Tag archieven: avontuurlijke reizen

Welk merk motorbanden zou je laten monteren?

De koptekst van dit artikel is exact de vraag die wij een maand geleden stelden in een poll in onze besloten groep Passie Voor Motoren, Ikzoekeenmotor.nl op Facebook. We hebben bijna 4800 leden en daarvan hebben er afgelopen maand dus 250 hun stem uitgebracht. En natuurlijk kun je eigenlijk niet zo maar voor een merk motorband kiezen. Het is namelijk erg afhankelijk van het soort motorfiets en hoe je je motorbanden gaat gebruiken.

Foto gemaakt bij Sabra Motorbandenservice, zie onderaan het artikel.

Hoe kwamen de merken motorbanden eruit?

Toch zeggen de keuzes van onze stemmers wel iets over merkbekendheid, merkentrouw en voorkeuren.

We zetten de keuzes van deze 250 stemmers op een rij:

    1. Bridgestone met 39 %
    2. Michelin met 19 %
    3. Metzeler met 12 %
    4. Pirelli met 10 %
    5. Continental met 7 %
    6. Dunlop met 6 %
    7. Avon met 3%
    8. Heidenau met 2%
    9. Maxxis met 1 %
    10. Mitas met 1 %

We kunnen hieruit opmaken dat Bridgestone met afstand het meest gekozen bandenmerk is. We begrepen al dat Bridgestone en Michelin al jaren de 2 grootsten zijn. Opvallend in ons onderzoek vonden we dat Metzeler en Pirelli hier boven Dunlop eindigden. Wellicht heeft dit alles te maken met het gegeven dat we veel toerrijders in onze groep op Facebook hebben? De cijfers verschillen verder niet enorm van de landelijk bekende cijfers. We danken iedereen voor het stemmen. En, ben je het ergens niet mee eens, heb je commentaar, reageer dan onder dit artikel in de comments. Meer dan welkom!

Wat je echt moet weten over jouw motorbanden?

Dit beschreven we 4 jaar terug al eens in dit interview met Eric Versteeg van Sabra Motorbandenservice.

Marokko, een schitterend avontuur op de motor

Onze trouwe schrijver Hans den Ouden schrijft in een uitgebreid artikel waarom Marokko een prachtig land is voor mooie motorreizen. Hij reist met zijn vrouw Dia de hele wereld rond en in dit verhaal een verslag van hun laatste motortrip. Meer lezen? Check hun Facebook groep.

Marokko is dichtbij. Het is een prachtig land om te bezoeken op de motor. Wij zijn er nu twee keer een maand geweest in december en januari. Als je er heen gaat, hou er dan wat betreft je motorkleding rekening mee dat het in de zomermaanden erg warm kan zijn en dat het in de bergen in de winter kan sneeuwen en ook best wel koud is.

Wanneer naar Marokko?

De beste periodes om naar Marokko te gaan op de motor zijn de maanden maart t/m mei en september t/m november. Voor eventueel offroad rijden is het najaar beter omdat het dan droger is dan in het voorjaar.

Ramadan en horeca

Ook iets om rekening mee te houden is de Ramadan, dan zijn overdag de restaurants vrijwel allemaal gesloten en kan er alleen voor zonsopgang en na zonsondergang gegeten worden in restaurants.

Kamperen en hotels

Je kan in Marokko ook kamperen, maar de meeste campings, die wij zagen, waren vooral gericht op campers en eventueel caravans. De ondergrond is meestal hard en zanderig. Wij kamperen niet in Marokko, de hotels zijn veel goedkoper dan in west Europa, variërend van €25 tot €50 voor een tweepersoonskamer per dag. Het scheelt een hoop bagage. De meeste wegen zijn van goede kwaliteit, maar door onderhoudswerkzaamheden rij je soms stukken over gravel. Je kan Marokko op elke soort motor rijden, we zagen Goldwings en H-D cruisers. Wij kozen deze keer voor onze Suzuki Vstroms. Dia heeft een 650XT en ik heb een 800DE.

 De reis er naar toe en eventueel vervoer van de motor 

Je kan je motor er natuurlijk heen rijden, maar je kan hem ook per vrachtwagen naar Malaga sturen. Rij je zelf, zoals wij deze keer deden en mijdt je zoveel mogelijk de snelweg, dan ben je er in een dag of acht. Over de snelweg is het 2500 kilometer en zou je het in ongeveer vier dagen kunnen doen.

Stuur je de motor naar Malaga per vrachtwagen, dan ben je met Nordcargo vanaf Klundert op de Moerdijk ongeveer €420 kwijt voor een enkele reis. Neem je een retour, dan kost het wat minderper reis. Je kan al je bagage, dus ook je motorpak, helm en laarzen met je motor meegeven op een pallet, dat kost niets extra. Zelf ga je dan per vliegtuig. Desgewenst komt iemand je ophalen op de luchthaven, het is maar een paar kilometer, maar er zit een rivier(bedding) tussen en het is een snelweg. Dus lopen gaat niet.

Vanaf Malaga is het twee uur rijden naar Algeciras, waarvandaan de ferris vertrekken. De ferries van vier verschillende maatschappijen varen allemaal meerdere keren per dag naar de diverse havens in Marokko. Afhankelijk van welke route je kiest, ben je in een tot anderhalf uur in Marokko. Je kan met de ferry naar Cueta, Tanger Med en Tanger. Cueta is een Spaanse enclave, dus dan is de grensovergang een eindje verderop. Als je via Tanger of Tanger Med reist, dan is de douane al op de ferry aanwezig en kan je ook vast je motor aanmelden en laten registreren. Daarbij krijg je dan een klein papiertje uitgereikt wat je weer in moet leveren als je het land verlaat. Dat is belangrijk want anders is je motor nog in Marokko, volgens hun administratie en mocht je ooit nog terugkomen, al is het op een andere motor, dan heb je een uitdaging. De motor wordt gekoppeld aan het nummer dat ze in je paspoort schrijven (een soort BSN voor buitenlanders). Overigens werd bij ons afgelopen jaar in Tanger Med bij vertrek de informatie in een tablet ingevoerd en werd het papiertje dat we in Cueta hadden gekregen niet ingenomen. Dat wisselt dus per haven.

Je motor wordt adequaat vastgezet door de medewerkers van de ferry. Meestal is de zee erg rustig, maar soms staan er redelijke golven als het de dagen ervoor hard gewaaid heeft. Je kan een open retour kopen, bijvoorbeeld bij Africa Morocco Link, dat is goedkoper dan twee enkele reizen.

Waarom naar Marokko?

Er zijn adembenemende landschappen, zoals in het Atlasgebergte, de woestijn, bijvoorbeeld bij Erg Chebbi en er is een kust met plaatsen als Agadir en Essaouira. Daarnaast zijn er fascinerende steden, zoals Chefchaouen (de blauwe stad) Fez, Meknes, Marrakech enz. met middeleeuwse medina’s en kasbahs. Het is Afrika ‘light’, je bent wel in Afrika, maar het is toch heel anders dan de landen die er ten zuiden van liggen.

Er zijn prachtige motorroutes om te rijden, met talrijke bochten.

De meeste wegen zijn van goede kwaliteit en buiten de steden is het erg rustig. In de steden moet je wel alert zijn in het drukke verkeer, vooral op de vele rotondes. Al onze routes staan op MyrouteApp en op openbaar, dus wil je een leuke rondreis maken, dan kan je daar de routes downloaden. Zie de link onderaan.

Onderweg

Wij reden de laatste keer vanaf de ferry naar Chefcahouen, de blauwe stad. Het hotel Parador ligt aan de rand van de medina en daar kan je heerlijk dwalen door de nauwe straatjes met talloze winkeltjes. Natuurlijk probeert iedereen je wat te verkopen, maar echt opdringerig is het allemaal niet.

In Fez, wat overigens een grote stad is, met 1,2 miljoen inwoners, mag je de leerlooierijen niet missen.

Via Azrou reden we naar Beni Melal. Onderweg kom je door Ifrane, daar zijn de huizen gebouwd in Zwitserse steil, het is een wintersportoord als is er maar tien kilometer piste. Het ligt op een hoogte van 1655m. Het is een van de schoonste plaatsen ter wereld. Vlakbij ligt het Ifrane National Park waar in de prachtige cederbossen de berberapen over de weg lopen. Laat je daar overigens geen pelpinda’s aansmeren, om ze te voeren, door ‘behulpzame’ figuren, want dat kost je zo maar €15-20.

Onze route eindigde in Beni Melal en daarvandaan reden we naar Marrakech, een prachtige route door de bergen met grotendeels vers asfalt. Wij vinden de medina van Marrakech niet zo heel boeiend. Het hotel, Moroccan House ligt vlak bij de uitvalswegen, dus dat is fijn. Het is een leuk hotel, gebouwd als riad. Marrakech is ook een grote, drukke stad met ruim 1 miljoen inwoners. We maakten vanuit Marrakech een rondrit door de bergen. Een prachtig gebied met schitterende uitzichten. Er is nog wel veel schade te zien aan de huizen, na de aardbeving in 2023.

Mooiste routes in Marokko

Na Marrakech reden we naar Taroudant, dat is een van de mooiste routes in Marokko. Het is de weg naar de Tizi ’n Test pas op 2100m. Deze route is echt genieten van prachtige uitzichten en fraaie bochten, al was de route in onderhoud toen wij er waren. Boven op de top van de berg ligt een leuk restaurantje waar je een heerlijke Berberomelet kan eten.

Na Taroudant besloten we naar de  kust te rijden, in Agadir omdat het daar altijd lekker weer is, zo rond de 20ºC in januari. Lekker om een paar dagen te ontspannen. We namen daarna de route weer op richting Tafraoute.

Geen restaurants…

Eenmaal in de bergen werd het feest. De omgeving is schitterend en de weg is goed en slingert omhoog naar 1700m. Een strakblauwe lucht en een temperatuur oplopend tot 25°C maakte het feestje compleet. In de middag zagen we ook nog drie gazellen. Helaas gingen ze er te snel van door om ze te kunnen fotograferen. Dit, grotendeels door mensen verlaten gebied, is echt een paradijs voor motorrijders. Je moet er wel rekening mee houden dat op dit traject vrijwel geen restaurants zijn en je dus je eigen lunch moet meebrengen.

En dan naar Ait Benhadou waar de films zijn opgenomen, zoals Gladiator 1&2 en Game of Thrones en nog vele andere. Het is leuk om er een uurtje doorheen te wandelen. Dan naar de Tizi ’n Tichka een prachtige route weer door de kloof van de rivier en dan de bergpas. Dit is een nogal toeristisch gebied, maar desalniettemin prachtig. In Demnate zagen we een guesthouse langs de weg. We parkeerden de motoren in de eetzaal, waar we de volgende morgen ook ontbeten. Het uitzicht uit de kamer over de vallei was prachtig en de zonsondergang was ook een feestje. De volgende morgen reden we naar N’kob. De route is schitterend en gaat door de hoge Atlas. De bergdorpjes zijn veelal verlaten en de kasbah’s waar je langs rijdt zijn vervallen. De omgeving is echter prachtig. We stopten voor de lunch in het welvarende Ouarzazate, waar de filmstudio’s zijn.  De Atlas studio is de grootste filmstudio ter wereld. Ook de weg tussen Ouarzazate en N’kob is een feestje om te rijden. Geleidelijk verlaat je de hoge Atlas, maar N’kob ligt nog altijd wel op 1500m hoogte. We verbleven in de Kashbah Ennakb, een authentiek Marokkaans hotelletje.

De weg van N’kob naar Merzouga is saai, op de loslopende kamelen na. We verbleven in Merzouga/Hassiabiad in het hotel Camel’s House, dat ons was aangeraden. We reden de volgende dag met Mohammed van het hotel met zijn Landcruiser de woestijn in. Een bijzondere ervaring.

De woestijn is overweldigend.

Je bent snel buiten de bewoonde wereld en het was er ongelooflijk stil. Mohammed verzorgde ook de lunch. Hij maakte een berberpizza. Dat is een dubbelgevouwen pizza, zoals een pizza calzone en die wordt dan onder de grond gebakken. Ik was verrast dat er geen as of zand meer op zat toen hij weer uit de bodem werd gehaald. Hij smaakte prima. Ooit was hier een zee, tienduizenden jaren geleden. Op sommige plaatsen vind je dan ook fossielen van allerhande schelpen en andere zeedieren. Ook zijn er op veel plaatsen nog witte plekken door het zout wat is neergeslagen.

De weg naar Tinghir is saai en lang. Het plan was om twee dagen te blijven, maar na een nacht in het eerste hotel verhuisden we naar een ander. Dat eerste hotel had bedden zo hard als beton, het was er stervenskoud en er was geen warm water. Het was wel goedkoop. We verhuisden daarom naar Hotel Tomboctou, dat had dan weer heerlijke bedden en een warme douche. Het hotel heeft ook een garage. Hoewel in Tinghir de grootste zilvermijn van Afrika is, is het een wat armoedig plaatsje. Na de verhuizing reden we de 40 kilometer lange Todra of Togda kloof in. De bergen daarna zijn indrukwekkend, kaal en hoog. We reden tot op 2700m. Het was koud, de temperatuur zakte naar 0°C en we zagen een paar sneeuwvlokjes neerdwarrelen. Het beoogde tankstation vonden we niet, zodat we na verloop van tijd ons wat zorgen begonnen te maken. In een dorpje vonden we een man die benzine verkocht. Beide motoren werden gevuld met 10L uit een jerrycan en het bleek ook nog maar €1 per liter te kosten. Even verder zagen we een leuke restaurant voor de lunch, we aten er een authentiek Marokkaans gerecht met kip, ei en een salade. We waren evenwel zo koud geworden dat we besloten om te keren en nog een dag te blijven zodat we de volgende dag de Gorge du Dades konden rijden. De rit daar naar boven is vermakelijk, hoewel er niet meer dan 13 bochten zijn waarvan ongeveer de helft haarspeldbochten zijn. Bovenaan stopt iedereen om de verplichte foto te maken. Daarna is het landschap prachtig. Op een gegeven moment kun je linksaf naar Imilchil en rechtsaf over de bergen terug naar Tinghir. Die weg is nieuw en prachtig. Sommige stukken zijn nog niet helemaal klaar, maar het is goed berijdbaar gravel. Na ongeveer 10 km begint het asfalt weer en toen ik een bocht omkwam reed ik de schaduw in en daar lag ijs. Mijn voorwiel gleed meteen weg en ik sloeg tegen de vlakte. Gelukkig was alleen het schakelpookje verbogen en had ikzelf ook geen schade.

Van Tinghir reden we naar Midelt. Een deel van die route is prachtig, door de bergen, langs een rivierbedding, die je af en toe kruist. Op de meeste plaatsen staat de rivier echter droog. Het hotel, Riad Villa Midelt was prima, maar niet heel goedkoop.

Midelt ligt op 1400 meter en het was er dan ook weer frisjes. Van Midelt reden we door het cederbos bij Azrou weer naar Fez. Onderweg zagen we deze keer veel apen. Fez ligt op 215 m hoogte en het was er dan ook aangenaam warm met 20ºC. We reden nog een keer naar Chefcahouen, de prachtige blauwe stad (foto onderaan artikel), waar we onze Duitse vrienden ontmoetten die met een camper op reis waren door Marokko.

Na nog een dagje lanterfanten reden we naar de ferry in Tanger Med. Vandaar vaar je in anderhalf uur naar Algeciras. We waren 25 dagen in Marokko. Dia zei de laatste dag: ‘We gaan hier zeker nog een keer heen.’ We keken naar het weer in Spanje en Frankrijk en zagen dat het overal regende. Daarom gingen de motoren terug met Nordcargo en wij namen het vliegtuig.

Hier staan onze routes:

//www.myrouteapp.com/profile/routes/1025443#-1/datetime/asc

 

De hoogste weg ter wereld op twee nieuwe motorfietsen

Umling La is de hoogste berijdbare pas ter wereld, verscholen in de Himalaya in Noord-India. Team CTXP vertrekt vanaf een paar honderd voet boven zeeniveau in Delhi in de hoop dat ze regenstormen, weggespoelde wegen en zuurstofgebrek kunnen overwinnen om het tot meer dan 19.000 voet te schoppen. Zullen Zack en Spurg de hoogste weg ter wereld bedwingen? En hoe bevalt ze dat op twee splinternieuwe Triumphs.

Tussen twee dames in een tentje beland

De motorrijder die op het terras was aangeschoven zei: “ik rij nu alweer een jaar motor. Maar ik heb nog steeds niks mee gemaakt”. Ik keek naar zijn glimmende fiets en zijn keurige motor outfit. Ik keek naar mijn motorfiets waarvan de meeste mensen alleen maar denken “Wat een oud ding” en bedacht dat het net vrij fris rijden was in mijn T shirt en sandalen. Maar de boeren omelet op mijn bord deed zijn best om me weer blij te maken.

Avontuur gezocht

“Wat dacht je dan mee te maken?” ”Nou ja, je leest van alles. Motorrijders maken van alles mee. Ik rij alleen maar rondjes”. Vrouwen claimen vaak het recht op emoties. Wij jongetjes hebben ook emoties. Niet dat we doorgaans weten wat we daar mee aan moeten. Maar toch. In het diepst van onze psyche – let even op: bij mannen is er pas vanaf bouwjaar 1960 een psyche gemonteerd, voor die tijd deden we maar wat – willen we graag leven zoals in jongensboeken uit de jaren vijftig en zestig. Maar dan wel met een sexleven. Want dat was in die lectuur een wat ondergeschoven onderwerp.

Allemaal valse romantiek

Motorrijden, trucker- en rechercheur zijn, dat zijn hoogst overgewaardeerde (plus in geval van de laatste twee, onderbetaalde) bezigheden. Voor ‘die hard’ motorrijders is motorrijden de belangrijkste bijkomstigheid in het leven. Voor veel mensen is motorrijden een lifestyledingetje. En boven alles is motorrijden nu iets voor 50-60+ ers. Dat is ‘where the nostalgia kicks in’. Wegdromen over je jeugd. De dingen die je hebt gedaan of had willen doen. Maar toen kwamen de kids. Kwam de carrière en de optionele scheiding en het tweede huwelijk.

Modern times

Na die blessuretijd kun je dan in de herkansing. Het realiseren van jongensdromen met de motor van je dromen. Of het moderne equivalent daar van. Want ook de meest gedomesticeerde mannen hebben doorgaans nog ergens een sluimerend Bokito gen. Dat hebben drie emancipatie tsunami’s er nog niet helemaal uit gekregen in een wereld waar wij mannen onze ‘zachte kant’ vroeger alleen maar gebruikten om op te zitten.

Avontuur valt tegen

“Er ligt olie onder je motorfiets” duidde mijn verse tafelgenoot bezorgd. “Ben je nou niet bang dat je met zo’n oude machine onderweg met pech komt te staan?” “Dat is geen pech. Dat is avontuur” corrigeerde ik hem vriendelijk. En dat wij hier zitten te ouwehoeren is ook avontuur. Kijk maar eens hoe vriendelijk dat serveersterje is. En daar staat een lief Moris Minortje”.

“Het zijn keuzes. Een kennis van me kreeg op een motortrip in Moldavië trombose in zijn been. De doktoren in het plaatselijke ziekenhuis spraken alleen Russisch. En in de OK stond er een raam open vanwege de frisse lucht. Hij heeft er een fantastisch litteken aan over gehouden. Een andere kennis ging off road en brak in Schotland een been. Hij heeft twee uur in de regen liggen wachten tot dat hij werd opgehaald in een Landrover van een landheer. In het landhuis werden de patiënt en zijn maat hartelijk ontvangen.
De lokale dierenarts keek naar het gebroken ben en gaf de gevallen ridder een stevige shot morfine. Ze kregen een dubbele borrel. De dochter des huizes had kostschool verlof en was hoogst onder de indruk van de stoere Dutchies. Eenmaal in het gips en in Nederland besliste de echtgenote van de brekebeen dat het nu afgelopen moest zijn met dat gedoe met die motorfietsen.
En een bekende van me, die op wereldreis is, zit nu al meer dan drie maanden vast in Nepal in verband met de Coronakriebels. Hij is al vijftien kilo af gevallen en wil naar huis” .
Dat was niet het soort avontuur dat mijn tafelgenoot zocht. Hij besloot dat het vooralsnog avontuurlijk genoeg was om in zijn eentje te blijven rijden. “Want als ik in een groep had gereden hadden we dit gesprek niet gehad”.

Het geheim: reis alleen

Motorrijden is van oudsher wat individualistisch. Rijden doe je in je uppie. Of maximaal met twee man. Als eenling ben je daarbij niet bedreigend en staan de kansen op onverwachte ontmoetingen open. Ik vertelde hoe ik een keer na een motorongeluk, een echtelijke ruzie en wat telefoonwerk in het Lake District in een tweepersoonstentje tussen een lesbisch koppel naar dromenland was gedeind. Mijn tafelgenoot keek dromerig weg. “Pech voor je dat ze lesbisch waren mijmerde hij”. “Pech dat de ene verschrikkelijk snurkte” antwoordde ik. Want met al die jongensboekendromerij moet je wel realistisch blijven.

Deze column is van Dolf Peeters. Zijn boek ‘Mannen, motoren en wat meisjes’ is helaas uitverkocht. Alle artikelen van Dolf op onze site, vind je hier.