Tag archieven: gastcolumn

Zonder motorrijbewijs?

Een duur rijbewijs, en of het een onsje meer mag zijn?

Dit is de titel van motorverhaal 9 van Bart Meijer (Facebook). Bart geeft ons als gastblogger een kijkje in zijn jongere motor-jaren. Bart Meijer (LinkedIn) woont op een boerderij in Kroatië, heeft passie voor motoren, weet veel over vergeten groenten en luistert naar zijn hart.

Ja ja, ik beken het!

Ik heb tijden rondgereden zonder rijbewijs, toen ik nog jong en onbezonnen was. Maar ja, ik reed op de brommer ook al veel te hard, goede smoes, van een jong ventje, dacht ik vroeger.

Toen ik eenmaal een vriendin kreeg in het verre Brabant, begon het papiertje me wel wat te lijken. Eerst theorie, en dat viel tegen…
Met klotsende oksels deed ik het eerste examen, en was gelijk geslaagd. Dus daarna kwam het motorrijden, als zeer ervaren brommer rijder viel dat mee. Na maar 4 lessen viel er opeens een plaatsje vrij voor een examen, en meneer dacht dat ik dat wel kon.

Ik mocht de motor ‘s morgens ophalen, de hele dag rijden en om 3 uur examen doen. Het was feest in het dorp, het werd laat en dus moest er uitgeslapen worden. Net fris rond 12 uur midden op de volgende dag ga ik dat motortje maar eens halen. Zonder pak en met instappertjes loop ik even erheen. Alles wat er nog staat is een motor met een flink lekke achterband. Lek als in leeg, niets mee te doen.

Zenuwachtig en boos, bel ik de instructeur en hij vertelt : ”Ga maar naar Kats bromfiets service en laat hem daar maken!“

Ik rijd zwabberend naar Kats, die probeert alles, maar hij heeft de spullen niet. Hij kan hem alleen maar volspuiten met schuim, een busje of 3 en nog eentje meer. Na 20 minuten, het sneeuwde langzaam al zachtjes, was de band nog hard en kon ik naar het examen. Ik moest naar Bergen op Zoom, en had geen tijd meer voor pak en laarzen.  Als een bikkel reed ik erheen. Ik slaagde niet, want was niet voor het examen gekleed, trilde, en was iets te laat. Uitleg wilde de man niet horen. Als troostprijs mocht ik de motor weer naar Dinteloord rijden.

De instructeur bood het volgende examen gratis aan en een paar extra lessen, erg aardig en dat deed ik natuurlijk. Gekleed in pak en met goede laarzen slaagde ik 4 weken later voor een erg goedkoop rijbewijs.

Jaren later had ik de Reliant Robin 3-wieler [link] waar ik met mijn motor rijbewijs mee mocht rijden. Maar de rijbewijzenwet 1994 werd veranderd, ingaande 1 juli 1996 werd de Reliant Robin auto voor een B rijbewijs, niet meer voor de motor rijders. Door onder andere de Reliant Club Nederland en andere clubs werd er protest aangetekend. Uiteindelijk werd er een overgangs-wet gemaakt, voor uitzonderlijke mensen zoals ik, door ze een rijbewijs B-79 (3-w motorrijtuig <400kg) te geven. Deze wet kostte maar liefst 350 miljoen euro, en het rijbewijs B-79 (3-w motorrijtuig <400kg) is rond de 100 keer uitgedeeld. Dus mijn gratis B-79 rijbewijs kostte de staat ca 3,5 Miljoen Euro!

De Reliant Robin, een foto van Joost J. Bakker, via Wikipedia.

Europa vond dit niet zo leuk, Nederland werd terug gefloten. Ik mocht mijn B rijbewijs houden, en in de EU met auto rijden, behalve in Nederland. De Reliant Robin 3-wieler werd weer voor de motor rijders. Natuurlijk moest er weer een uitzondering komen, want wat nou met de auto rijders die op een trike reden of met een Reliant met een B-rijbewijs? Dus toen kwam de uitzondering: “Heeft u een gemotoriseerde driewieler (zoals een trike of motorscooter) en mocht u vóór 19 januari 2013 daarop rijden met uw rijbewijs B? Dan mag u daarmee doorgaan.” Begrijpt u het niet, bel het CBR, die weten het waarschijnlijk ook niet. . .

Maar van Nederland moest mijn auto onder de 400 kg zijn, en nee, geen onsje meer.

Hans Viveen; over dijkjes en motoren

Trouwe lezer, motorfanaat en natuurfotograaf Hans Viveen liet van de week zijn BMW K75 weer eens uit en schreef ons dit verhaal.

De motor spinde als een katje, de driecilinder gaf duidelijk aan er zin in te hebben, net als zijn baasje. Dijkjes pikken, alleen, rustig toerend en alles binnen de snelheid en geluidsgrenzen. Lekker rustig en genietend van de mooie omgeving. Ik kom op de dijkjes veel mensen tegen die nog steeds afkeurend naar mij en mijn motorfietsje kijken. Waarom doen ze dat ? Enkel en alleen om het feit dat ik een motorrijder op zo’n oud stuk ijzer ben ?

Ik ben mij bewust van de problemen die omwonenden ervaren door grote groepen motorrijders die elk weekend de gelegenheid te baat nemen om zich eens lekker uit te leven en heerlijk met elkaar de mooie dijkjes bevolken. Een enkeling misdraagt zich bij het rijden op zo’n dijkje en wanneer ikzelf langs zo’n dijk zou wonen en hoor de gehele dag een flink kabaal waarbij zelfs 100+ snelheden gebruikt worden, kan ik mij eventueel iets voor gaan stellen. Ik gedraag mij, ben tenslotte oud en wijs geworden door ook jong en dom te zijn geweest.

Dijkjes dienen open te blijven om er met een motorfietsje van te genieten, ik ga daar zeker mijn best voor doen door mijn snelheid aan te passen, de originele uitlaat origineel te houden en rekening met het overige verkeer te houden. Een welwillend knikje of een duim omhoog van mensen die langs zo’n dijkje wonen doet wonderen; er is hoop dat de soms getergde mensen ook zien dat de meeste motorrijders zich wel aan de hedendaagse normen houden en er niet rijden om de mensen te pesten of iets dergelijks. De supersnelle rijders hebben een optie; het circuit. Een circuit wat echter ook onderhevig is aan de geluidswal die ons door het Rijk opgelegd is. De DB-killers moeten uit de kast, het geluid zal ooit een keer verstommen,  jammer !

Jammer ? Maar je hebt net een hele preek gehouden over hoe het dan wel zou moeten ? Roomser dan de Paus ? Nee, niet roomser dan een lieveheersbeestje. Ook ik kan genieten van een Honda CBX 6-cilinder met een open uitlaat,……. een GT 750 met een snerpende expansie uitlaat, een Norton Commando met van die lekkere deeptone Dunstall’s, de Harley’s met hun heerlijke doffe klappen. Ieder merk en elk motorgeluid zit in mijn DNA, kippenvel wanneer ik genoemde motoren langs hoor brullen of zich jankend naar de TT banen, soms zelfs een tikkie emotioneel. Of dat nog kan anno 2023 is echter zeer de vraag. Ik kan en wil er geen standpunt over innemen, ga er ook geen oeverloze discussies over aan, zeker niet in deze tijd waarin iedereen het gelijk aan zijn kant wil hebben of het wenst te krijgen. Wat ik wel weet is dat wanneer ik een knikje of een duimpje van een dijkbewoner krijg dat ik er mijn best voor heb gedaan. Wat een ander doet,…… daar ga ik niet over.

Terug naar de K75, door sommige een ouwe-lullen motor genoemd, maar daar laat deze oldtimer zich niet door leiden. De motor starten, in beweging zetten en vanaf de eerste meters GENIETEN. Niet omdat ik hard ga met de motor maar omdat ik motor rijd, het beleef, het inhaleer als een levenselixer. Hij ziet er niet flitsend uit maar oerdegelijk en brengt mij heerlijk spinnend van huis naar waar ik wat rubber neer wil leggen.

Het zonnetje schijnt en volkomen relaxed verschijnt opeens 100.000 op de teller van de BMW, dat zat er al zo’n 99.999 kilometer geleden aan te komen ! Dat ik dat als derde/vierde (?) eigenaar van deze K75 mee mag maken is toch wel bijzonder, ook al heb ik daar maar een zandkorreltje op deze afstand aan bijgedragen. Er zullen nog heel wat kilometers volgen, daar ben ik van overtuigd, als we de gezondheid maar mogen behouden moet dat gewoon gaan lukken, anders doet de volgende eigenaar maar weer wat in het zakje !

De motor heeft mij gisteren wederom mooie dingen laten zien, wegen en dijkjes die op het netvlies gebrand staan en tijdens mijn 100 kilometer tripje bevestigd werden; Nederland is mooi ! Hij gaf echter ook aan dat hij/zij een beetje aan het lonken is naar nieuwe wegen, door mij onontdekte vergezichten, grote hoogtes of van mensen vervreemde dorpjes. Natuurschoon en ontdekken, mensen ontmoeten of puur kilometers melken, ik weet nog niet wat mij te doen staat of wat er van terecht gaat komen. Wat ik wel weet dat ik ooit met motorrijden begon en dat ik dat nog jaren zal blijven doen. In mijn uppie ? Nah, ik sta open voor elk motorritje met ongeacht welke motorvriend dan ook. Ik vraag echter maar één ding….. wederzijds respect, alleen dan kunnen we nog heel lang genieten van onze zingende wielen ! De wereld is van iedereen.

Een motor met een brommer geluid?

Jawel, motorverhaal 8 van Bart Meijer (Facebook). Bart geeft ons als gastblogger een kijkje in zijn jongere motor-jaren. Bart Meijer (LinkedIn) woont op een boerderij in Kroatië, heeft passie voor motoren, weet veel over vergeten groenten en luistert naar zijn hart.

Een motor met brommer geluid?

Ik ben altijd wel van het ‘stille’ geweest met motoren, brullen hoeft van mij niet, en ook het excuus ‘raw power’ is van een eeuw of 2 geleden. Ik hou overigens wel van racen, janken en hoge toeren zodat je achterband nog harder in het asfalt bijt terwijl het stuur licht word. Dat je de cadans van bochten in en uit, bijna dansend neemt, dat is mijn ding.

In de tijd dat ik mijn Silverwing had én de Reliant, mocht ik van de vriend met de Reliant, zijn Honda 2-takt NS400R een paar keer proberen. Ik had er veel over gehoord en vaak naar gekeken, en die vriend had er het een en ander van een NSR500 voor geregeld, met het speciale uitlaatsysteem. ‘Hoe’, dat is de vraag, zoiets regel je niet zomaar toch?

Het monstertje had zoals de grand prix machine twee uitlaten in het zadelkontje en één aan de rechterkant. Jawel, 3 cylinder 2-takt, een licht rokende motor met een vermogen waar je eng van werd. De eerste keer dat ik er mee reed, was erg verbazend, messcherp sturend de kronkelende dijkjes over van de Alblasserwaard. Het voelde zo precies en strak aan, dat je werkelijk kon dansen
naar de maan.

“Ga er maar eens mee spelen alsof het een crossmotor is, meer op de koppeling en de toeren”, zei mijn vriend. Boven de 6400 toeren komen, spelend met de koppeling, en dan eens echt gas geven. Bij de start, gaf de Honda zo’n truttig en zielig brommer geluidje, maar raak het gas aan en het hakt er in als drie crossmotoren. Warm gedraaid, ging ik de Schoordijk op waar ik ooit het snelheidsrecord haalde met mijn getunede Honda CB550F. Zo haalde ik in 100 meter de 6500 toeren. Alsof ik een enorme schop in mijn achterste
kreeg, gingen de uitlaten open, jankten de toeren en de snelheid omhoog. Snel moest ik voor de eerste bocht remmen. Messcherp, gierend en stabiel sneed de motor de bocht in, te precies
en daarom te eng. Het gas kon er niet meer af, strak de smalle bochtjes door met een gruwelijke snelheid, gaf de Honda haar grenzen niet aan, alsof ze er niet waren.

Nog 1 keer heb ik er op gereden, het vermogen kon niet op, onbegrensd genot en vermogen maakte het gevaarte eng. Dit was als drugs, net een stap te ver, te lekker, je had het gevoel de grenzen te verliezen. Nou had ik al eens geschreven over 2-takt, en daar kwam ik nog een keer op terug.

Mijn vader ging weer motor rijden met een Jawa 350 Californian, waarom dat ding zo heette is een wonder. Er moest het een en ander aan gebeuren, en ik vroeg mijn Pa of ik het blok op mocht voeren. “Nee”, was zijn antwoord. Na enige overtuiging mocht ik hem optimaliseren, niet opvoeren, en alles moest in evenwicht. Dus koppen en zuigers gepolijst, zelf gemaakte dunne koppakkingen, aan de inlaatkant de zuigers wat verkort voor betere opname. Dan nog wat meer werveling in de inlaatpoorten en de uitlaatpoorten vergroot en gepolijst. Het mengsel wat beter afstellen en dan de uitlaten wat netter afgesteld. Na een paar weken zei mijn Pa dat hij niet veel merkte van mijn werk, dus wilde ik de Jawa eens proberen. De Jawa startte met een rustig, truttig en zielig brommer prutteltje, maar ging lekker op het gas. Helm op en pak aan, en gaan. Straat uit in zijn 1, een beetje gas bij en ik zie het voorwiel in mijn vizier, in zijn 2 gas flink bij en weer op het achterwiel, zelfs in zijn 3!

Ik had een monster gecreëerd en kreeg bij terugkomst enkel een schalks lachje.

Wil je alle verhalen van Bart Meijer op onze site lezen? Ga naar:
//ikzoekeenmotor.nl/tag/bart-meijer/

Een BMW voor patsers?

Het is tijd voor motorverhaal 7 van Bart Meijer (Facebook). Bart geeft ons als gastblogger een kijkje in zijn jongere motor-jaren. Bart Meijer (LinkedIn) woont op een boerderij in Kroatië, heeft passie voor motoren, weet veel over vergeten groenten en luistert naar zijn hart.

Een BMW voor mensen met veel zakgeld?

Al in mijn jonge jaren, had ik het idee dat BMW motorfietsen voor mensen waren die of bij de politie zaten, of te veel zakgeld hadden. Geen van beiden had ik veel mee. En ik was natuurlijk een echte biker, die in weer en wind reed, dus ja, niet alleen een mooi weer rijder. BMW rijders, dat was “niet ons soort volk”, en leek wat verheven boven ons. Of voelde ik me ondergeschikt? Geen idee, het is zo lang geleden.

Mijn vrouw wilde toeren, en de kids konden  stoer op de motor mee naar school.

Nu ik het zo opschrijf, besef ik dat het niet helemaal klopte, van dat teveel zakgeld. Er was een man in ons dorp die dagelijks op de motor naar zijn werk reed, en geen last van files had. Die man maakte echt probleemloos veel kilometers, op een BMW motorfiets waar je alleen van kon dromen als je veel geld had. Ik zelf reed op alles wat vooruit kwam, onder andere de Honda CB550 four, Kawasaki ltd 305, Suzuki Katana, Honda GL500 Silverwing en natuurlijk de Honda Cub waar ik een vorige keer over schreef. En, nee dus geen Harley want dat was te duur en naar anderen luisterend, te veel gesleutel, en dus zeker niet op een BMW. Ik had toen een beetje het idee van de BMW rijder, wat men ook vaak heeft over de BMW autorijder. En de Harley rijder, dat was een sleutelaar. Sleutelen is niet erg, echt niet, maar ik wil af en toe ook wel eens rijden.

Hier een foto van een Reliant Robin, bron foto Wikipedia, Joost J. Bakker.

Op een gegeven moment, was de Reliant Robin waar ik mee reed, kapot. Ik had een blok opgeblazen waarover ik later een keer meer schrijf. Maar ik moest vervoer hebben. Wat was alles wat er die winter te koop stond wat betaalbaar was? Je raadt het al, het was een BMW! Een BMW K75RT, een ex-politie motor met 178.000 km op de teller en diepgevroren in de nacht toen het even onder de -20 was.
Toen ik kwam kijken in 2010, moest de man hem uit de sneeuw graven terwijl hij stond te ratelen dat hij niet geloofde dat ik dat ding nu wilde proberen. Maar de motor liep meteen als een zonnetje. Overigens wel na het ontdooien van het contactslot met een vlammetje onder de sleutel wat me deed denken aan de donkere hoeken van Rotterdam centraal. We gingen een stukje rijden bij -14, ik was verkocht. Ik betaalde en reed er mee naar huis.

Echt hé, was ik dan altijd zo’n kortzichtig boertje dat ik niet verder keek dan het dorp? Het was alsof ik thuis kwam, de vorst deerde me niet, het voelde luxe, veilig en strak. Wat een wegligging en vermogen ondanks dat het een groot ding was, een geweldenaar, zelfs in de sneeuw.

De schaamte voorbij en een leermomentje verder, genoot ik van die motor, maar toen wilde iedereen opeens mee. Mijn vrouw, maar de kinderen ook. En tja, laat nou zo’n politie motor maar voor één persoon zijn. “Kan je er geen gewoon zadel opzetten en dat rare kontje er af halen?” zei mijn vrouw. Ik zag de kans schoon om te zeggen dat we er dan maar een andere bij moesten nemen. Want ja, zo’n buddy en kontje vervangen was natuurlijk erg veel werk haha.

Er kwam er snel nog een, een blauwe met verstelbare ruit, die ietsje luxer was en waar je met zijn tweeën op kon. Mijn vrouw wilde toeren, en de kids konden  stoer op de motor mee naar school. Tja, dan rijd je opeens zo 60.000 km per jaar weg, op 2 motoren om en om. Het onderhoud was verbazend simpel, en er hoefde maar weinig te gebeuren. Ja, ik was om, voor mij alleen nog maar Reliant en BMW.

Waarom beginnen met motorrijden?

Dit leuke artikel kwamen we tegen op Motor2Go, het snelstgroeiende motoroccasion platform. De schrijver gaat terug naar de tijd dat hij als jochie achterin de auto bij zijn pa zat, en geeft antwoord op de vraag: “Waarom beginnen met motorrijden?” 

 

r4hWCcKASYClQq6U.jpeg

Zittend op m’n knietjes en m’n ellebogen steunend op de hoedenplank zit ik op de achterbank van m’n vaders auto. 

Ver achter ons zie ik het licht van een enkele koplamp opdoemen, dat licht komt snel dichterbij en schijnt steeds brutaler door de achterruit terwijl het schaduwen tovert op de bekleding van de auto. Dan zwenkt het licht naar rechts weg en voel ik hoe de achterdeur, waar ik tegenaan leun, begint te trillen onder het gebrul van de motor die ons inhaalt.

Voor mijn vader blijkt het een minder fijne ervaring. Waarschijnlijk zat mijn hoofd in de weg van z’n spiegeltje of zo, in ieder geval, hij had die motor never nooit zien aankomen en hij ging behoorlijk van z’n kleur af toen dat gebulder langszij kwam.

Hoe je het ook wilt bekijken; we hadden beiden op hetzelfde moment een imponerende ervaring waar onze harten sneller van gingen kloppen.

Dat wil ik ook!

Waarom beginnen met motorrijden? 

Nou, in mijn beleving werden we ingehaald door een superheld die net uit een spannend jongensboek was gesprongen. Volgens m’n vader werden we ingehaald door een patser op wielen. Ik heb rustig gewacht tot paps weer kleur op z’n wangen had en hem toen voorzichtig gevraagd wat ‘patser’ betekende.

Bij mij was het zaadje geplant. Als ik eraan terugdenk, is het eigenlijk zo dat ik vanaf de achterbank van een auto een motorrijder ben geworden. 

1675865614.jpg

Alles maar dan ook alles wilde ik vanaf dat moment weten over motoren, van Fat Boys tot Super Sport. Lucht of watergekoeld, ketting, snaar of cardan, kleppen of spoelpoorten. Mijn levensstijl veranderde, ik wilde alleen nog maar leren jackets en flamboyante sjaaltjes waar het logo van mijn, op dat moment, favoriete motorfiets duidelijk te zien was.

Lopend reed ik motor, fietsend reed ik motor, achter een boodschappenkarretje, ik reed motor! 

De dag dat ik mijn eerste motor startte,
kreeg ik een kick
die tot op de dag van vandaag
onveranderd voelbaar is.

Op de vraag “Waarom beginnen met motorrijden?” kan ik niet zomaar één antwoord bedenken. Voor de een is het een vervoermiddel tussen huis en werk. Voor de ander is het af en toe een ritje op kronkelige wegen, weer anderen rijden motor omdat het goedkoper is dan een auto of het openbaar vervoer. 

Wat de reden ook is, we delen allemaal hetzelfde gevoel. Motorrijden is vrijheid voor het individu en verbondenheid met elke andere rijder, waar op de wereld je ook bent.

Motorrijden is een levensstijl. 

Wil je meer tips, tricks en blogposts van Motor2Go lezen?
Ga dan naar:  //motor2go.nl/blog

Een Reliant Robin 3 wieler, wat moet je daar nou mee?

Vandaag publiceren we motorverhaal 5 van Bart Meijer (Facebook).  Bart geeft ons als gastblogger een kijkje in zijn jongere motor-jaren. Bart Meijer (LinkedIn) woont op een boerderij in Kroatië, heeft passie voor motoren, weet veel over vergeten groenten en luistert naar zijn hart.

“In mijn eerste blog hier, over de Honda Cub C90 had ik al verteld dat ik ooit een Reliant kreeg, terwijl ik genoot van mijn motor met warme kuip.

Ja, daar sta je dan, te kijken naar een Reliant Robin 3 wieler die je van iemand krijgt omdat je zo zielig altijd motor reed bij weer en wind, zelfs in de winter. Ik heb natuurlijk iets gezegd in de zin van: “O, wat geweldig, super bedankt” Maar je kunt je vast mijn
verbazing en verwondering voorstellen, want wat moet je met zo’n ding? Hij moest opgehaald worden uit Stolwijk, want rijden deed hij niet. Zou hij dat ooit weer gaan doen?

Eenmaal thuis met de zielige driewieler, kreeg ik na 20 rondjes er om heen, deurtjes en motorklepje open en dicht, wel affectie voor het malle ding.

Een motor met zijspan, volgens de papieren….

met dak, deuren en verwarming. Ja, dan maar met handen maat 11 in een motorruimte ter grootte van een wastobbe een 4 cilinder
0,85 liter 4-takt motor afstellen. Deze had klepjes van het formaat van mijn duimnagel, en een constant vacuüm carburateur met verstelbare sproeier, die ik moest inregelen en smeren. Het elektra gedeelte van het merk Lucas was de grootste uitdaging, het ding had zelfs contactpuntjes als die van mijn oude Kreidler. Nou herinnerde ik me, dat in mijn lagere school tijd er ook iemand in het dorp rondreed met zo’n ding, en er altijd lacherig over werd gedaan. Een invalide wagentje, dachten we. Niets was minder waar, na reparatie bleek die 3-wieler een schrikbarend pittig karretje waarmee je graag
hard remde voor de bochten. Na een paar keer een fout te maken om te remmen in de bocht en dan wel op twee wielen te rijden, herinnerde ik mijn de woorden van mijn rij-instructeur: “Voor de bocht remmen en schakelen, en in de bocht GAS!”

Ja dat trok lekker, met achterwielaandrijving die dan lekker grip kreeg op het asfalt, en soms ging dat wat driftend de bocht door. Spelen met dat ding ! Nieuwe schrokbrekers voor en achter, lekkere zachte 10 inch bandjes, en het reed geweldig makkelijk 120 plus en het lag strak op de weg als je in de bocht gas gaf. Na geleerd te hebben de Reliant Robin 850 te tunen, had ik opeens geen 40 paardenkrachten, maar wel 52 op een gewicht van 395 kg. Een sportwagen in vermomming, eigenlijk een zijspanmonster met dak, deuren en verwarming waar je heerlijk mee kon driften, maar ook zeer zuinig mee kon rijden.

De Silverwing werd steeds minder interessant, want die verbruikte meer en ik moest veel voor het werk rijden, dus ging die naar een andere liefhebber. En als het dan echt flink vriest, word je samen met een vriend die ook voor de Reliant Robin gevallen was, echt dapper. Wij gaan het ijs op, hij eerst! Dit ging me bijna te ver, toen ik ook maar het ijs op ging zat mijn hart in de keel. Nou had ik wel eerder veel gespeeld met het malle 3-wielertje op sneeuw, maar onder dit koude spul zat een plons water. Beste lezers, dit was geweldig! Als een kind glijden over ijs, proberend niet de wal te raken, hadden we echt vreselijke lol. Voor een mooie foto zetten we een van de ijsrijders op een brug en 1 er onder, en terwijl ik de
camera afstel komt er gekraak dichterbij.

Met open monden kijken mijn vriend en ik naar een Volkswagen Golf, die op weg rijd naar verder en vergeten we die te fotograferen.”

Wil je alle verhalen van Bart Meijer op onze site lezen? Ga naar:
//ikzoekeenmotor.nl/tag/bart-meijer/

Van kaal naar kuip, Bart zijn eerste motoren

We lezen motorverhaal 2 van Bart Meijer (Facebook).  Bart gaat ons als gast blogger een kijkje geven in zijn jongere motor-jaren. Bart Meijer (LinkedIn) woont op een boerderij in Kroatië, heeft passie voor motoren, weet veel over vergeten groenten en luistert naar zijn hart.

Mijn eerste motor (na het behalen van mijn motorrijbewijs), was een Kawasaki LTD 305 choppertje. Grappig fietsje al leek het wel erg op mijn les motor. Lekker niet meer achterom kijken omdat ik het papiertje had.
Eerder had ik al gereden op een Honda CB550 four, een geweldig ding die ik had weg gedaan aan een liefhebber, want rijden zonder rijbewijs was niet wijs. Zolang die in de schuur stond, lokte het
stiekem rijden me te veel.

Bart Meijer: “Mijn eerste motor was een Kawasaki LTD 305 choppertje.”

Toen ik mijn papiertje wel had, had ik heimwee, maar kocht wijs een zuinig motortje. Ondanks dat deze motorfiets niet snel was, en met het ruitje toch best wel koud, reed ik er dapper op rond door wind en weer, zelfs in de winter. Dikke winter overalls hielpen wel wat, behalve tegen het nat. Jakkes zo erg om met een nat kruis op het werk te komen. Het ding bracht me trouw waar ik gaan wilde, zonder gesputter en gedoe, maar het bleef een ding. Er zat voor mij geen ziel in, het was een vervoersmiddel. Opvallend, deze motor was helemaal niet zuinig maar wel betrouwbaar, stuurde heerlijk en gleed door de bochten.

Op weg naar mijn vriendin moest ik altijd over de Moerdijkbrug, dat was niet lekker. Niet de wind, of het water over de reling, maar het asfalt maakte die brug eng. Langs-sporen in het asfalt maakte dat het fietsje ging zwalken alsof je achterwiel naast je kont zat, dan links en dan rechts. Nee, van die brug kreeg ik het aan mijn eigen kleppen. Een keer, op de weg terug naar Dordrecht ging iemand mij lopen vervelen met zijn auto omdat ik niet snel genoeg was of zo. Het was net de in aanloop naar de Moerdijkbrug op dat enge asfalt ging de auto bestuurder mij nog verder lastig vallen. Dit was niet grappig meer. Opeens hoor ik grote klappen van andere motoren, een groepje bikers van een motorclub met dikke fietsen kwamen me te hulp, een paar van hen dwongen de auto naar de eerste baan en gebaarden hem normaal te doen. Na de brug namen ze de eerste afslag en staken ze hun hand omhoog als groet. Ik voelde mij gezien en merkte dat ik er met mijn kleine motorfiets toch bij hoorde !

Het fietsje zoop steeds meer als een ketter, niet normaal. Alles mooi afstellen, synchroniseren en nieuwe olie, het hielp geen moer. Op een mooie, zonnige dag, zouden mijn vriendin en ik naar een festival in Den Haag gaan. Van de snelweg af, eerste afslag, wilde ik even stoer klapperen met dat ding, en gaf flink gas. Er ging wat vliegen, niet wij, maar de riem.

“… met het onwillige ding op de aanhanger…”

Je kunt mijn stemming wel bedenken, diep bedroeft en pisnijdig. Weer thuisgekomen, met het onwillige ding op een aanhanger, kwam ik er achter dat die riem wel erg duur was. Een tijdje zoeken later kwam ik er achter dat een kettingset goedkoper was dan een riem, dus dat zette ik er dan maar op.

Opeens rijdt het motortje ruim 1:23, leuk, maar ik was het huppeltrutje zat. Snel verkocht, en weg er mee. Een jonge vrouw kwam hem kopen, met liefde in haar ogen, voor de in mijn ogen
minderwaardige motor die me toch al vele kilometers trouw gedragen had. Voor een paar knaken gaf ik het ding mee, zonder enige spijt aan een zeer blije vrouw.

Mijn oog viel op mijn pa’s Honda CX500, leuke fiets met cardan-aandrijving, geen snaar, ketting of onderhoud, en er is ook een model met kuip, de Silverwing.

Moest ik van kaal naar kuip?

Maar meneer, dat is toch een brommer?

We lezen een motorverhaal van Bart Meijer (Facebook).  Bart gaat ons als gast blogger een kijkje geven in zijn jongere motor-jaren. Bart Meijer (LinkedIn) woont op een boerderij in Kroatië, heeft passie voor motoren, weet veel over vergeten groenten en luistert naar zijn hart.

Ik ben een motorrijder, in hart en nieren kan ik je vertellen. Zelfs voordat ik mijn motorrijbewijs had, reed ik al stiekem motor, dat kon in de polder toen ik klein was. Wat ik ook reed, later met rijbewijs, ik had er altijd lol in. Op een gegeven moment, kreeg ik zelfs een Reliant Robin 3 wiel auto, omdat ik zo zielig altijd motor reed, in weer en wind. Zelfs dat was genieten, maar daar vertel ik later wel eens meer over.

Omdat ik steeds wat anders wilde ervaren, ging ik van het ene merk naar het andere merk, van stijl naar stijl. Ik reed, toen ik net les gaf, een Honda Silverwing GL500, wat was dat een luxe. Dat reed grappig, best wel goed maar vooral luxe. Ik kon, toen je nog mocht roken, zelfs op de motor op de snelweg gewoon een sigaretje roken op weg naar het werk.

De regen, vloog over me heen, en ik maakte vele veilige kilometers maar het jeukte. Tijd voor wat anders, of iets er bij? In mijn jeugd, toen ik altijd Kreidler RS reed, kon ik een paar maanden een Honda Cub C50 proberen. Een eigenwijs leuk ding, super zuinig, en zo’n mooi plop plop geluid.

Ik was van baan verwisseld, en gaf les in Woerden, wellicht dat ik daarom aan de C50 dacht? Ik reed vroeger bijna dezelfde weg, naar mijn middelbare school in Boskoop met de brommer, maar toen dus ook met die C50. Nostalgie?

Toen kwam de tijd dat ik iets meer verdienen, dus ben ik gaan kijken naar een Honda Cub C90, toentertijd een zeldzaam ding in Nederland. Dus na veel rondkijken heb ik er in Engeland maar een gekocht, met wat werk eraan, maar dat deerde me niet.

Lekker als vroeger, maar dan met nu handen maatje 11, klepjes stellen het formaat van mijn pink. Toen alles weer mooi schoon was, nieuwe kettingset er op, kleppen en carburateur afgesteld, moest er gereden worden. Met wat geluk, haalde ik 85 km/uur, met meewind wel 90 op de klok! De leerlingen wisten van het avontuur, en werden steeds nieuwsgieriger. “Meneer Meijer, gaat u nog eens naar school rijden met de C90?” Tja, dat kon ik niet laten.

Op stap met de Honda Cub, genietend, kwam ik niet ver. Bij Schoonhoven word ik aan de kant gezet door de politie. “Meneer, u hoort op het fietspad!” Zonder wat te zeggen en met een glimlach op het gezicht laat ik de papieren zien. “Maar meneer, dat is toch een brommer??” Na alles bekeken te hebben, mocht ik weer door en liet een stomverbaasde agent achter.

Bij Benschop net voor Oudewater, jawel, mag ik weer aan de kant. “Maar meneer. . . “ Weer staat een meneer de politie meneer met verbazing naar de papieren te kijken. Hij vraagt eens wat het verbruik is, de maximale snelheid, glimlacht en laat me weer gaan. Daarna word ik bijna elke dag van die week wel een keer aangehouden met de opmerking “Maar meneer, dat is toch een brommer??”

De laatste keer staan de agenten met zijn tweeën, en de ene herken ik. Die lacht breed en zegt geen woord. Zijn collega zegt uiteraard: “Maar meneer dat is toch een  . . . . “ De agent die me eerder aanhield, had het niet meer en vertelt schaterlachend: “Ja sorry meneer, maar mijn collega moest ik dit ook even laten meemaken, als u het niet erg vindt. U kunt weer gaan.”

Ik laat een schaterlachende agent achter, en eentje met nog steeds de mond open van verbazing .

Ton Eppenhof en zijn Royal Enfield accessoires

Ton Eppenhof houdt ons regelmatig via zijn columns op de hoogte van zijn zoektocht naar de juiste accessoires voor zijn Royal Enfield. Zijn eerdere verhalen lees je hier.

We kregen vorige week van hem dit vervolgverhaal ingezonden.

“In december kwam de koppelingskabel binnen. Deze 3 cm langere kabel is perfect. Ik wilde de kabel routing precies hetzelfde houden en de kabels in dezelfde standaard clips netjes langs de framebuis en net ver genoeg van de uitlaat voorpijp omhoog laten lopen. Daar moest de kabel net iets langer voor zijn dan de standaard kabel.

Verder kreeg ik (toch nog onverwacht op tijd) de zijtassen binnen met daarbij ook de beugels om ze te bevestigen. Aangezien er een paar gaatjes in de beugels zitten kon ik ze ook nog mooi van binnen tectyleren. Je weet nooit waar het goed voor is.

Het monteren was zo gedaan. Jazeker, ik ben blij met mijn kerstcadeau. Deze tassen passen beter bij de Interceptor. Ze volgen mooi de lijn van de uitlaten. Per tas kan je maar 3 kg bagage meenemen maar voor wat kleding of kleine spulletjes is dat voldoende. Daarbij heb ik ook de topkoffer nog en een grote rol die achter op het zadel kan liggen. Daarnaast moet ik nog ergens een tanktas hebben maar misschien koop ik er nog wel een die met magneten vast zit op de tank.”

Aanvulling redactie:

De zijtassen zijn geleverd door:

//ikzoekeenmotor.nl/bedrijven/gebroeders-van-doorn-motoren/

De motorfiets is geleverd door:

//ikzoekeenmotor.nl/bedrijven/axels-bike-shop/

Een ode aan de klant!

Een ode aan de klant.
Deze column is geschreven door Rene Bruinsma, eigenaar van Perfect Dream Bikes.

Ondanks mijn leeftijd van 55 heb ik soms heimwee. Heimwee naar de tijd dat ik net was begonnen in een klein schuurtje, waar de motorzaak als hobby is ontstaan.

Elke klant, vriend of kennis die toen binnenkwam, ging een avontuur tegemoet,.. een leuke paar minuten, of soms zelf uren. Er werd gepraat over motoren, een probleem en oplossing of de aankoop van een product wat het motorrijden leuker maakte.
Elk product had een prijs en meer dan eens een levertijd. Dat kon een dag zijn, maar vaak ook een week en als het tegenzat; dan wachtte je een maand, ja toch ?

Mits je natuurlijk wel gewoon door kon rijden, was wachten helemaal niet erg. Het begeren is immers leuker dan het hebben.

Langzaamaan kwamen echter de bekende namen in de markt. Bolpuntcom, coolblue, aliexpres, je kent ze vast wel. Deze zaken zijn geen concurrenten te noemen, maar geven de consument wel een andere state of mind.

Als je nu wat wil hebben, dan moet dat vandaag, het moet vaak (te)goedkoop en het moet gratis weer retour als je er achter komt dat je het eigenlijk toch niet nodig had, niet mooi vindt, of gewoon wat beter en langer na had moeten denken voordat je op de “koop nu” button klikte. En uiteraard, ondanks dat je er al bijna niets voor betaalde, moet de service achteraf ook van ongekend niveau zijn.

Kocht je vroeger een uitlaat, dan werd die gewoon even tussendoor gratis voor je gemonteerd,( doen wij nog steeds ) …. maar wel uiteraard na het wachten op de levertijd en het maken van een afspraak in de werkplaats.

De klant die nu binnenkomt, wil dat de demper op voorraad is, wil minimaal 30% korting, en verwacht dan dat de demper stante pede gemonteerd wordt.
Uiteraard voorzien van een gratis bakje koffie en geen montage kosten. De slimme rekenaar snapt dan, dat na een simpele rekensom er geen winst meer overblijft.
Komt de beste klant dan thuis bij moeder de vrouw, die ook een mening heeft over de demper, dan blijkt de aankoop ineens toch een impuls aankoop geweest te zijn en moet de demper weer retour afzender.

En als je dan als dealer aangeeft, dat dat niet meer kan…. Tja, dan ben je aan de beurt. De klant vindt immers dat hij “rechten” heeft. Hij dreigt je overal zwart te maken, zowel mondeling als online en belooft dat al zijn “vrienden” nooit meer bij je zullen kopen. Dus ga je maar weer aan de slag met je rateltje en steeksleutels.

De klant die daarna komt, vraagt voordat hij zijn kroonplaatsticker van 12.95€ af wil rekenen, eerst hoeveel korting hij krijgt. “Nee meneer, daar kan ik geen korting op geven, vraagt u dat standaard ook bij de Albert Hein waar u elke week voor 100€+ euro boodschappen doet? Gun me die 30% bruto winst, zodat ik ook volgend jaar nog gewoon die leuke winkel heb, waar u zo leuk spullen en motoren kunt bekijken, gratis koffie kunt drinken… een technische vraag kunt stellen of toch eigenlijk wel tegen hele scherpe prijzen producten kunt kopen.”

Nooit in mijn leven heb ik van een half uur werk op de factuur een uur gemaakt (in tegenstelling tot verhalen over sommige grote concullega’s). Is er een duur onderdeel stuk, en kan ik dat gebruikt voor je bestellen, dan doen we dat.

Kortom…. Misschien ben ik een dromer, maar ik behandel je nog steeds, zoals ik zelf ook behandeld wil worden !

Hoe mooi zou het zijn, als iedereen eens een paar minuten nam om na te denken, over wat er nou echt belangrijk is in het leven.
Ik heb liever dat je die internet bestelling niet doet, of even uitstelt. Zodat je zeker weet dat je hem niet terug hoeft te sturen.
Dat je niet om korting vraagt op een prijs die eerlijk is,  maar geniet van het moment dat je in de winkel / shop bent, koffie drinkt en met je hobby bezig bent.
Dat je gewoon (gratis) antwoord krijgt op een vraag, die je niet online beantwoord krijgt.
Dat je je beseft, dat je anders misschien wel onderdeel bent van die groep mensen, die (te) vaak zei (bij een collega motorzaak die er mee stopte)…
Goh… wat jammer… het was zo’n leuk zaakje!

Zo!
En dan ga ik nu lekker genieten van een goede bak koffie en even snuiven aan de heerlijke geur die bij ons uit de werkplaats komt!

Want als ik heel eerlijk ben, dan gaat het bij ons gewoon heel goed en blijven we elk jaar groeien, ondanks dat (veel van) de klanten veranderen.
Wij als motorbedrijf groeien en veranderen natuurlijk gewoon mee, want met de stroom meezwemmen is nog altijd de makkelijkste weg.

Het neemt niet weg, dat ik soms even wegdroom naar die 20M2 garage, achter in een steegje waar het ooit begon. Jong en vol dromen, alles delend met mede motorrijders.

Dit verhaal heeft natuurlijk wel raakvlakken met elke kleine ondernemer. Dus, ik hoop dat als je de tijd hebt genomen om dit te lezen, dat je het misschien zelfs wel wil delen. Dan kan iedereen die dit leest heel even stilstaan, en naar zichzelf kijken om te beslissen welke klant  hij of zij wil zijn.

Want ik geloof heel eerlijk dat de klant waar ik elke dag een beetje gelukkiger van word, zelf ook een gelukkiger mens is!

Fijne dag nog. Groet, René Bruinsma