Tag archieven: gastcolumn

Een motor met een brommer geluid?

Jawel, motorverhaal 8 van Bart Meijer (Facebook). Bart geeft ons als gastblogger een kijkje in zijn jongere motor-jaren. Bart Meijer (LinkedIn) woont op een boerderij in Kroatië, heeft passie voor motoren, weet veel over vergeten groenten en luistert naar zijn hart.

Een motor met brommer geluid?

Ik ben altijd wel van het ‘stille’ geweest met motoren, brullen hoeft van mij niet, en ook het excuus ‘raw power’ is van een eeuw of 2 geleden. Ik hou overigens wel van racen, janken en hoge toeren zodat je achterband nog harder in het asfalt bijt terwijl het stuur licht word. Dat je de cadans van bochten in en uit, bijna dansend neemt, dat is mijn ding.

In de tijd dat ik mijn Silverwing had én de Reliant, mocht ik van de vriend met de Reliant, zijn Honda 2-takt NS400R een paar keer proberen. Ik had er veel over gehoord en vaak naar gekeken, en die vriend had er het een en ander van een NSR500 voor geregeld, met het speciale uitlaatsysteem. ‘Hoe’, dat is de vraag, zoiets regel je niet zomaar toch?

Het monstertje had zoals de grand prix machine twee uitlaten in het zadelkontje en één aan de rechterkant. Jawel, 3 cylinder 2-takt, een licht rokende motor met een vermogen waar je eng van werd. De eerste keer dat ik er mee reed, was erg verbazend, messcherp sturend de kronkelende dijkjes over van de Alblasserwaard. Het voelde zo precies en strak aan, dat je werkelijk kon dansen
naar de maan.

“Ga er maar eens mee spelen alsof het een crossmotor is, meer op de koppeling en de toeren”, zei mijn vriend. Boven de 6400 toeren komen, spelend met de koppeling, en dan eens echt gas geven. Bij de start, gaf de Honda zo’n truttig en zielig brommer geluidje, maar raak het gas aan en het hakt er in als drie crossmotoren. Warm gedraaid, ging ik de Schoordijk op waar ik ooit het snelheidsrecord haalde met mijn getunede Honda CB550F. Zo haalde ik in 100 meter de 6500 toeren. Alsof ik een enorme schop in mijn achterste
kreeg, gingen de uitlaten open, jankten de toeren en de snelheid omhoog. Snel moest ik voor de eerste bocht remmen. Messcherp, gierend en stabiel sneed de motor de bocht in, te precies
en daarom te eng. Het gas kon er niet meer af, strak de smalle bochtjes door met een gruwelijke snelheid, gaf de Honda haar grenzen niet aan, alsof ze er niet waren.

Nog 1 keer heb ik er op gereden, het vermogen kon niet op, onbegrensd genot en vermogen maakte het gevaarte eng. Dit was als drugs, net een stap te ver, te lekker, je had het gevoel de grenzen te verliezen. Nou had ik al eens geschreven over 2-takt, en daar kwam ik nog een keer op terug.

Mijn vader ging weer motor rijden met een Jawa 350 Californian, waarom dat ding zo heette is een wonder. Er moest het een en ander aan gebeuren, en ik vroeg mijn Pa of ik het blok op mocht voeren. “Nee”, was zijn antwoord. Na enige overtuiging mocht ik hem optimaliseren, niet opvoeren, en alles moest in evenwicht. Dus koppen en zuigers gepolijst, zelf gemaakte dunne koppakkingen, aan de inlaatkant de zuigers wat verkort voor betere opname. Dan nog wat meer werveling in de inlaatpoorten en de uitlaatpoorten vergroot en gepolijst. Het mengsel wat beter afstellen en dan de uitlaten wat netter afgesteld. Na een paar weken zei mijn Pa dat hij niet veel merkte van mijn werk, dus wilde ik de Jawa eens proberen. De Jawa startte met een rustig, truttig en zielig brommer prutteltje, maar ging lekker op het gas. Helm op en pak aan, en gaan. Straat uit in zijn 1, een beetje gas bij en ik zie het voorwiel in mijn vizier, in zijn 2 gas flink bij en weer op het achterwiel, zelfs in zijn 3!

Ik had een monster gecreëerd en kreeg bij terugkomst enkel een schalks lachje.

Wil je alle verhalen van Bart Meijer op onze site lezen? Ga naar:
//ikzoekeenmotor.nl/tag/bart-meijer/

Een BMW voor patsers?

Het is tijd voor motorverhaal 7 van Bart Meijer (Facebook). Bart geeft ons als gastblogger een kijkje in zijn jongere motor-jaren. Bart Meijer (LinkedIn) woont op een boerderij in Kroatië, heeft passie voor motoren, weet veel over vergeten groenten en luistert naar zijn hart.

Een BMW voor mensen met veel zakgeld?

Al in mijn jonge jaren, had ik het idee dat BMW motorfietsen voor mensen waren die of bij de politie zaten, of te veel zakgeld hadden. Geen van beiden had ik veel mee. En ik was natuurlijk een echte biker, die in weer en wind reed, dus ja, niet alleen een mooi weer rijder. BMW rijders, dat was “niet ons soort volk”, en leek wat verheven boven ons. Of voelde ik me ondergeschikt? Geen idee, het is zo lang geleden.

Mijn vrouw wilde toeren, en de kids konden  stoer op de motor mee naar school.

Nu ik het zo opschrijf, besef ik dat het niet helemaal klopte, van dat teveel zakgeld. Er was een man in ons dorp die dagelijks op de motor naar zijn werk reed, en geen last van files had. Die man maakte echt probleemloos veel kilometers, op een BMW motorfiets waar je alleen van kon dromen als je veel geld had. Ik zelf reed op alles wat vooruit kwam, onder andere de Honda CB550 four, Kawasaki ltd 305, Suzuki Katana, Honda GL500 Silverwing en natuurlijk de Honda Cub waar ik een vorige keer over schreef. En, nee dus geen Harley want dat was te duur en naar anderen luisterend, te veel gesleutel, en dus zeker niet op een BMW. Ik had toen een beetje het idee van de BMW rijder, wat men ook vaak heeft over de BMW autorijder. En de Harley rijder, dat was een sleutelaar. Sleutelen is niet erg, echt niet, maar ik wil af en toe ook wel eens rijden.

Hier een foto van een Reliant Robin, bron foto Wikipedia, Joost J. Bakker.

Op een gegeven moment, was de Reliant Robin waar ik mee reed, kapot. Ik had een blok opgeblazen waarover ik later een keer meer schrijf. Maar ik moest vervoer hebben. Wat was alles wat er die winter te koop stond wat betaalbaar was? Je raadt het al, het was een BMW! Een BMW K75RT, een ex-politie motor met 178.000 km op de teller en diepgevroren in de nacht toen het even onder de -20 was.
Toen ik kwam kijken in 2010, moest de man hem uit de sneeuw graven terwijl hij stond te ratelen dat hij niet geloofde dat ik dat ding nu wilde proberen. Maar de motor liep meteen als een zonnetje. Overigens wel na het ontdooien van het contactslot met een vlammetje onder de sleutel wat me deed denken aan de donkere hoeken van Rotterdam centraal. We gingen een stukje rijden bij -14, ik was verkocht. Ik betaalde en reed er mee naar huis.

Echt hé, was ik dan altijd zo’n kortzichtig boertje dat ik niet verder keek dan het dorp? Het was alsof ik thuis kwam, de vorst deerde me niet, het voelde luxe, veilig en strak. Wat een wegligging en vermogen ondanks dat het een groot ding was, een geweldenaar, zelfs in de sneeuw.

De schaamte voorbij en een leermomentje verder, genoot ik van die motor, maar toen wilde iedereen opeens mee. Mijn vrouw, maar de kinderen ook. En tja, laat nou zo’n politie motor maar voor één persoon zijn. “Kan je er geen gewoon zadel opzetten en dat rare kontje er af halen?” zei mijn vrouw. Ik zag de kans schoon om te zeggen dat we er dan maar een andere bij moesten nemen. Want ja, zo’n buddy en kontje vervangen was natuurlijk erg veel werk haha.

Er kwam er snel nog een, een blauwe met verstelbare ruit, die ietsje luxer was en waar je met zijn tweeën op kon. Mijn vrouw wilde toeren, en de kids konden  stoer op de motor mee naar school. Tja, dan rijd je opeens zo 60.000 km per jaar weg, op 2 motoren om en om. Het onderhoud was verbazend simpel, en er hoefde maar weinig te gebeuren. Ja, ik was om, voor mij alleen nog maar Reliant en BMW.

Waarom beginnen met motorrijden?

Dit leuke artikel kwamen we tegen op Motor2Go, het snelstgroeiende motoroccasion platform. De schrijver gaat terug naar de tijd dat hij als jochie achterin de auto bij zijn pa zat, en geeft antwoord op de vraag: “Waarom beginnen met motorrijden?” 

 

r4hWCcKASYClQq6U.jpeg

Zittend op m’n knietjes en m’n ellebogen steunend op de hoedenplank zit ik op de achterbank van m’n vaders auto. 

Ver achter ons zie ik het licht van een enkele koplamp opdoemen, dat licht komt snel dichterbij en schijnt steeds brutaler door de achterruit terwijl het schaduwen tovert op de bekleding van de auto. Dan zwenkt het licht naar rechts weg en voel ik hoe de achterdeur, waar ik tegenaan leun, begint te trillen onder het gebrul van de motor die ons inhaalt.

Voor mijn vader blijkt het een minder fijne ervaring. Waarschijnlijk zat mijn hoofd in de weg van z’n spiegeltje of zo, in ieder geval, hij had die motor never nooit zien aankomen en hij ging behoorlijk van z’n kleur af toen dat gebulder langszij kwam.

Hoe je het ook wilt bekijken; we hadden beiden op hetzelfde moment een imponerende ervaring waar onze harten sneller van gingen kloppen.

Dat wil ik ook!

Waarom beginnen met motorrijden? 

Nou, in mijn beleving werden we ingehaald door een superheld die net uit een spannend jongensboek was gesprongen. Volgens m’n vader werden we ingehaald door een patser op wielen. Ik heb rustig gewacht tot paps weer kleur op z’n wangen had en hem toen voorzichtig gevraagd wat ‘patser’ betekende.

Bij mij was het zaadje geplant. Als ik eraan terugdenk, is het eigenlijk zo dat ik vanaf de achterbank van een auto een motorrijder ben geworden. 

1675865614.jpg

Alles maar dan ook alles wilde ik vanaf dat moment weten over motoren, van Fat Boys tot Super Sport. Lucht of watergekoeld, ketting, snaar of cardan, kleppen of spoelpoorten. Mijn levensstijl veranderde, ik wilde alleen nog maar leren jackets en flamboyante sjaaltjes waar het logo van mijn, op dat moment, favoriete motorfiets duidelijk te zien was.

Lopend reed ik motor, fietsend reed ik motor, achter een boodschappenkarretje, ik reed motor! 

De dag dat ik mijn eerste motor startte,
kreeg ik een kick
die tot op de dag van vandaag
onveranderd voelbaar is.

Op de vraag “Waarom beginnen met motorrijden?” kan ik niet zomaar één antwoord bedenken. Voor de een is het een vervoermiddel tussen huis en werk. Voor de ander is het af en toe een ritje op kronkelige wegen, weer anderen rijden motor omdat het goedkoper is dan een auto of het openbaar vervoer. 

Wat de reden ook is, we delen allemaal hetzelfde gevoel. Motorrijden is vrijheid voor het individu en verbondenheid met elke andere rijder, waar op de wereld je ook bent.

Motorrijden is een levensstijl. 

Wil je meer tips, tricks en blogposts van Motor2Go lezen?
Ga dan naar:  //motor2go.nl/blog

Een Reliant Robin 3 wieler, wat moet je daar nou mee?

Vandaag publiceren we motorverhaal 5 van Bart Meijer (Facebook).  Bart geeft ons als gastblogger een kijkje in zijn jongere motor-jaren. Bart Meijer (LinkedIn) woont op een boerderij in Kroatië, heeft passie voor motoren, weet veel over vergeten groenten en luistert naar zijn hart.

“In mijn eerste blog hier, over de Honda Cub C90 had ik al verteld dat ik ooit een Reliant kreeg, terwijl ik genoot van mijn motor met warme kuip.

Ja, daar sta je dan, te kijken naar een Reliant Robin 3 wieler die je van iemand krijgt omdat je zo zielig altijd motor reed bij weer en wind, zelfs in de winter. Ik heb natuurlijk iets gezegd in de zin van: “O, wat geweldig, super bedankt” Maar je kunt je vast mijn
verbazing en verwondering voorstellen, want wat moet je met zo’n ding? Hij moest opgehaald worden uit Stolwijk, want rijden deed hij niet. Zou hij dat ooit weer gaan doen?

Eenmaal thuis met de zielige driewieler, kreeg ik na 20 rondjes er om heen, deurtjes en motorklepje open en dicht, wel affectie voor het malle ding.

Een motor met zijspan, volgens de papieren….

met dak, deuren en verwarming. Ja, dan maar met handen maat 11 in een motorruimte ter grootte van een wastobbe een 4 cilinder
0,85 liter 4-takt motor afstellen. Deze had klepjes van het formaat van mijn duimnagel, en een constant vacuüm carburateur met verstelbare sproeier, die ik moest inregelen en smeren. Het elektra gedeelte van het merk Lucas was de grootste uitdaging, het ding had zelfs contactpuntjes als die van mijn oude Kreidler. Nou herinnerde ik me, dat in mijn lagere school tijd er ook iemand in het dorp rondreed met zo’n ding, en er altijd lacherig over werd gedaan. Een invalide wagentje, dachten we. Niets was minder waar, na reparatie bleek die 3-wieler een schrikbarend pittig karretje waarmee je graag
hard remde voor de bochten. Na een paar keer een fout te maken om te remmen in de bocht en dan wel op twee wielen te rijden, herinnerde ik mijn de woorden van mijn rij-instructeur: “Voor de bocht remmen en schakelen, en in de bocht GAS!”

Ja dat trok lekker, met achterwielaandrijving die dan lekker grip kreeg op het asfalt, en soms ging dat wat driftend de bocht door. Spelen met dat ding ! Nieuwe schrokbrekers voor en achter, lekkere zachte 10 inch bandjes, en het reed geweldig makkelijk 120 plus en het lag strak op de weg als je in de bocht gas gaf. Na geleerd te hebben de Reliant Robin 850 te tunen, had ik opeens geen 40 paardenkrachten, maar wel 52 op een gewicht van 395 kg. Een sportwagen in vermomming, eigenlijk een zijspanmonster met dak, deuren en verwarming waar je heerlijk mee kon driften, maar ook zeer zuinig mee kon rijden.

De Silverwing werd steeds minder interessant, want die verbruikte meer en ik moest veel voor het werk rijden, dus ging die naar een andere liefhebber. En als het dan echt flink vriest, word je samen met een vriend die ook voor de Reliant Robin gevallen was, echt dapper. Wij gaan het ijs op, hij eerst! Dit ging me bijna te ver, toen ik ook maar het ijs op ging zat mijn hart in de keel. Nou had ik wel eerder veel gespeeld met het malle 3-wielertje op sneeuw, maar onder dit koude spul zat een plons water. Beste lezers, dit was geweldig! Als een kind glijden over ijs, proberend niet de wal te raken, hadden we echt vreselijke lol. Voor een mooie foto zetten we een van de ijsrijders op een brug en 1 er onder, en terwijl ik de
camera afstel komt er gekraak dichterbij.

Met open monden kijken mijn vriend en ik naar een Volkswagen Golf, die op weg rijd naar verder en vergeten we die te fotograferen.”

Wil je alle verhalen van Bart Meijer op onze site lezen? Ga naar:
//ikzoekeenmotor.nl/tag/bart-meijer/

Van kaal naar kuip, Bart zijn eerste motoren

We lezen motorverhaal 2 van Bart Meijer (Facebook).  Bart gaat ons als gast blogger een kijkje geven in zijn jongere motor-jaren. Bart Meijer (LinkedIn) woont op een boerderij in Kroatië, heeft passie voor motoren, weet veel over vergeten groenten en luistert naar zijn hart.

Mijn eerste motor (na het behalen van mijn motorrijbewijs), was een Kawasaki LTD 305 choppertje. Grappig fietsje al leek het wel erg op mijn les motor. Lekker niet meer achterom kijken omdat ik het papiertje had.
Eerder had ik al gereden op een Honda CB550 four, een geweldig ding die ik had weg gedaan aan een liefhebber, want rijden zonder rijbewijs was niet wijs. Zolang die in de schuur stond, lokte het
stiekem rijden me te veel.

Bart Meijer: “Mijn eerste motor was een Kawasaki LTD 305 choppertje.”

Toen ik mijn papiertje wel had, had ik heimwee, maar kocht wijs een zuinig motortje. Ondanks dat deze motorfiets niet snel was, en met het ruitje toch best wel koud, reed ik er dapper op rond door wind en weer, zelfs in de winter. Dikke winter overalls hielpen wel wat, behalve tegen het nat. Jakkes zo erg om met een nat kruis op het werk te komen. Het ding bracht me trouw waar ik gaan wilde, zonder gesputter en gedoe, maar het bleef een ding. Er zat voor mij geen ziel in, het was een vervoersmiddel. Opvallend, deze motor was helemaal niet zuinig maar wel betrouwbaar, stuurde heerlijk en gleed door de bochten.

Op weg naar mijn vriendin moest ik altijd over de Moerdijkbrug, dat was niet lekker. Niet de wind, of het water over de reling, maar het asfalt maakte die brug eng. Langs-sporen in het asfalt maakte dat het fietsje ging zwalken alsof je achterwiel naast je kont zat, dan links en dan rechts. Nee, van die brug kreeg ik het aan mijn eigen kleppen. Een keer, op de weg terug naar Dordrecht ging iemand mij lopen vervelen met zijn auto omdat ik niet snel genoeg was of zo. Het was net de in aanloop naar de Moerdijkbrug op dat enge asfalt ging de auto bestuurder mij nog verder lastig vallen. Dit was niet grappig meer. Opeens hoor ik grote klappen van andere motoren, een groepje bikers van een motorclub met dikke fietsen kwamen me te hulp, een paar van hen dwongen de auto naar de eerste baan en gebaarden hem normaal te doen. Na de brug namen ze de eerste afslag en staken ze hun hand omhoog als groet. Ik voelde mij gezien en merkte dat ik er met mijn kleine motorfiets toch bij hoorde !

Het fietsje zoop steeds meer als een ketter, niet normaal. Alles mooi afstellen, synchroniseren en nieuwe olie, het hielp geen moer. Op een mooie, zonnige dag, zouden mijn vriendin en ik naar een festival in Den Haag gaan. Van de snelweg af, eerste afslag, wilde ik even stoer klapperen met dat ding, en gaf flink gas. Er ging wat vliegen, niet wij, maar de riem.

“… met het onwillige ding op de aanhanger…”

Je kunt mijn stemming wel bedenken, diep bedroeft en pisnijdig. Weer thuisgekomen, met het onwillige ding op een aanhanger, kwam ik er achter dat die riem wel erg duur was. Een tijdje zoeken later kwam ik er achter dat een kettingset goedkoper was dan een riem, dus dat zette ik er dan maar op.

Opeens rijdt het motortje ruim 1:23, leuk, maar ik was het huppeltrutje zat. Snel verkocht, en weg er mee. Een jonge vrouw kwam hem kopen, met liefde in haar ogen, voor de in mijn ogen
minderwaardige motor die me toch al vele kilometers trouw gedragen had. Voor een paar knaken gaf ik het ding mee, zonder enige spijt aan een zeer blije vrouw.

Mijn oog viel op mijn pa’s Honda CX500, leuke fiets met cardan-aandrijving, geen snaar, ketting of onderhoud, en er is ook een model met kuip, de Silverwing.

Moest ik van kaal naar kuip?