Tag archieven: Hans en Dia op reis

Marokko, een schitterend avontuur op de motor

Onze trouwe schrijver Hans den Ouden schrijft in een uitgebreid artikel waarom Marokko een prachtig land is voor mooie motorreizen. Hij reist met zijn vrouw Dia de hele wereld rond en in dit verhaal een verslag van hun laatste motortrip. Meer lezen? Check hun Facebook groep.

Marokko is dichtbij. Het is een prachtig land om te bezoeken op de motor. Wij zijn er nu twee keer een maand geweest in december en januari. Als je er heen gaat, hou er dan wat betreft je motorkleding rekening mee dat het in de zomermaanden erg warm kan zijn en dat het in de bergen in de winter kan sneeuwen en ook best wel koud is.

Wanneer naar Marokko?

De beste periodes om naar Marokko te gaan op de motor zijn de maanden maart t/m mei en september t/m november. Voor eventueel offroad rijden is het najaar beter omdat het dan droger is dan in het voorjaar.

Ramadan en horeca

Ook iets om rekening mee te houden is de Ramadan, dan zijn overdag de restaurants vrijwel allemaal gesloten en kan er alleen voor zonsopgang en na zonsondergang gegeten worden in restaurants.

Kamperen en hotels

Je kan in Marokko ook kamperen, maar de meeste campings, die wij zagen, waren vooral gericht op campers en eventueel caravans. De ondergrond is meestal hard en zanderig. Wij kamperen niet in Marokko, de hotels zijn veel goedkoper dan in west Europa, variërend van €25 tot €50 voor een tweepersoonskamer per dag. Het scheelt een hoop bagage. De meeste wegen zijn van goede kwaliteit, maar door onderhoudswerkzaamheden rij je soms stukken over gravel. Je kan Marokko op elke soort motor rijden, we zagen Goldwings en H-D cruisers. Wij kozen deze keer voor onze Suzuki Vstroms. Dia heeft een 650XT en ik heb een 800DE.

 De reis er naar toe en eventueel vervoer van de motor 

Je kan je motor er natuurlijk heen rijden, maar je kan hem ook per vrachtwagen naar Malaga sturen. Rij je zelf, zoals wij deze keer deden en mijdt je zoveel mogelijk de snelweg, dan ben je er in een dag of acht. Over de snelweg is het 2500 kilometer en zou je het in ongeveer vier dagen kunnen doen.

Stuur je de motor naar Malaga per vrachtwagen, dan ben je met Nordcargo vanaf Klundert op de Moerdijk ongeveer €420 kwijt voor een enkele reis. Neem je een retour, dan kost het wat minderper reis. Je kan al je bagage, dus ook je motorpak, helm en laarzen met je motor meegeven op een pallet, dat kost niets extra. Zelf ga je dan per vliegtuig. Desgewenst komt iemand je ophalen op de luchthaven, het is maar een paar kilometer, maar er zit een rivier(bedding) tussen en het is een snelweg. Dus lopen gaat niet.

Vanaf Malaga is het twee uur rijden naar Algeciras, waarvandaan de ferris vertrekken. De ferries van vier verschillende maatschappijen varen allemaal meerdere keren per dag naar de diverse havens in Marokko. Afhankelijk van welke route je kiest, ben je in een tot anderhalf uur in Marokko. Je kan met de ferry naar Cueta, Tanger Med en Tanger. Cueta is een Spaanse enclave, dus dan is de grensovergang een eindje verderop. Als je via Tanger of Tanger Med reist, dan is de douane al op de ferry aanwezig en kan je ook vast je motor aanmelden en laten registreren. Daarbij krijg je dan een klein papiertje uitgereikt wat je weer in moet leveren als je het land verlaat. Dat is belangrijk want anders is je motor nog in Marokko, volgens hun administratie en mocht je ooit nog terugkomen, al is het op een andere motor, dan heb je een uitdaging. De motor wordt gekoppeld aan het nummer dat ze in je paspoort schrijven (een soort BSN voor buitenlanders). Overigens werd bij ons afgelopen jaar in Tanger Med bij vertrek de informatie in een tablet ingevoerd en werd het papiertje dat we in Cueta hadden gekregen niet ingenomen. Dat wisselt dus per haven.

Je motor wordt adequaat vastgezet door de medewerkers van de ferry. Meestal is de zee erg rustig, maar soms staan er redelijke golven als het de dagen ervoor hard gewaaid heeft. Je kan een open retour kopen, bijvoorbeeld bij Africa Morocco Link, dat is goedkoper dan twee enkele reizen.

Waarom naar Marokko?

Er zijn adembenemende landschappen, zoals in het Atlasgebergte, de woestijn, bijvoorbeeld bij Erg Chebbi en er is een kust met plaatsen als Agadir en Essaouira. Daarnaast zijn er fascinerende steden, zoals Chefchaouen (de blauwe stad) Fez, Meknes, Marrakech enz. met middeleeuwse medina’s en kasbahs. Het is Afrika ‘light’, je bent wel in Afrika, maar het is toch heel anders dan de landen die er ten zuiden van liggen.

Er zijn prachtige motorroutes om te rijden, met talrijke bochten.

De meeste wegen zijn van goede kwaliteit en buiten de steden is het erg rustig. In de steden moet je wel alert zijn in het drukke verkeer, vooral op de vele rotondes. Al onze routes staan op MyrouteApp en op openbaar, dus wil je een leuke rondreis maken, dan kan je daar de routes downloaden. Zie de link onderaan.

Onderweg

Wij reden de laatste keer vanaf de ferry naar Chefcahouen, de blauwe stad. Het hotel Parador ligt aan de rand van de medina en daar kan je heerlijk dwalen door de nauwe straatjes met talloze winkeltjes. Natuurlijk probeert iedereen je wat te verkopen, maar echt opdringerig is het allemaal niet.

In Fez, wat overigens een grote stad is, met 1,2 miljoen inwoners, mag je de leerlooierijen niet missen.

Via Azrou reden we naar Beni Melal. Onderweg kom je door Ifrane, daar zijn de huizen gebouwd in Zwitserse steil, het is een wintersportoord als is er maar tien kilometer piste. Het ligt op een hoogte van 1655m. Het is een van de schoonste plaatsen ter wereld. Vlakbij ligt het Ifrane National Park waar in de prachtige cederbossen de berberapen over de weg lopen. Laat je daar overigens geen pelpinda’s aansmeren, om ze te voeren, door ‘behulpzame’ figuren, want dat kost je zo maar €15-20.

Onze route eindigde in Beni Melal en daarvandaan reden we naar Marrakech, een prachtige route door de bergen met grotendeels vers asfalt. Wij vinden de medina van Marrakech niet zo heel boeiend. Het hotel, Moroccan House ligt vlak bij de uitvalswegen, dus dat is fijn. Het is een leuk hotel, gebouwd als riad. Marrakech is ook een grote, drukke stad met ruim 1 miljoen inwoners. We maakten vanuit Marrakech een rondrit door de bergen. Een prachtig gebied met schitterende uitzichten. Er is nog wel veel schade te zien aan de huizen, na de aardbeving in 2023.

Mooiste routes in Marokko

Na Marrakech reden we naar Taroudant, dat is een van de mooiste routes in Marokko. Het is de weg naar de Tizi ’n Test pas op 2100m. Deze route is echt genieten van prachtige uitzichten en fraaie bochten, al was de route in onderhoud toen wij er waren. Boven op de top van de berg ligt een leuk restaurantje waar je een heerlijke Berberomelet kan eten.

Na Taroudant besloten we naar de  kust te rijden, in Agadir omdat het daar altijd lekker weer is, zo rond de 20ºC in januari. Lekker om een paar dagen te ontspannen. We namen daarna de route weer op richting Tafraoute.

Geen restaurants…

Eenmaal in de bergen werd het feest. De omgeving is schitterend en de weg is goed en slingert omhoog naar 1700m. Een strakblauwe lucht en een temperatuur oplopend tot 25°C maakte het feestje compleet. In de middag zagen we ook nog drie gazellen. Helaas gingen ze er te snel van door om ze te kunnen fotograferen. Dit, grotendeels door mensen verlaten gebied, is echt een paradijs voor motorrijders. Je moet er wel rekening mee houden dat op dit traject vrijwel geen restaurants zijn en je dus je eigen lunch moet meebrengen.

En dan naar Ait Benhadou waar de films zijn opgenomen, zoals Gladiator 1&2 en Game of Thrones en nog vele andere. Het is leuk om er een uurtje doorheen te wandelen. Dan naar de Tizi ’n Tichka een prachtige route weer door de kloof van de rivier en dan de bergpas. Dit is een nogal toeristisch gebied, maar desalniettemin prachtig. In Demnate zagen we een guesthouse langs de weg. We parkeerden de motoren in de eetzaal, waar we de volgende morgen ook ontbeten. Het uitzicht uit de kamer over de vallei was prachtig en de zonsondergang was ook een feestje. De volgende morgen reden we naar N’kob. De route is schitterend en gaat door de hoge Atlas. De bergdorpjes zijn veelal verlaten en de kasbah’s waar je langs rijdt zijn vervallen. De omgeving is echter prachtig. We stopten voor de lunch in het welvarende Ouarzazate, waar de filmstudio’s zijn.  De Atlas studio is de grootste filmstudio ter wereld. Ook de weg tussen Ouarzazate en N’kob is een feestje om te rijden. Geleidelijk verlaat je de hoge Atlas, maar N’kob ligt nog altijd wel op 1500m hoogte. We verbleven in de Kashbah Ennakb, een authentiek Marokkaans hotelletje.

De weg van N’kob naar Merzouga is saai, op de loslopende kamelen na. We verbleven in Merzouga/Hassiabiad in het hotel Camel’s House, dat ons was aangeraden. We reden de volgende dag met Mohammed van het hotel met zijn Landcruiser de woestijn in. Een bijzondere ervaring.

De woestijn is overweldigend.

Je bent snel buiten de bewoonde wereld en het was er ongelooflijk stil. Mohammed verzorgde ook de lunch. Hij maakte een berberpizza. Dat is een dubbelgevouwen pizza, zoals een pizza calzone en die wordt dan onder de grond gebakken. Ik was verrast dat er geen as of zand meer op zat toen hij weer uit de bodem werd gehaald. Hij smaakte prima. Ooit was hier een zee, tienduizenden jaren geleden. Op sommige plaatsen vind je dan ook fossielen van allerhande schelpen en andere zeedieren. Ook zijn er op veel plaatsen nog witte plekken door het zout wat is neergeslagen.

De weg naar Tinghir is saai en lang. Het plan was om twee dagen te blijven, maar na een nacht in het eerste hotel verhuisden we naar een ander. Dat eerste hotel had bedden zo hard als beton, het was er stervenskoud en er was geen warm water. Het was wel goedkoop. We verhuisden daarom naar Hotel Tomboctou, dat had dan weer heerlijke bedden en een warme douche. Het hotel heeft ook een garage. Hoewel in Tinghir de grootste zilvermijn van Afrika is, is het een wat armoedig plaatsje. Na de verhuizing reden we de 40 kilometer lange Todra of Togda kloof in. De bergen daarna zijn indrukwekkend, kaal en hoog. We reden tot op 2700m. Het was koud, de temperatuur zakte naar 0°C en we zagen een paar sneeuwvlokjes neerdwarrelen. Het beoogde tankstation vonden we niet, zodat we na verloop van tijd ons wat zorgen begonnen te maken. In een dorpje vonden we een man die benzine verkocht. Beide motoren werden gevuld met 10L uit een jerrycan en het bleek ook nog maar €1 per liter te kosten. Even verder zagen we een leuke restaurant voor de lunch, we aten er een authentiek Marokkaans gerecht met kip, ei en een salade. We waren evenwel zo koud geworden dat we besloten om te keren en nog een dag te blijven zodat we de volgende dag de Gorge du Dades konden rijden. De rit daar naar boven is vermakelijk, hoewel er niet meer dan 13 bochten zijn waarvan ongeveer de helft haarspeldbochten zijn. Bovenaan stopt iedereen om de verplichte foto te maken. Daarna is het landschap prachtig. Op een gegeven moment kun je linksaf naar Imilchil en rechtsaf over de bergen terug naar Tinghir. Die weg is nieuw en prachtig. Sommige stukken zijn nog niet helemaal klaar, maar het is goed berijdbaar gravel. Na ongeveer 10 km begint het asfalt weer en toen ik een bocht omkwam reed ik de schaduw in en daar lag ijs. Mijn voorwiel gleed meteen weg en ik sloeg tegen de vlakte. Gelukkig was alleen het schakelpookje verbogen en had ikzelf ook geen schade.

Van Tinghir reden we naar Midelt. Een deel van die route is prachtig, door de bergen, langs een rivierbedding, die je af en toe kruist. Op de meeste plaatsen staat de rivier echter droog. Het hotel, Riad Villa Midelt was prima, maar niet heel goedkoop.

Midelt ligt op 1400 meter en het was er dan ook weer frisjes. Van Midelt reden we door het cederbos bij Azrou weer naar Fez. Onderweg zagen we deze keer veel apen. Fez ligt op 215 m hoogte en het was er dan ook aangenaam warm met 20ºC. We reden nog een keer naar Chefcahouen, de prachtige blauwe stad (foto onderaan artikel), waar we onze Duitse vrienden ontmoetten die met een camper op reis waren door Marokko.

Na nog een dagje lanterfanten reden we naar de ferry in Tanger Med. Vandaar vaar je in anderhalf uur naar Algeciras. We waren 25 dagen in Marokko. Dia zei de laatste dag: ‘We gaan hier zeker nog een keer heen.’ We keken naar het weer in Spanje en Frankrijk en zagen dat het overal regende. Daarom gingen de motoren terug met Nordcargo en wij namen het vliegtuig.

Hier staan onze routes:

//www.myrouteapp.com/profile/routes/1025443#-1/datetime/asc

 

Verbijsterd over de schoonheid van Marokko

Hans den Ouden schrijft ons afgelopen dinsdag vanuit N’Kob weer een reisverslag van hun motorreis, momenteel door Marokko.

Wil jij al hun verhalen lezen, wordt dan lid van deze pagina op Facebook: Dia and Hans’ Motorcycle Travels.

“Verbijsterd is het woord voor de rit van vandaag. Aan het ontbijt raakten we in gesprek met twee andere Nederlanders. Ze waren met een gehuurde auto een rondreis aan het maken. Altijd gezellig als je andere reizigers ontmoet.

We vertrokken wel op tijd want er stond een lange rit op het programma. Van Demnate naar N’Kob is 275 km. Vorige keer reden we deze route niet. Toen zijn we van Aït Benhaddou naar Zagora gereden omdat de banden van Dia’s motor het ruwe asfalt van Marokko niet hadden overleefd. Banden slijten hier sneller door de grove structuur van het asfalt. Dat is wel iets om rekening mee te houden.

In Zagora zit een gerenommeerde garage, Iriki, die vlot banden kan leveren en omleggen. We reden vanmorgen meteen de hoge Atlas in. De weg was smal en niet altijd even goed, maar prima berijdbaar. Hier en daar lag er ijs op de plassen langs de weg en in de verte zagen we de besneeuwde toppen. Manoeuvrerend over het smalle weggetje bereikten we een hoogte van 1700m. Het was zonnig maar niet bepaald warm. We zagen een aantal, vrijwel verlaten, dorpjes en vervallen kashba’s. Enige tijd later kwamen we uit op een grotere weg. Die was dan evenwel weer in onderhoud en regelmatig moesten we stukjes gravelweg rijden, soms met diepe gravel. De Mitas Enduro Trail + motorbanden gaven echter geen krimp en we genoten met volle teugen. Ik kan eigenlijk geen woorden vinden om deze route te beschrijven, zo fantastisch is het.

Wat ook zo leuk is aan het rijden hier in Marokko is, dat veel mensen langs de weg een duimpje opsteken en kinderen en volwassenen naar je zwaaien. In Nederland staan mensen meestal boos naar je te gebaren dat het langzamer moet (al rij je stapvoets) en hier zwaaien ze en lachen ze naar je. Rond 13:00u stopten we voor een terrasje in Ouarzazate voor de lunch. Dat is een welvarende stad, waarschijnlijk ten gevolge van de filmstudio’s daar. De Atlas filmstudio is de grootste ter wereld en het is niet de enige. Er is nog een grote, CLA studio, en een paar kleinere.

We twijfelden even of we er een dagje zouden blijven, maar besloten toch door te rijden. De weg van Ouarzazate naar N’Kob is ook weer een feestje om te rijden. Prachtig asfalt en meanderend door het landschap. Inmiddels ben je uit de hoge Atlas, maar nog altijd op 1500m hoogte.

De Kashbah Ennakb in N’Kob is een leuk hotelletje in oud Marokkaanse stijl. De motoren staan in de garage, altijd een rustig gevoel. Het eten vanavond wordt ook door het hotel verzorgd. Morgen gaan we richting Merzouga.”

Hans en Dia vanuit Fez, Marokko

Hans den Ouden, bekend van zijn eerdere verhalen en motorreizen, is momenteel weer op reis en schrijft ons dit verhaal op 2 januari vanuit Fez, Marokko.

Je kunt de verhalen van Hans en Dia overigens ook volgen via deze Facebookgroep.

En opeens schoof bij ons beiden het achterwiel onder ons vandaan. Een echt ‘0h shit’ momentje. Gelukkig greep de tractiecontrole in en bleven we beiden overeind. We vertrokken tegen 09:30 uit Chefchaouen om door de bergen naar Taza te rijden. Een prachtige rit door de bergen. De zon scheen en het was 7°C. We genoten volop van onze eerste rit in 2025. De weg ging geleidelijk aan omhoog naar 1700m. Na 100km reden we aan de schaduwkant en was het kouder.
De temperatuur zakte naar 2-3°C. We kwamen langs een bord met in het Frans de waarschuwing dat het vaak ijzelt. En dertig meter later gebeurde het. We lieten het tempo zakken en reden zo veel mogelijk op de niet gladde stukken van de weg, dat was meestal links, want daar viel de zon op.
Soms was er 10-15 km lang geen probleem en dan zag je de witte plekken weer opdoemen in de schaduw. Voorzichtig reden we verder, tot we in een volgend dal aankwamen. Daar had het kennelijk pas gesneeuwd en lag er zeker 5cm sneeuw op de weg. Het zag er ook niet naar uit dat het maar een klein stukje was, de hele omgeving was wit.
Er stonden wat mensen met auto’s langs de weg. De lokale bevolking rade het af om door te rijden. We keerden om en zoals het gaat in de bergen, de doorsteek naar de parallel gelegen weg was 90 km terug rijden, tot bijna aan het begin van de route. De terugweg reden we, vrijwel de hele tijd aan de zonkant en hadden we weinig last van de gladheid. De weg naar het zuiden, richting Fes en Meknès ligt lager en de temperatuur liep op naar 20°C.
Zei ik al dat we het ijskoud hadden in de ochtend? Het was stervenskoud! De navigatie gaf aan dat we na de lunch nog 200 km te gaan hadden en dat we pas rond 18:30 aan zouden komen. Dan is het dus donker. We besloten naar Fes te gaan, want dat ligt dichter bij het volgende doel, zijnde Azrou. Fes is een grote stad, met 1,1 miljoen inwoners en druk verkeer. We konden, door vermoeidheid en de duisternis het leuke hotel niet vinden. Als je ergens stopt zijn er meteen ‘fixers’ om je heen die je naar een hotel willen brengen. Dat helpt niet voor de rust om even te kijken op je navigatie. Het is ons uiteindelijk niet gelukt om het hotel terug te vinden. We hebben daarom een ander hotel gekozen aan de rand van de medina.
Om 21:00 zaten we aan het avondeten, totaal gesloopt. Vanochtend om zes uur bleek dat het dicht bij een moskee staat met een luide oproep tot het gebed. We blijven hier nog een dag om even bij te komen.
overigens ook volgen via deze Facebookgroep.

De BMW R 1300 GS Adventure, is het wat?

(Een review door Hans den Ouden)

Na alle commentaren was het nu eindelijk tijd om de nieuwe mastodont van BMW aan de tand te voelen. Bij Motor Houtrust in Den Haag stonden natuurlijk alle uitvoeringen en kleuren van de nieuwe BMW R 1300 GS Adventure in de showroom. We kregen de rode mee, de basiskleur. Voor Dia (mijn vrouw) was hij ook in de laagste stand en met ook het zadel in de laagste stand toch nog te hoog. Daarom kreeg ze een gewone GS in de Trophy uitvoering mee, ook geen straf. Daar zit ze prima op en kan ze goed bij de grond, tenminste nadat hij omlaag is gezakt.

Maar dit gaat over de Adventure. Over het uiterlijk kan je van mening verschillen, maar behalve de basisuitvoering, de rode dus, kan ik hem best hebben. De rode heeft een enorm aluminium kleurig vlak aan de zijkant en dat vind ik niet zo mooi. Bij de zwarte, triple black en de groene, de karakorum, is dat veel minder het geval. Overigens zie je het zijvlak natuurlijk niet als je zelf op de motor zit. De zit, in de hoogste stand, voor mij, is uitstekend. De kniehoek is ruim en het zadel is harder dan van de 1250. De 1250 heeft een redelijk zadel, maar deze heeft een prima zadel. Hier hou je het beslist langer op vol.  Dan het dashboard, dat is nu al zes jaar onveranderd, de GS (uit 2018) van Dia is exact hetzelfde, dat had dus ook wel eens opgefrist kunnen worden.

Eindelijk is er een elektrisch verstelbaar windscherm. In de hoogste stand hield het mij goed uit de wind. Ik vind het fijn om op de grote wegen uit de wind te zitten, maar als het warm is, dan wil ik de wind in mijn gezicht voelen en dat is nu wat makkelijker. Dan het rijden, de quickshifter werkt aanzienlijk beter, ook in de lagere versnellingen. Dat was bij de vorige edities duidelijk minder.

Je kan natuurlijk ook voor de uitvoering zonder koppeling kiezen en dat had ik ook zeker willen uitproberen als die beschikbaar was geweest. De motor is ontzettend soepel en gaat er met 145 PK als een dolle vandoor als je het gas opendraait. De 1250 was natuurlijk ook niet traag, maar deze is toch weer een stukje pittiger. De trekkracht, de torque, is dan ook weer toegenomen, 149 t.o.v. 143 voor het uitgaande model. De motor stuurt voorts opvallend licht en is erg wendbaar.

Dit exemplaar was met veel snufjes uitgerust, zoals de adaptive cruise control, forward collision warning en dode hoek sensoren. Tja je moet er van houden. Ik vind het redelijk overbodig.

Hans den Ouden op deze nieuwe BMW R 1300 GS Adventure. Let wel: Hans is 1,94 meter lang!

Dan wat over de bagagemogelijkheden. Er zitten op diverse plekken haken en ogen waar je kleine tasjes aan kan ophangen. Achteraan zitten vrij grote ogen waar je de aluminium zijkoffers aan kan hangen. Als die er niet aanhangen vind ik ze niet fraai. Ik wil ook geen aluminium koffers, ik wil mijn MoskoMoto Backcountry Panniers er aan kunnen bevestigen. Daar zal dus de aftermarket industrie wat op moeten verzinnen. Sowieso heeft BMW zijn best gedaan om je hun eigen tassen en koffers te laten komen kopen. Ik snap het wel, maar ik wil mijn eigen keuzes kunnen maken wat dit betreft.

Ook deze motor was weer voorzien van de Michelin Anakee motorbanden. Op de 1250 waren die buitensporig lawaaiig, op deze motor is dat minder, maar ze zijn nog steeds te luidruchtig.

De motor lijkt wat kleiner, maar dit komt omdat Hans 1,94 lang is.

Mijn eerste indruk: over het uiterlijk kan je twisten, maar ik vind het een fantastische motor. Enkele details vind ik minder, maar overall is hij erg overtuigend.

Ruim 9.000 km in 43 dagen

Na 43 dagen zijn er nog twee over en dan zijn Hans en Dia weer thuis. Ze reden tot nu toe ruim 9.000 km en hebben er nog 625 te gaan. Ze reden door 15 landen en sommige landen bezochten ze zelfs twee keer. En weer hebben ze een prachtige reis gehad en kijken ze uit naar de volgende.

Op Facebook runnen Hans en Dia deze besloten pagina over Motorcycle Travels. Daar schrijven ze over hun dagelijkse avonturen en kun je ook heel wat foto’s bekijken. Klik op de afbeelding hieronder: