Tag archieven: reisverhalen serie

Coos op Reis: IT GIET OAN!

Het gaat beginnen! Eindelijk.
Coos gaat op Reis. Drie maanden door Zuid-Eropa.

Het is buiten drie graden onder nul. We gaan natuurlijk schaatsen, denk je. Maar welnee, Janny en ik verzamelen alle spullen en pakken samen de tassen en koffers in voor mijn grote motorreis door Zuid-Europa. En dat doen we lekker in de warme woonkamer. Onze je-weet-wel-kater snapt er weliswaar niks van, maar checkt ondertussen wél ff of er iets te jatten valt.

Ik neem wáánzinnig veel mee: al mijn kampeerspullen zoals de tent, footprint, luchtbed, slaapzak, stoel en kookgerei, maar ook kleding voor allerlei soorten weersomstandigheden, handdoeken, schoenen, spullen om een lekke band te kunnen repareren, luchtpomp, een doorzichtige slang om benzine over te kunnen hevelen, een sleepkabel, vloeibaar metaal, tie wraps etc. En natuurlijk medicijnen, verbandspullen, een reservebril, toilettas en weet ik veel. En dan moet ik al mijn motorkleding straks nog aantrekken en extra’s zoals winterhandschoenen, regenhandschoenen, doorwaaihandschoenen en een regenpak niet vergeten. Gelukkig heb ik jaren geleden al mijn beruchte Niet-Vergeten-Lijst gemaakt en die helpt ons altijd.

Note voor de lezer: Best veel spullen op de foto, nietwaar? De andere helft ligt trouwens nog boven… Drie maanden later zou ik ontdekken dat ik veel te veel had meegenomen. Ik adviseer dan ook alle reizigers mijn nieuwe PDH-concept te hanteren: Pak De Helft! Het reist écht zoveel lichter en prettiger. Drie onderbroekies zijn prima: één aan je kont, één in de was en één aan de lijn. Ik had er wel tien bij mij. Pfff…

Als ik de garage in wandel en langs mijn motorfiets loop, dan kirt en trilt zij in haar hoekje. Janny hoort en ziet dat nooit. Maar het is er altijd als wij elkaar weer zien…

Zonder al haar koffers staat zij er maar koud en naakt bij. Wát stop jij strakkies allemaal in mijn koffers en wát hang jij straks allemaal op mijn rug, lieverd?, fluistert ze. Nou, het past nét, het is loeizwaar en ik zou je vering maar vast aantrekken, roep ik haar vastberaden toe, terwijl ik de garagedeur in het slot trek….

Die avond trekken Janny en ik een mooie fles wijn open. Ik ga haar drie maanden lang niet zien. We halen samen herinneringen op over onze motorreizen in de tijd dat we nóg jonger waren dan nu. Het is best een raar gevoel. Het is dubbel. Eindelijk is het dan zover. Dat klopt. Maar ja, partir c’est mourir un peu. En het is best wel een héle lange tijd.

Ik ben echter dankbaar dat ik nu eindelijk de tijd heb om mijn dromen wáár te maken. Elke dag doen en laten wat ik wil. Later opstaan als ik slecht heb geslapen. Nog even een uurtje lezen als ik ’s avonds nog geen slaap heb. Eten op tijdstippen dat het mij uitkomt. En de Spanjaarden natuurlijk… Zwerven! Avonturen beleven. Wandelen, motorrijden, zwemmen, een stad bekijken, op de bus stappen. Elke dag anders. Geen enkele dag sleur. Wow, nu maar hopen dat ik vannacht kan slapen…

Die nacht vriest het stevig en de pekelauto’s rijden af en aan. Vriend Jos haalt mij met zijn motoraanhanger op we rijden samen mijn spullen en mijn motorfiets zoutvrij naar Klundert. Mijn BMW R1200 GS Adventure en ik zijn blij en dankbaar.

Een medewerker van Nord Cargo vangt ons op en met z’n drietjes plaatsen we de motorfiets op een speciale pallet. Er staan dozen met sjorbanden en plankjes om alles stevig vast te zetten. Het is allemaal prima geregeld.

Ik ben helemaal vastgebonden en ik kan geen kant meer op, fluistert ze zachtjes in mijn oren. Ik wrijf haar nog even over haar rug, wens haar en goede reis en Jos en ik stappen in de auto voor de lunch.

Twee dagen later land ik ‘s avonds op de luchthaven van Barcelona. Na wat oefenen, wat gokjes, drie verschillende metrolijnen en een stukje wandelen, lukt het mij om binnen twee uur mijn hotel in Barcelona te bereiken. Als toekomstig wereldreiziger vond ik het laf om een taxi te nemen.

Het hotel is prima. Dat mag ook wel voor 250 euro voor twee nachies. Het is gelukkig droog en de temperatuur voelt in de stad zijdezacht aan. Dus heerlijk met de wandelschoenen op zoek naar een Spaans biertje. Dàt lukt! Voor mínder dan twéé euro! Ik ga hier wonen!

Ik probeer aan de bar de Spaanse krant te lezen maar ik kom in het Spaans nog maar ietsje verder dan de plaatjes. Die overigens allemaal de sneeuwval (!) van de dag ervóór in en rond Barcelona tonen. Fijn dat ik mijn winterhandschoenen en de wintervoering van mijn Stadler-pak bij mij heb.

De oudere Spaanse dame naast mij merkt mijn interesse in de sneeuw op. Omdat op mijn vest met grote letters BMW MOTORRAD staat, vraagt ze in het Spaans of ik uit Duitsland kom.

Als ik haar vervolgens vertel dat ik uit Nederland kom, vertelt ze in vloeiend Nederlands dat ze 13 jaar ‘in zonde’ in Amsterdam en Den Haag heeft geleefd. Ik val bijna van mijn krukkie.

Ze vertelt heel blij dat ze Nederlanders zo vrolijk, open en gezellig vindt. En helemáál als ze de Nederlanders vergelijkt met de bewoners van haar geboortestad, Barcelona. Dàt zijn echte chagrijnen, vind ze oprecht. Best wel leuk om dat aan te horen.

We raken gezellig aan de praat en natuurlijk vindt ze mijn verhaal over mijn motorreis ook prachtig. Ze belooft mij dat ik geen sneeuw meer zal krijgen. Een hele geruststelling.

Ze geeft mij een tip waar ik lekker kan eten, geeft mij een hand, vertelt dat ze Mercedes (!) heet, zwaait en vertrekt.

En inderdaad. Het is er heeeeeerlijk! Een bijzondere volkoren pasta met een dik aangemaakte olijvensaus, hete garnalen met lekkere pepertjes en héél veel extra knoflook.

Morgen verder op stap. Dan ga ik Barcelona verkennen.

Coos op Reis: nog meer voorbereidingen

In de serie “Coos op Reis” hier het volgende verslag van onze verhalenmaker Coos van der Spek. We reizen met hem mee:

WÉÉR TWEE STAPPEN DICHTER BIJ MIJN DROOM…

De voorbereidingen voor mijn motorreis van drie maanden door Zuid-Europa zijn in volle gang. Wat gaat er zoal binnenkort gebeuren?

Volgende week maandag breng ik samen met motormaat Jos Francke mijn motor naar transportbedrijf Nordcargo in Klundert (bij de Moerdijk). De vrachtwagen vertrekt dinsdag en arriveert dan donderdag in Barcelona.

Vervolgens zet de familie mij woensdag op Schiphol op het vliegtuig naar Barcelona. Een enkeltje kost slechts 29 euro. Niet te geloven, hé. Daar komen weliswaar nog wat knaken bij voor de luchthavenbelasting en het aankopen van extra beenruimte, maar dan nóg…

Overnachten in Barcelona is daarentegen weer enorm duur: 250 euro voor twee nachten in hotel Exe Mitre. Het zal daar wel vakantieweek zijn. Nou ja, dan maar twee dagen niet eten… Op mijn wishlist staan o.a. de Sagrada Familia, La Rambla, Barri Gotic – de Gotische wijk, Mercat de la Boqueria – de versmarkt etc.

Op vrijdagmorgen pikt een medewerker van het transportbedrijf mij bij het hotel op. Een uur later hangen mijn koffers aan mijn motor, trek ik mijn motorpak aan, laad mijn eerste voorgeprogrammeerde route in mijn navigatiesysteem en vertrek voor de eerste 300 kilometers. Vroemmm! Deels door de bergen. Lekker stoer. Gewoon gelijk het grove werk. Ik duim voor redelijke temperaturen…

Even een blik terug? Afgelopen winter heb ik heel wat uurtjes achter de computer gezeten om mijn routes uit te stippelen. Ik heb reeds zo’n 10.000 km uitgezet. Poeh… en das best héél ver, hoor. Het uitstippelen van routes doe ik overigens met het programma Basecamp van Garmin.

De routes zet ik straks vervolgens over in mijn navigatiesysteem. Tijdens het rijden krijg ik dan via blauwe tandjes de zeer gedetailleerde navigatie-instructies in mijn helm te horen en kan ik  op mijn scherm zien hoe de weg verloopt. Ik heb ook een kleine laptop bij mij, zodat ik onderweg verder kan knutselen en routes eventueel kan bijstellen. Je zal immers maar eens een leuke tip van iemand krijgen. Zo kreeg ik van motormaat Jan Draijer al een fraaie route door Noord-Spanje en viste ik in Moto73 (ooit door jeugdvriend Ad Keukelaar mede opgericht) de vestingsroute A RAIA langs de grens Portugal-Spanje op. Allebei aanraders voor jullie toekomstige plannen, lezers!

We kijken weer vooruit. De eerste reisavond overnacht ik in de luxe bed & breakfast Luz de Azahar in Peniscola. Tja, ik weet ook niet wat ik daarvan moest denken. Maar de motorfiets mag gelukkig veilig in de garage. Dat dan weer wel…

Zaterdag rijd ik dan deels langs de oostkust en deels door de bergen naar Valencia. Ook een kleine 300 km. Ik heb een paar mooie slingerwegen gevonden. Whoeiiii!! In Valencia vond ik hotel Malcom and Barret. De motor mag voor € 10,- in de garage, zei de mijnheer door de telefoon. Pfff… ik vroeg of we die avond dan ook zouden gaan kussen. Dat begreep hij niet. Als ik genaaid word, dan wil ik er graag bij zoenen, vertelde ik hem. Nou, we zijn nu al geen vrienden…

Zondags zal ik wederom circa 250 km denderen. Op weg naar Los Alcazares. Bij Murcia. Via Facebook kwam ik terecht bij de vriendelijke Belgische mijnheer Marcel Verbist. Ik mag voor een schappelijk bedrag zijn appartement een week lang huren. In dat weekje zal ik ook zeker gaan wandelen, gaan hardlopen, een boek gaan lezen en overdag een lekker dutje doen. Owja, ik heb TWEE e-readers bij mij. Voor als er eentje defect gaat… Better safe than sorry.

In die week zal ik ook mijn ONROUTE-motorkaart in mijn navigatiesysteem gaan gebruiken. Deze elektronische kaart zorgt ervoor dat ik via speciale mooie motorweggetjes het binnenland in kan trekken.

De zondag erna vertrek ik weer verder naar het zuiden, richting Gibraltar en Portugal. Ik mik dan eerst op Almeria. Maar zover is het nog láng niet…

Ik hou jullie op de hoogte. Reis lekker virtueel een poossie met mij mee!

Coos op Reis: dit gaat écht gebeuren!

Gisteren stelden wij Coos van der Spek aan jullie voor. Vandaag zijn eerste verhaal in de serie: Coos op Reis: We publiceren dit graag zoals Coos het aan het begin van zijn pensionering schreef, de reis is dus al gemaakt, wij kijken mee in de film van Coos.

Een droom wordt werkelijkheid.

Ik ga binnenkort een paar maanden met mijn motor door Europa trekken. Tentje mee. In mijn eentje. Ja, ik weet het… Mijn motormaten noemen mij nu al Remi, vertellen dat ik een egoïst ben, zijn kwaad en wensen mij veel lekke banden. En tóch ga ik héérlijk in mijn eentje. Géén overleg, géén discussie, géén ergernissen, géén verantwoordelijkheden. Vrijheid!

Eind februari vertrek ik. Ergens eind mei ben ik terug. Óf eerder als ik heimwee krijg…

Omdat het in februari in Frankrijk voor mij nog niet warm genoeg is en ik daarom tóch alleen maar snelweg zou rijden, laat ik mijn motor vanaf Klundert met de vrachtauto naar Barcelona rijden. Nord-Cargo rijdt dagelijks o.a. naar Barcelona, Malaga etc.

Ik heb vandaag daar de manager gesproken en goede afspraken gemaakt. En ik heb in Klundert gezien hoe alles werkt. Ik rijd straks zelf mijn motor op een ijzeren rek en ben er bij als ze hem vastzetten. Het rek wordt met een vorkheftruck in de vrachtauto geplaatst. Mijn zijkoffers, tassen, motorkleding, laarzen en helm reizen op een aparte pallet mee.

Na ontvangst van de motor in Klundert brengt de manager mij naar station Zevenbergen. Vandaar kan ik in mijn gewone kleding met de trein naar huis. Een dag later vlieg ik in datzelfde kloffie naar mijn hotel in Barcelona en … wandel ik ‘s avonds over de Ramblas. Ik denk zo maar dat ik daar tapas eet en een San Miguel drink. Wellicht twee..

Twee dagen later pikt een medewerker van Nord Cargo mij bij het hotel in Barcelona op. Hij brengt mij 25 km verderop, naar de plek waar mijn motor veilig binnen staat. Dáár trek ik mijn motorspullen aan, start de motor en dender met een heerlijk lente-temperatuurtje richting het zuiden. Dat is het eerste deel van het plan. En dan volgt het vervolg…

Zo’n 600 km richting Gibraltar, bij Murcia, heb ik inmiddels voor een week een appartement gehuurd. Een mooie uitvalbasis voor wat tripjes de bergen in én op loopafstand van eettentjes, het centrum én… het strand!

Via Zuid-Spanje zal ik naar Portugal rijden. Dan via de westkust terug naar Noord-Spanje, Zuid-Frankrijk, Italië en Zuid-Italië. Afhankelijk van het weer én het tijdstip én of het daar veilig is, kom ik óf via Italië weer richting huis óf vaar ik eerst over naar Griekenland. Zie plaatje.

Inmiddels ben ik aan het genieten van de voorbereidingen: heb ik in Moerkapelle de bovenzijde van mijn koffers tegen onnodig beschadigen beschermd, in Zoetermeer extra bagagetassen voor óp mijn drie koffers plus bevestigingsmaterialen gekocht, in Woerden een stoeltje en een gasbrander en in Gouda een pannetje, bord en bestek en een plastic wijnglas aangeschaft, in Amsterdam een speciale laptop voor mijn routes kado gekregen etc etc.

Kortom! Ik ben er bijna klaar voor… Hééé, hoe klinkt dat? Als een plan? Een goed plan?

Coos op Reis: Drie maanden met de motor door Zuid-Europa

Ikzoekeenmotor.nl stelt je graag voor aan een nieuwe motorreis-verhalenverteller: Coos van der Spek. We gaan nog heel wat verhalen van hem lezen. We publiceren dit zoals Coos het aan het begin van zijn pensioen schreef, de motorreis is dus al gemaakt, wij kijken mee in de film van Coos:

Coos van der Spek (1952) droomde op de Middelbare School op 14-jarige leeftijd al van brommers. Na zijn bromfietsperiode haalde hij direct in 1970 op 18-jarige leeftijd zijn motorrijbewijs in Rotterdam. Overigens in vijf lessen á negen gulden per uur. Vervolgens keerde hij zijn spaarvarken om en schafte een spiksplinternieuwe Honda CB250 aan. Daarmee stak hij voor het eerst van zijn leven de grens over en ging met zijn huidige vrouw met een tentje op vakantie naar Zwitserland. Vele motorreizen en avonturen volgden. En zó begon het motorleven van Coos….

Coos startte in 1969 zijn arbeidzame leven als shiftleader-operator in de ICT. Na een paar jaar avondstudie klom Coos snel via analist-programmeur op naar ontwerper en projectmanager. Aanvullende avondstudies zorgden ervoor dat hij het grootste deel van zijn vijftigjarige (!) carrière als manager leiding mocht geven aan grote ICT-afdelingen en interessante omvangrijke en complexe ICT-projecten. Coos werkte bij bedrijven als Melkunie, ISS en DAS Rechtsbijstand.

Kort na zijn pensionering liet Coos een oude droom in vervulling gaan. Hij startte zijn drie maanden durende avontuurlijke motorreis door Zuid-Europa.

In de komende maanden zal hij regelmatig op zijn eigen en kenmerkende wijze ‘een luchtig verslag’ over zijn avonturen schrijven. We kijken nu al uit naar zijn verhalen.

Coos (1952) is getrouwd met Janny (1951). Zij wonen sedert 1990 in Linschoten, een dorpje onder de rook van Utrecht. Zij hebben een dochter Danielle (1978).

Tip van de redactie: als je onderaan de artikelen op de “tag” Coos van der Spek” klikt, of links op deze banner, dan kom je straks vanzelf in zijn serie van verhalen. We starten vandaag… 

Go West Young Man

Go West Young Man

Juist nu we niet kunnen reizen, niet mogen reizen, is het een troost om reisverhalen te kunnen lezen. Gewoon even dat gevoel alsof je de prachtigste routes langs indrukwekkende Amerikaanse kusten rijdt. Hans en Dia den Ouden reizen al jaren over de hele wereld en in hun motorreis-verhalen op Ikzoekeenmotor.nl delen zij met ons hun belevenissen. En of je deze verhalen nu leest als motorrijder, of als reiziger in het algemeen, het blijft genieten….        Hier weer een verhaal van Hans:  

Na het buitenaardse traject door Utah kwamen we aan in Nevada. Achteraf hadden we vanuit Utah nog Arizona in moeten rijden en dan vooral richting de Grand Canyon. Want dat is natuurlijk ook een schitterende omgeving. Dat hebben we dan nog te goed voor een volgende reis. Het stuk door Nevada was tamelijk leeg en er waren weinig campings en hotels langs onze route. Zo reden we 1200 km in twee dagen en we hebben geen enkele foto gemaakt. Soms reden we 200 km door een totaal leeg gebied. Een deel van dit traject ging langs de oude Route 66.

Bij een supermarkt kwam er een andere motorrijder aangereden op een KTM 1290. Hij keek naar onze nummerplaten en zoals iedereen wilde hij weten waar we vandaan kwamen. Zijn openingszin was: “I can tell  by your face that you’ve been on the road a long time.” En zo voelde het ook wel na 18.000 km.

De man was 76 en vertelde dat hij pas een off-road trip had gemaakt met zijn zoon en kleinzoon. Hij kreeg last van warmtestuwing (een zonnesteek) en hij belandde daardoor in het ziekenhuis. Het was dan ook flink warm. Ik heb hem onze “Cooldown” vesten laten zien en de werking uitgelegd. We zijn gestopt in Carson City, de hoofdstad van Nevada en hebben onze plannen aangepast. We besloten om richting Sacramento te rijden en dan langs de kust over Highway One naar het noorden te rijden.

We waren erg moe van de afgelopen twee dagen rijden en sliepen mede daardoor ook nog eens slecht. Daarnaast moest er gas gekocht worden voor het kooktoestel en die winkel ging pas om 09:00 uur open. De timing om daar gas te gaan kopen bleek goed, want het oude blik was die zelfde avond leeg. We reden een heel stuk langs Lake Tahoe, een iconische plek. Het meer is prachtig en is omgeven door bergen. Tegen de wanden staan veel enorm grote huizen tussen naaldbomen. Het deed ons denken aan Paris Plage.

Van dit stuk had ik geen route gemaakt en dus gebruikte ik de functie “kronkelroute” van de Garmin Navigatie. In Nederland werkt dat niet geweldig maar hier wel. Behalve 10 km snelweg ging het inderdaad alleen maar over kleine bochtige weggetjes. Wel werd het weer erg warm, de temperatuur liep op tot 38ºC.

Na Lake Tahoe volgende nog Lake Donner, ook een mooi meer in de heuvels. We kampeerden in Oroville op weg naar Ford Braggs aan de kust.

De volgende dag reden we een leuke slingerweg door Napa Valley, tussen de wijngaarden door en daarna alleen maar bochten tot we aan de kust waren. Het werd in de middag wederom 38ºC en ondanks de Cooldown vesten was het samen met het intensieve rijden erg vermoeiend. Gelukkig ging de weg in de middag door een bos met sequoia bomen. We vonden een camping die vol stond met deze bomen.

Het bordje bij de camping meldde dat er geen plek was, de ervaring heeft geleerd dat het toch vaak loont om dat nog even na te vragen. De dame aan de balie meende in eerste instantie ook dat ze geen plek had, maar uiteindelijk bedacht ze dat er toch nog een klein plekje beschikbaar was. Op de foto kan je zien dat klein een relatief begrip was.

De volgende dag reden we op de kustweg en daar was het een comfortabele 21ºC. Op de parkeerplaats bij de supermarkt kwam een zeker Larry naar me toe. Hij wilde alles weten van onze reis en wilde met ons op de foto. Hij reed ook op een GS, maar hij was nog nooit op reis geweest. Hij bleek een pastor te zijn, na het gesprek kreeg ik een boekje van hem, zie de foto, nu zou het vast goed komen met ons…

Vanaf Gualala reden we langs de kust noordwaarts over een prachtige weg, grotendeels met uitzicht over de oceaan. Na een half uur kwamen we bij wegwerkzaamheden waar we tien minuten moesten wachten op de tegenliggers.

Tijd genoeg dus voor een babbel met de verkeersregelaar en de agent die er toezicht hield. Uiteraard werd er uitgebreid gevraagd waar we vandaan kwamen en hoe we de motoren getransporteerd hadden.  Na wat selfies over en weer konden we weer verder rijden. De temperatuur vlak aan zee was wederom perfect met 21ºC. Na 150 km boog de weg, Highway One af landinwaarts en liep de temperatuur snel op naar 32ºC.

We kwamen langs de sequoiaboom waar je met de auto onderdoor kan rijden. Dat kost $10.- voor twee motoren. Het staat daar echter vol met van die bomen, daar kan je dan weer niet onderdoor, maar ach.  Highway 1 gaat over in de 101 en die loopt weer terug naar de kust, alleen dat is dan 150 km verder. We besloten te stoppen na slechts 185 km gereden te hebben en vonden een camping met zwembad.

We zijn twee uur gaan wandelen in St. Patricks Point State Park. Vlak aan de kust was het met 12ºC aan de frisse kant,

 

De volgende dag reden we Oregon in. Californië is een dure staat. De camping daar kostte $39 gemiddeld en in Oregon $16. De benzine was in Oregon $0,70 per gallon goedkoper. De camping in Humbug Mountain State Park was wat meer ingericht op tentkamperen i.p.v. RV’s.

Grappig is dat Amerikanen op een camping altijd onmiddellijk in de weer gaan met hout om een kampvuur te maken, dat zorgt kennelijk voor het “outdoor” gevoel of is het “survival”? In ieder geval zit je dus vaak in de rook en kerosine lucht. Iedereen heeft minstens twee honden bij zich. De buren hier waren continu in de weer met hun bedoeninkje. Het was verbazingwekkend om te zien wat ze meegesleept hadden. Ze hadden bijlen bij zich waar je een sequoia mee kon omhakken.

We reden verder langs de kust richting de ferry naar Vancouver Island. Onderweg zagen we veel arenden en in de zee zeehonden. Het was moeilijk om een camping te vinden want het was het laatste weekend van de schoolvakantie en dan trekken velen er nog even op uit, Uiteindelijk vonden we een KOA camping in Astoria, met nog een plek waar je de tent op een vlonder moet neer zetten. Dat paste maar net.

De volgende dag waren we in Washington en ook daar waren de campings erg vol. Bij een visten we net achter het net en werd de laatste plaats aan iemand anders vergeven. Het was inmiddels 16:30 uur en de dame van de camping zei dat er 100 mijl naar het noorden nog wel een camping was, dat is dus 160 km. We zagen er kennelijk moe en hopeloos uit, een van de mensen die wel een plekje hadden gekregen kreeg medelijden met ons en we mochten hun plekje hebben, zij zouden dan nog een eind naar het zuiden door rijden. Geweldig!

->> Volgende keer: Vancouver Island