Tag archieven: bromfietsen

Toen Bart nog brommer reed.

Vandaag publiceren we motorverhaal 6 van Bart Meijer (Facebook). Bart geeft ons als gastblogger een kijkje in zijn jongere motor-jaren. Bart Meijer (LinkedIn) woont op een boerderij in Kroatië, heeft passie voor motoren, weet veel over vergeten groenten en luistert naar zijn hart.

Onderstaande tekst schreef Bart over de goeie oude tijd, van ronkende brommers en de rook van 2-takt.

Van Solex naar Sparta

“Mijn eerste stiekeme ritjes waren op een Solex, waar je het motortje van op het voorwiel kantelde. Het was een zuinig ding en had een zeer mysterieus brandstofsyteem. Daarna kwam mijn eerste “echte” brommer dit was een rokende Sparta. Daar viel weinig aan op te voeren, na 3 maanden op en neer naar school brak die in 2-en. Daarna kreeg ik van mijn ouders een oude Stokvis, met een geforceerd luchtgekoeld Puch blokje er in, schattig, maar als stoere knul van 16 was ik maar wat blij dat het blokje vastliep.

Neem een Kreidler of Zundapp

“Neem een Kreidler of Zündapp en mix zelf je benzine” was de raad van de fietsenmaker aan mij en mijn ouders “Dan kun je jaren rijden met veel plezier, want die rommel van het tankstation kan je niet vertrouwen.” Zo kreeg ik een Kreidler met 3 versnellingen en geforceerde luchtkoeling, en maakte ik mijn eerste eigen mix. Was die mix het geheim om snel te gaan? Nee. Ik zat in de eerste klas van de Middelbare Tuinbouwschool en kreeg ook motorentechniek. Daar kreeg ik alle antwoorden en weetjes na het vragen, in voorbereiding op opvoeren!

De eerste service na een paar weekjes, mocht ik in Alblasserdam bij een 2-takt tovenaar laten doen, en ik mocht er bij zijn. De man vond het prachtig dat ik interesse had, en al veel had geleerd. Cilinder en zuiger werden goed nagekeken, zuigerveren vervangen, dunne koppakking er in voor meer compressie, een groter voortandwiel voor meer top snelheid en een verstelbare sproeier. “Optimaliseren, niet opvoeren, alles moet in evenwicht” en hij vertelde me van de geheimen van tegendruk van de uitlaat, spoeling en werveling en het beste ontstekingspunt. Ik kreeg een fles Bel-Ray MC 7+ mee, die moest ik dan eerst 1 op 50 mengen en als die weer ingereden is dan naar 1:70, want dan zit er meer power in de benzine, Geweldig, ik kon zonder lawaai bijna 60 km per uur, reed zuiniger, zonder een rookpluim achter me te laten.

Sleutelen aan kettingzagen

Een half jaar sparen later, ging er een 14 mm carburateur op, en een nieuwe zuiger in voor hoge compressie met speciale zuigerveren. Ik reed weer bijna net zo zuinig, maar kwam makkelijk aan de 65 km per uur, en de politie hield me niet tegen. Zo’n oude 3-bak kon toch niet hard. Welnu, ik had in het 2de jaar van school, praktijk kettingzagen, geweldig. We mochten ze uit elkaar slopen, moesten ze dan ook weer opbouwen, afstellen en testen. Daar leerde ik de geheimen van membraam carburateurs (zoals in de Solex zitten) en hoe je het beste uit een kettingzaag haalde.

Op een dag, was ik tijdens stage met een baas mee, die met zijn kettingzaag dikke balken moest zagen voor een tuin. Ik had de man al verteld het ding eens af te stellen, en echte benzine te kopen, maar ja. Dat kwam er maar niet van. Tot die dag dat hij wat van mij leerde. Hij had geen benzine bij zich, dus, de benzine van mijn Kreidler ging in de kettingzaag toen de tank leeg was. Het roken werd steeds minder, en de minder vette smering maakte dat die beter klonk en steeds hoger in de toeren klom. Jullie hadden de ogen van die man moeten zien.

Mijn laatste opvoerklus, was de brommer van mijn pa, dat is voor een volgende keer. Ik hou nog steeds van 2-takt, maar heb alleen 2 kettingzagen, die ik af en toe eens uitlaat in mijn bos.

Moet ik, omdat ik in Kroatië woon, dan toch maar eens op zoek naar een Jawa of een MZ?  …. Wordt vervolgd.

Jan Braber, zijn motorfiets moet een kunstwerk zijn

Wie ben jij? Waar kom je vandaan?

Laat ik beginnen mij voor te stellen. Jan Braber, woonachtig in Zonnemaire in die altijd weer mooie provincie Zeeland. De familiegeschiedenis heb ik uitgezocht tot 1625 en alle roots liggen in Zeeland. Mijn ouders zijn na de oorlog vertrokken naar Holland –zoals de Zeeuwen dat noemen. Mijn werkend leven heb ik eveneens in Holland doorgebracht, maar al heel snel had ik me voorgenomen bij de eerste beste gelegenheid terug te keren naar mijn thuis -Zeeland.

Heb je vroeger eerst brommer gereden? Wat voor bromfiets was dat toen?

Zeker heb ik een bromfiets gehad. De eerste was een Typhoon in 1966.
Hij kwam met de boot en de bodedienst uit Brouwershaven, Zeeland. Daar hadden mijn grootouders een rijwielhandel annex huishoudelijke apparaten. Al na een paar maanden maakte een 80jarige boer op een trekker een eind aan de brommer en bijna aan mij. Hij dook plotseling mijn rijbaan op en ik klapte frontaal op de neus van de trekker. De 80 jarige, niet bijster snel met zijn reactie, eindigde met het grote achterwiel van de trekker bovenop mijn met tomaten plukken verdiende Typhoon. Total loss natuurlijk.

De tweede was een Eijsink. Met vijlen en verstelbare sproeiers kreeg ik hem tot 70 km per uur. Uiteraard reden we in die tijd nog zonder helm en geheel op het gehoor. Dat leverde weer veel oei momenten op en weer een crash. Ditmaal gooide de directeur Gemeentewerken in Waddinxveen zijn portier zonder te kijken open. Hij begreep niet waarom hij plotseling met al zijn brieven op de straat lag en ik begreep niet waarom ik op de stoep van het postkantoor weer durfde te kijken. Schaafwonden, kneuzingen en weer een bromfiets total loss waren mijn deel.

Wanneer kocht jij jouw eerste motorfiets en wat voor een motor was dit?

Dat moet ergens in de 80er jaren zijn geweest. Dat was de Kawasaki Z650.
Een moorddadig ding. Ik kocht hem bij Sjaak Korteland in Hardinxveld Giessendam. Hij werkte toen nog vanuit zijn schuurtje achter zijn huis.
Ik kwam regelmatig bij Sjaak ook in zijn nieuwe pand. En daar is het magische moment voorgevallen. De uitgang van de zaak van Sjaak was een pad tussen 2 grote panden met van die metalen wanden. Een motorrijder startte daar een motor met het geluid van een bommenwerper. Zware roffel lichtelijk onregelmatig en het wegrijden ging met een oorverdovend prachtig geluid gepaard. Dit was bijzonder, merkte ik en ik rende naar de plek des onheils. Echter het enige wat ik zag was de in het zwart leer gestoken rijder en de groene nummerplaat van Sjaak. Aha, proefrit dus. Mijn besluit was, als het leren pak terugkomt, dan is die motor van mij.
En hij kwam terug. Hij dook met Sjaak het kantoor in. Ik nam een kop koffie en oefende alvast de aankoopstrategie voor de motor waar ik inmiddels op had plaatsgenomen. Een Moto Guzzi Le Mans II. Man man wat een apparaat. En toen kwam het leren pak naar buiten. Sjaak had een pokerface het leren pak glimlachte. Podverdikkeme, wat betekent dat! Ze gaven elkaar de hand en ik hoorde dat de papieren in orde gemaakt zouden worden. Gloeiende gloeiende, mis. Ja zei Sjaak, soms komt er wel eens één op mijn pad. En ik vroeg of ie mij een seintje wilde geven als het zo ver was. Een jawel, een paar maanden later had ik een Le Mans III.

De Proefrit. You love it or hate it. Dat is vrij vertaald wat Sjaak me liet weten. Het is een eigenwijs ding, die graag rechtuit wil. Het zou zo maar kunnen dat je bij de eerste bocht alweer terug komt. Het was wennen, maar ik vond het prachtig. Hier en daar een klap verkeerd en werken op dat ding. Geen allemansvriend.
Ik heb daarnaast nog andere motoren gehad zoals de VFR750, een Honda Hornet 900 en een Guzzi Griso 1100. Intussen verkocht ik nog een keer de Le Mans en daar kreeg ik zo’n spijt van dat ik weer op zoek ben gegaan naar een andere. Ook weer verkocht. Nu rijd ik een caféracer op basis van een Moto Guzzi Le Mans III (Zie foto bovenaan artikel.)

Ben jij een “mooiweer-rijder” of een “door-rijder”?

Nee, ik ben absoluut geen mooi weer rijder. Alhoewel ik moet eerlijk bekennen dat ik nu wel wat vaker naar buienradar kijk.
Ik heb op de motor alle weertypen al wel een keer meegemaakt.

Stel: je wint een flinke prijs in de loterij. Wat voor motorfiets zou je dan kopen?

Geen, ik ben zeer tevreden met wat ik heb. Ik zou de prijs liever benutten om een motorvriend uit te nodigen en een reis naar het Kremlin maken. In de karresporen van Napoleon.

Wat was de mooiste rit die je ooit reed?

Dat was zonder meer een rondreis in Amerika. Met mijn vrouw hebben we een fantastische reis door het “Wilde Westen” gemaakt. 5600 km prachtige natuur, stapels herinneringen, fantastische ontmoetingen in 3 weken op een Harley Road King. Wat een tractor is dat zeg. Ruim 350kg staal, inclusief 2 personen, bagage en benzine ruim 600 kg op 2 wielen. Als het eenmaal loopt op de highway gaat het wel, maar parkeren en in de mountains. Vreselijk.

Staat er nog een bijzondere toertocht op je bucket-list?

Zeker, dat is in september 2021 naar Mandello del Lario, daar waar de Moto Guzzi fabrieken staan. Het merk bestaat dit jaar 100 jaar. Daar moet je bij zijn natuurlijk.

Denk je al aan een volgende motorfiets?

Absoluut niet.

Wat heeft motorrijden jou gebracht in je leven?

Heel veel. Vrijheid, plezier, bijzondere ontmoetingen en het warm welkom in elke groep van motorrijders. Hartelijke vrienden in Noorwegen en ga zo maar door.
Daarnaast is het een enorme stimulans in het creatieve deel van mijn leven geweest. Daar waar ik vaak bezig ben met schilderijen, objecten en allerlei ontwerpen brengt de motor mij prachtige vergezichten, objecten langs de route, bijzondere gebouwen en niet te vergeten de motor op zich.
Wat mij betreft moet alles aan de motor kloppen. Vormgeving, kleur, de juiste wielen, rempotjes, handles etc. Kortom ik kijk ernaar als naar een kunstwerk. De zoektocht is naar de juiste compositie, de kleurstelling en de details.

Ik moet de motorfiets in de woonkamer kunnen zetten en er telkens weer vanuit welke hoek dan ook naar kunnen kijken, zonder dat het saai wordt.
Dan heb je de juiste motorfiets in je bezit. Moet natuurlijk ook fijn zijn om op te rijden.

Wat heb ik je niet gevraagd, en wil jij mogelijk toch nog kwijt?

De aandachtige lezer heeft al wel uit het verhaal kunnen opmaken dat ik van het jaar 1950 ben.
De vraag doet zich dan voor, hoe lang kan je de motor nog rijden.
Uiteraard is dat afhankelijk van je fysieke en geestelijke gezondheid. We gaan er even van uit dat die nog in orde is. Dan is mijn antwoord: “Heel lang”.
Met de motor ervaring die velen hebben opgebouwd, weten zij precies waar ze wel en niet moeten zijn. De snelheid heb je zelf in de hand. En mocht je motor te zwaar voor je worden, wat let je dan om een lichter exemplaar te gaan rijden.
Kortom: Als motorrijder moet je je altijd aanpassen, wel nu in deze zin ook.
Ik wens elke motorrijder en lezer van deze column heel veel motorplezier. Ik zwaai naar je!

Oh, en wil je wat van mijn kunstwerken zien, kijk dan op www.janbraber.nl