“In to the lower 48”
Hier weer een verslag uit onze vervolgserie van de motorreizen die Hans den Ouden met zijn vrouw Dia maakte. Ze hielden een dagboek bij, en delen met ons alle beelden en verhalen. Als je onderaan op de tag “Hans den Ouden” klikt, dan kom je al zijn verhalen vanzelf chronologisch tegen. Alsof je meereist op je motorfiets….
Vanaf de Moon Shadows camping reden we verder naar het zuiden, richting de staat Washington.
Highway 3 naar de grens is erg leuk rijden met heel veel bochten in een stuk van 56 km. De grens overgaan als je een Visa Waiver in je paspoort hebt is erg makkelijk. We hoefden alleen ons paspoort te laten zien en konden weer verder rijden.
Auto’s werden strenger gecontroleerd, die moesten allemaal de kofferbak openen en campers werden ook van binnen geïnspecteerd.
Tegen lunchtijd waren natuurlijk, zoals gewoonlijk alle picknick tafels als bij toverslag verdwenen. We zijn daarom op een boomstam gaan zitten van een bedrijf met historische voertuigen, zoals de huifkar op de foto. Er was een uitstapje bezig dat ons deed denken aan het TV programma “We zijn er bijna” – er stonden tien dezelfde campers op een rijtje.
Na de grensovergang reden we richting Spokane, dat is een saai stuk en veel graanvelden, eindeloos tot aan de horizon. De temperatuur liep op van 12ºC naar 33ºC, de warmste week tot dan toe – het was inmiddels 1 augustus.
We zetten de tent op nabij de Coulee dam, ten noorden van Spokane. De herten, een moeder met haar nageslacht, fotografeerde ik voor de tent zittend.
De staat Idaho heeft naar het noorden een smalle uitloper en daarna kom je in Montana. We reden richting Coeur d’Alene Lake. Dat is een prachtige plek en er staan dan ook schitterende huizen tegen de bergwand aan en daar loopt een heel leuk slingerweggetje. Kilometers lang genoten we van de omgeving.
De route was 450 km, we stopten op een leuke camping aan een riviertje, de St Joe river. De rivier was heerlijk om in te zwemmen. De camping had dan wel normale toiletten, maar geen douches. De rivier voldeed echte prima, ook voor het wassen van de kleren. We voelden ons net van die kleine Indiase vrouwtjes, die doen het immers ook zo.
We waren inmiddels al dagen op zoek naar een kapper, maar die zagen we nergens. Dus Dia heeft mijn haar geknipt en ik dat van haar. Ik heb geleerd dat het nog niet eenvoudig is.
De volgende dag reden we nog 120 km langs deze kronkelende rivier op de St. Joe River Road. Ik moest denken aan de Lekdijk, maar dan zonder drempels. We kwamen in totaal 2 auto’s tegen op dit traject. Ten zuiden van Missoula vonden we een camping aan het begin van de Lewis & Clark highway. Deze weg is genoemd naar de twee mannen die deze route voor het eerst aflegden, van het oosten naar het westen, in 1803. De expeditie vond plaats op verzoek van president Thomas Jefferson. Ze werden daarbij uitgebreid geholpen door de indianen (Nez Percé) en de relaties waren toen nog goed, sterker nog, de expeditie was mislukt zonder hun hulp door de invallende winter. Deze route is dus veel ouder dan route 66 en loopt een stuk noordelijker. Ze vertrokken vanuit St. Louis en eindigden aan de monding van de Columbia in Oregon.
De camping die net aan het begin ligt, bleek een Square Dance Hall te hebben waar elk weekend wordt gedanst sinds 1973. We waren er nog maar net of we raakten in gesprek met een van de de organisatoren die daar ook sinds 1973 optreden. Hij is een Duitser en zij bleek een Française.
Ze hebben daar een vaste stacaravan en elke zomer verzorgen ze het dansen gedurende een aantal maanden. We werden direct uitgenodigd om dit mee te maken inclusief hapjes en drankjes. De “gangmaker” vertelde ons alvast dat het kijken naar een Square Dance net zo spannend is als kijken naar opdrogende verf. Elke weekend staat de camping daarom min of meer vol want het trekt veel volk.
Het viel ons op hoeveel motoren er langs de camping reden op de Lewis & Clark highway, maar zodra je de weg oprijdt, staat er een bord dat aangeeft dat de komende 96 miles een “winding road” zijn, ofwel 150 km bochten. We reden in totaal 360 km, deels langs de rivier en deels door het land waar in 1863 grote veldslagen plaats vonden tussen de indianen en de “pioniers”. Er reden de hele dag veel motoren op de weg, bezig met hun Sunday Ride Out. We stopten uiteindelijk in Donnely waar het erg warm was.
Op 5 augustus 2019 waren we 52 dagen onderweg en hadden 16.000 km afgelegd. We reden 460 km door het eindeloze en uitgestrekte prairie landschap van Idaho. Het is zo enorm dat je het ook niet gemakkelijk kan fotograferen. Het gebied ligt op een hoogte van 1000 meter, het heeft indrukwekkende graanvelden en ook veel gras voor veevoer.
De temperatuur liep gestaag op tot 35ºC. We moesten elke anderhalf uur onze cooldown vestjes natmaken. We besloten een hotel op te zoeken in Arco want er was nergens schaduw, dus kamperen sprak ons niet aan.
Ook de volgende dag reden we nog een eind door de prairies tot we bij het Yellowstone Park aankwamen. Het park was erg druk en je mag er in voor $30 per motor. Voor een auto hoeft maar $35 betaald te worden, onafhankelijk van het aantal inzittenden. Voor dat geld mag je er dan wel een paar dagen blijven. Alle campings waren echter vol, dus dat ging hem niet worden. In het park rij je eigenlijk in hetzelfde soort landschap als er buiten, alleen nu dan in de file.
De geisers zijn interessant om te zien, er stond een flinke file om het parkeerterrein op te rijden. Achteraf bleek dat aan de oostkant de wegen leuker zijn voor een motorrijder. Dan rij je via Beartooth Pass naar de ingang van het Yellowstone Park en dat moet een leuke weg zijn met haarspeldbochten. Die houden we dus te goed voor een volgende keer.
We verlieten het park via de zuiduitgang en na 410 km vonden we een zeer ruim opgezette camping, zij het wederom zonder douche. Gelukkig was er een wasbakje om te poedelen. Met deze temperaturen is dat noodzakelijk.
Op 7 augustus reden we verder naar het zuiden door het Grand Tetons National Park en het was weer een dag van 500 km.
Voor wat bewegende beelden, hier een kort filmpje: