maatwerk.

Jan bij zijn caféracer in wording, naast zijn schilderijen

Nou gaat mijn voorkeur uit naar een aluminium tank. Die is licht en je kunt er qua uitstraling alle kanten mee op. Wil je een gepolijste tank, een licht geschuurde doffe tank of zelfs een gespoten tank, alles kan.

In deel 2 schreef ik al over een aluminium tank via een particulier. Die tank, die qua maatvoering leek te passen, heb ik daadwerkelijk op het frame gehad maar helaas het frame is toch te eigenzinnig voor die tank. Daarnaast paste de vorm en omvang van de tank toch niet bij het ontwerp dat ik in gedachten heb.

Volgende stap was de zoektocht naar een bedrijf die maatwerk kan leveren. Een tweetal gevonden in de kop van Noord Holland. Niet echt handig als ook de motorfiets vanuit Zeeland daar naartoe moet, maar het doel heiligt de middelen dus vooruit. Mogelijkheden onderzocht en offertes opgevraagd, maar die prijzen zouden een groot deel van het budget opslokken en dat is echt niet grappig meer.

Toen kwam de dag dat ik in het kader van Beleef Zonnemaire aan een open atelier ronde kon deelnemen. Dus atelier open en dat is één grote speelplaats van schilderijen, beelden,  ontwerpen, los slingerende attributen en een motorfiets in aanbouw. Kijk maar even rond op Janbraber.nl

Dus mensen ontvangen die geïnteresseerd zijn in schilderijen en beelden, wijntje er bij. Hartstikke leuk.

En daar stapt Marcel Goudswaard binnen die direct op de motorfiets duikt en daarna nog eens mijn achterbuurman Paul Mulder, ook een motorrijder. Natuurlijk kwam het over de moeilijkheid om een geschikte tank te vinden, maar beiden hadden een oplossing. Er is maar één man die dat kan en dat is Jeroen Braat wisten ze mij te vertellen. Jeroen woont en werkt in Burgh Haamstede. Na het uitwisselen van telefoonnummers heb ik contact gezocht met Jeroen en we hebben een afspraak gemaakt om het een en ander is door te spreken.

Nou had ik al bedacht dat het voor de bouwer van de tank handig zou zijn dat hij een zo exact mogelijk model zou hebben. Daartoe heb ik een paar blokken EPS (piepschuim) uit de modelbouwwereld aangeschaft. Uit één blok is een tank te maken.

Het begin van de tunnel in de tank.
Tussenstadium.

Eindstadium, maar twijfelachtig model. Dus opnieuw.

Tweede model is goed en past beter op het frame.

Aluminium verfje gegeven voor het juiste beeld en op naar de afspraak met Jeroen. Het model, zo vindt ook Jeroen, is een handig hulpmiddel en hij gaat daarmee in de komende wintermaanden naast zijn vele andere projecten, werken aan de tank.

Intussen ga ik verder met het aanpakken van de andere delen van de motor. Het is niet de ideale volgorde van werken, want je wil eerst de gehele opbouw met al het slijpwerk en lassen klaar hebben en daarna polijsten schilderen etc. Maar mijn credo is altijd: “Als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan”.

Ik ga van het achterwiel, via het hulpframe, de achterbrug zo naar voren werken. Het achterwiel als eerste dus. Het wiel is ernstig vuil, de motor heeft altijd buiten onder een afdakje gestaan en dat heeft in de loop van de jaren natuurlijk z’n uitwerking gehad op het aluminium. Schoonmaken en met afbijtmiddel de verflagen er af schrappen. Eindeloos schuren op de aluminium delen. Beginnend met schuurpapier korrel 100, daarna met 120 droog. Daarna met waterproof schuurpapier van korrel 180 naar 400 naar 1000, naar 2000 om tenslotte met 3000 te eindigen. Als laatste komt het polijsten met Belgom.

Misschien op de foto niet helemaal te zien, maar als nieuw.

De conditie van de lagers is niet echt goed te bepalen. De kilometerstand is rond de 70.000,  maar omdat de motor altijd buiten heeft gestaan monteer ik overal nieuwe lagers en rubber dichtingen. Inmiddels staat het wiel in een aluminium primer en komt er later een zwarte laklaag op.

Nu is de remklauw achter aan de beurt. Inmiddels heb ik nieuwe RVS remleidingen besteld. Op aanraden van Edwin laat ik het T-stuk aan de voorkant vervallen. De twee leidingen van 83 cm lengte worden direct aan de rempot op het stuur bevestigd. Uiteraard worden de remklauwen van een revisiesetje voorzien.

De remzuigers zijn er met de kracht van de voetrem uit gedrukt, het is zaak geen beschadigingen aan te brengen.

In de grondverf, klaar voor montage. Nog even van belang, de remzuiger bij de helft te houden waar hij uit gekomen is. Daarnaast een merkteken in de zuiger zetten, zodat die weer op dezelfde plaats terug gemonteerd wordt

De volgende stap is het afzagen van de achterkant en het monteren van het subframe. In deel 1 is een foto van de motor opgenomen die model staat voor mijn project. Voor het bepalen van de lengte van het frame en van het spatbord neem ik als referentiepunten de as van het achterwiel en de onderste moer van de schokbreker.

De achterkant van het subframe zit recht boven de moer van de schokbreker en het spatbord eindigt boven de as. Omdat het zadel enigszins hol wordt moet het subframe onder den lichte hoek aan het frame gelast worden.

Oké, de slijptol er in.

Van het subframe is niet veel meer over dan een bocht. Met de vijl en het Black en Deckertje, smalle schuurband, wordt de zaak pas gemaakt.

Intussen rollen de eerste foto’s binnen van het proces van het bouwen van de tank. Jeroen heeft de linkerkant van de tank met behulp van het z.g. Engelse wiel vorm gegeven. Ziet er goed uit.

Beste lezers, dit was deel 3, wordt vervolgd. Hartelijke groet, Jan Braber

Dit wordt een unieke caféracer

Gisterenmiddag zou ik een ritje West-Brabant maken. Toen dit verschoven werd naar de avond had ik in de ochtend even contact met Jan Braber. Onze kunstenaar en verhalenmaker uit Zonnemaire, een prachtig dorpje in Zeeland. We leerden Jan overigens al kennen in het voorjaar van 2021 tijdens dit interview.

Jan Braber bij zijn caféracer in wording, met op de achtergrond enkele schilderijen

Inmiddels is zijn unieke Moto Guzzi verkocht, en bleek Jan, na de verkoop, het motorrijden enorm te missen. Rap is er weer een “tijdelijke motorfiets” gekocht en is hij daarnaast begonnen aan een nieuw project. Jan heeft al twee verhalen gedeeld over het bouwen van een volgende caféracer. Als donormotor heeft hij een oude Yamaha XJ900 gekocht.

Gisteren gingen we (redactie, ik, John) even een kijkje bij hem nemen naar deze ‘onverwoestbare machine’. De oude BMW uit de schuur en hup, over Bruinisse naar Zonnemaire. Geen straf voor een motorrijder. Ik werd er gastvrij ontvangen.

We zijn benieuwd hoe deze Yamaha er in 2023 bij staat.

“Deze Yamaha XJ900 staat erom bekend dat het motorblok blijft lopen, al zijn het tonnen van kilometers”, wist Jan me te vertellen.

Momenteel ontwerpt Jan van piepschuim de unieke tank. Een proces in wording mochten we aanschouwen. “De stroomlijn gaat bijzonder worden”, aldus Jan. “Nergens op de wereld zal iemand dezelfde aluminium tank op een Yamaha hebben”.

De bedoeling is dat er ergens volgend jaar een puntgave caféracer staat te pronken.

Want Jan zijn motto is: “DE WERELD MOOIER MAKEN”. En dat geldt dus ook voor de motorrijders.

We kijken uit naar je volgende verslag Jan.

Ben je benieuwd naar de kunstwerken van Jan?
Hij maakt prachtige beelden en schilderijen. Kijk eens op zijn website.

Jan maakte eerder al beelden van een bassist, gitarist en saxofonist. Hier een kort filmpje van “de pianist in wording” aan de zwevende piano…

Jan Braber bouwt verder aan zijn Yamaha XJ900

Eind mei schreef kunstenaar Jan Braber ons over zijn nieuwe project.

Je leest dit vorige eerste deel in deze link.

Vandaag publiceren we het vervolg.
Jan schrijft ons zijn Deel 2:

Project van de bouw van een caféracer op basis van een Yamaha XJ900.

Het plan is een caféracer of scrambler te bouwen en uiteraard heb ik een paar voorbeelden op mijn computer staan. De motor loopt, het schakelwerk is in orde en de remmerij werkt en het cardan klinkt gezond en er zijn geen lekkages of ”zwetend blok”.

Het eerst wat moet gebeuren is alle noodzakelijke aanpassingen uitvoeren en de motor volledig opbouwen. Daarna moet alles weer uit elkaar, het frame gepoedercoat, andere onderdelen gespoten en sommige delen zullen worden verchroomd. Tevens begint dan de revisie daar waar nodig. In ieder geval moet de voorvork van nieuwe sterkere veren worden voorzien en nieuwe keringen. Zo zal dat ook bij andere delen het geval zijn, maar dat zien we al werkende weg.

Het blok ga ik grondig schoonmaken, de deksels polijsten, de cilinders worden zwart en het kleppendeksel wordt aluminium gepolijst of verchroomd. Het stuur wordt ofwel ‘clip ons’ of een superbike stuur of zelfs een drag bar. Kortom veel werk en ik trek er globaal genomen een jaar voor uit. Ik werk er op aan om de motor maart/april 2023 op de weg te hebben.

Aan het werk

Eerst veel denkwerk, welke tank, de lengte van de spatborden, de vorm van het zitje. Tegelijkertijd wat schoonmaakwerk gedaan. De zoektocht naar geschikte spullen op het net neemt veel tijd in beslag. Er is een afspraak gemaakt voor een aluminium tank, we gaan kijken of ie past. Intussen wat modellen gemaakt van karton.

Dan ook maar is een stukje aluminium opknappen om te kijken hoe het werkt en of het werkt. Daar heb ik een schetsplaat voor gebruikt. Ik weet zeker dat ik die niet meer ga gebruiken. Dus eerst opschuren met schuurpapier, te beginnen met korrel 180, dan 280 en vervolgens waterproof 1000 en daarna 2000 en 3000. Vervolgens polijsten met Belgom en ziedaar het resultaat.

Perfect is het nog niet, maar de richting is helder en bruikbaar voor de deksels. Het is nog niet helemaal duidelijk of ik de deksels zal laten verchromen. Dat hangt af van het totaalbeeld en is pas later goed te zien.

Intussen zijn de nieuwe uitlaten binnen gekomen. Die zijn van RVS en kunnen met een verloopstuk direct op de collector worden aangesloten. Er zitten dempers in, maar op het oog weet ik al dat de XJ harder zal gaan praten. Hoe hard en of dat acceptabel is dat laat nog even op zich wachten. Desnoods moet er een aanpassing aan de dempers plaatsvinden. Aan de andere kant moeten we ook tegenwicht bieden aan die scheerapparaten als de Zero’s die op de weg dreigen te komen.

Ik heb een aluminium tank op het oog van een particulier. De moeilijkheid voor het vinden van een passende tank is het vaste gegeven van het frame en die van de ”vreemde” tank. Inmiddels al vele tanken voorbij zien komen en her en der wat maten opgevraagd om vervolgens tot de conclusie te komen dat het niet past. Wat ik wil voorkomen is dat ik de tank moet (laten) verbouwen. De verkoper van het aluminium exemplaar woont 160 km bij mij vandaan. Dus of motor gaat naar verkoper tank of verkoper tank komt naar motor. Dat laatste is hij bereid te doen en te combineren met een dagje strand met het gezin. Wat een geluk toch te wonen in een vakantieland als Zeeland.

In afwachting van de tank eerst maar het uitlaatsysteem aanpakken.

Het loshalen gaat met enige moeite. De moertjes op de tapeindjes van de cilinders eerst verschillende keren in de kruipolie gezet en daarna voorzichtig kracht erop gezet. En het geluk is aan mijn zijde, allemaal zonder problemen losgekregen.

De bochten uit de collector gingen ook met moeite los door weer kruipolie te gebruiken. De collector ziet er beroerd uit, maar bij nadere inspectie zijn de metaaldelen toch nog “gezond”. Na het verwijderen van de sierplaten aan de zijkanten kan het schoonmaken en schuren beginnen.

Inmiddels hittebestendige verf besteld voor de collector. Zowel de 4 bochten als de buitenste buizen van de collector worden met uitlaatwrap omwonden. Met de aanschaf van de wrap wacht ik nog even om de juiste kleur te kunnen bepalen.

Na behoorlijk wat schuurwerk is de collector behoorlijk schoon en klaar om gespoten te worden.

De vier genummerde bochten krijgen een zelfde behandeling. Ze zijn te veel aangetast om als prachtig gepolijste bochten verder door het leven te gaan, maar met wrap eromheen gaan ze het goed doen. Wat volgt is het pas maken van het aansluitstuk van de uitlaat op de collector. Er moet een paar millimeter van het passtuk af. Het mooie van de collector is dat het laatste stuk al wat omhoog gebogen staat, zodat de uitlaat in een fraaie sprekende positie op de motor komt te zitten.

Dan komt de zoektocht naar de bevestiging van de uitlaten. Eerder schreef ik dat ik de schetsplaten niet meer zou gebruiken. Daar moet ik op terugkomen, want ik het er aan weerkanten 2 bruikbare delen uit kunnen halen om de uitlaten te bevestigen.

Na veel schuur en poetswerk volstaan ze voorlopig en vormen ze een stevige bevestiging.

Wordt vervolgd in deel 3.
Met hartelijke groetJan Braber

Leestip: het eerste interview met Jan op onze site, lees je via: //ikzoekeenmotor.nl/jan-braber-zijn-motorfiets-moet-een-kunstwerk-zijn/