Het is tijd voor motorverhaal 7 van Bart Meijer (Facebook). Bart geeft ons als gastblogger een kijkje in zijn jongere motor-jaren. Bart Meijer (LinkedIn) woont op een boerderij in Kroatië, heeft passie voor motoren, weet veel over vergeten groenten en luistert naar zijn hart.
Een BMW voor mensen met veel zakgeld?
Al in mijn jonge jaren, had ik het idee dat BMW motorfietsen voor mensen waren die of bij de politie zaten, of te veel zakgeld hadden. Geen van beiden had ik veel mee. En ik was natuurlijk een echte biker, die in weer en wind reed, dus ja, niet alleen een mooi weer rijder. BMW rijders, dat was “niet ons soort volk”, en leek wat verheven boven ons. Of voelde ik me ondergeschikt? Geen idee, het is zo lang geleden.

Nu ik het zo opschrijf, besef ik dat het niet helemaal klopte, van dat teveel zakgeld. Er was een man in ons dorp die dagelijks op de motor naar zijn werk reed, en geen last van files had. Die man maakte echt probleemloos veel kilometers, op een BMW motorfiets waar je alleen van kon dromen als je veel geld had. Ik zelf reed op alles wat vooruit kwam, onder andere de Honda CB550 four, Kawasaki ltd 305, Suzuki Katana, Honda GL500 Silverwing en natuurlijk de Honda Cub waar ik een vorige keer over schreef. En, nee dus geen Harley want dat was te duur en naar anderen luisterend, te veel gesleutel, en dus zeker niet op een BMW. Ik had toen een beetje het idee van de BMW rijder, wat men ook vaak heeft over de BMW autorijder. En de Harley rijder, dat was een sleutelaar. Sleutelen is niet erg, echt niet, maar ik wil af en toe ook wel eens rijden.

Op een gegeven moment, was de Reliant Robin waar ik mee reed, kapot. Ik had een blok opgeblazen waarover ik later een keer meer schrijf. Maar ik moest vervoer hebben. Wat was alles wat er die winter te koop stond wat betaalbaar was? Je raadt het al, het was een BMW! Een BMW K75RT, een ex-politie motor met 178.000 km op de teller en diepgevroren in de nacht toen het even onder de -20 was.
Toen ik kwam kijken in 2010, moest de man hem uit de sneeuw graven terwijl hij stond te ratelen dat hij niet geloofde dat ik dat ding nu wilde proberen. Maar de motor liep meteen als een zonnetje. Overigens wel na het ontdooien van het contactslot met een vlammetje onder de sleutel wat me deed denken aan de donkere hoeken van Rotterdam centraal. We gingen een stukje rijden bij -14, ik was verkocht. Ik betaalde en reed er mee naar huis.
Echt hé, was ik dan altijd zo’n kortzichtig boertje dat ik niet verder keek dan het dorp? Het was alsof ik thuis kwam, de vorst deerde me niet, het voelde luxe, veilig en strak. Wat een wegligging en vermogen ondanks dat het een groot ding was, een geweldenaar, zelfs in de sneeuw.
De schaamte voorbij en een leermomentje verder, genoot ik van die motor, maar toen wilde iedereen opeens mee. Mijn vrouw, maar de kinderen ook. En tja, laat nou zo’n politie motor maar voor één persoon zijn. “Kan je er geen gewoon zadel opzetten en dat rare kontje er af halen?” zei mijn vrouw. Ik zag de kans schoon om te zeggen dat we er dan maar een andere bij moesten nemen. Want ja, zo’n buddy en kontje vervangen was natuurlijk erg veel werk haha.
Er kwam er snel nog een, een blauwe met verstelbare ruit, die ietsje luxer was en waar je met zijn tweeën op kon. Mijn vrouw wilde toeren, en de kids konden stoer op de motor mee naar school. Tja, dan rijd je opeens zo 60.000 km per jaar weg, op 2 motoren om en om. Het onderhoud was verbazend simpel, en er hoefde maar weinig te gebeuren. Ja, ik was om, voor mij alleen nog maar Reliant en BMW.