Tag archieven: motorreis Balkan

Coos op Reis: naar huis

Via 1 klik op deze foto krijg je alle verhalen van Coos onder elkaar op deze site!

DE BALKAN – NAAR HUIS

Het is zondag 23 juni (als ik dit schrijf) en prachtig motorweer. Het is nu al ruim 20 graden en we gaan vanmiddag naar de 32 graden. Lekker bakken en braaien in het motorpak. Helm op en handschoenen aan. Mijn credo: het is óf zweet óf bloed. En ik heb die keus vijftig jaar geleden gemaakt: ik heb altijd alles aan. Geen uitzondering. Dan maar zweten. Ik blijf wel altijd de hele dag door veel water drinken.

Dit is mijn laatste reisdag, in deze Balkan serie Coos op Reis. Toch een beetje plotseling. Heerlijk om straks weer thuis te zijn en Janny te knuffelen, maar ook jammer dat morgen mijn avontuur voorbij is.

Ik pak voor de allerlaatste keer al mijn zooi bij elkaar en bind het op de motor. Mwah, dat inpakken ga ik zeker níet missen. Vanaf morgen liggen mijn tandenborstel en onderbroekies weer op dezelfde plaats en ben ik geen rondtrekkende nomade meer.

Vandaag reis ik vanaf Karlsruhe versneld naar huis. Een trip van circa 550 km. Dat deden Janny en ik in 1970 op onze Honda 250cc. Met heel, heel veel moeite. We waren die avond helemaal stuk en lagen om 19:30 uur te slapen. Met deze ultramoderne 1200cc BMW rijd ik deze afstand ontspannen en moeiteloos. Ik heb vandaag zelfs nog voldoende tijd om hele stukken toeristisch binnendoor te rijden en te genieten van het landschap. Snik, ik ga die fraaie bochten, de heuvels, de bergen en de snelstromende rivieren wel missen, hoor.

Maar goed, hierna heb ik ook weer tijd om nieuwe plannen te maken. En die komen er zeker.

Rond 18:00 uur plaats ik de motor thuis tikkend in de garage en kus ik Janny gedag. Ik stap snel onder de douche en neem haar ‘s avonds mee naar de beste Italiaan uit onze omgeving om alles te vertellen. Janny heeft immers geen Facebook… We proosten op het leven, mijn machtige motortrip en op onze overleden oom Ton.

Coos en Janny weer samen thuis, bij de Italiaan proostend op het leven

THUIS

Ik ben weer gezond en wel thuis in Linschoten. Bijna een maand op reis! Vanaf nu geen telefoonsex meer. Het was voor mij weer een heerlijke lange motorreis. Een maand deze keer. Mijn vorige motortrip door Zuid-Europa duurde een kleine drie maanden, dus eigenlijk was dit maar een minitripje. Maar het is allemaal goed gegaan. En dat is het belangrijkste.

Voor mij zijn alle bezochte landen fantastisch. Ze hebben hun eigen charme. Slovenië, Kroatië en Montenegro zijn geweldig. Prachtig om langs die kusten te rijden. Ik houd van de zee, het water, de ruimte, de strakblauwe luchten en de eilanden in de verte. Vooral in Kroatië zijn heel veel overnachtingsmogelijkheden waar je zo kunt aanbellen om een nachtje of langer te slapen. Kroatië is daarmee een echte aanrader. Montenegro is voor mij een magisch land. De baai maakte op mij een onuitwisbare indruk. En … Italië blijft mijn favoriet. Vooral ook door het mooie en gezonde eten, hoor. Ik was maar twee dagen in Bosnië. Daar ga ik voorlopig niet meer naar toe. Maar goed, plannen zijn immers om van af te wijken. Anders zouden ze geen plannen heten…

Het was top om een weekje met de motorclub op te trekken. De gezelligheid, de saamhorigheid, de stoere verhalen en de humor. Samen oprijden, motoren achter je, motoren voor je. Zo’n weekje is een mooie afwisseling van het alleen op reis zijn. Trouwe lezers weten dat ik het prettig vind om alleen op reis te zijn. Het is voor mij de ultieme vrijheid.

In 2022 organiseer ik voor mijn motorclub een reis naar de Dolomieten. Compleet met een dik draaiboek en uitgebreide routes en routebeschrijvingen. Deze keer plan ik het voor mijzelf iets anders in. Dan ontmoet ik éérst de motorclub en reis daarna alleen verder. Dat geeft mij nog meer het gevoel van vrijheid. Dan hoef ik namelijk niet persé op een bepaalde datum ergens te zijn. Daar houd ik in mijn achterhoofd toch altijd rekening mee.

In 2022 wil ik ook weer mijn tent meenemen. Nét ff iets meer avontuur en vrijheid. Dan ben ik echt 24 uur per dag buiten. En het is ’s nachts buiten koeler. Daarbij komt dat je op een camping sneller aanspraak hebt dan in een hotel.

Mijn trip naar de Balkan ga ik niet snel vergeten. Het is een mooie herinnering om aan mijn verzameling-van-herinneringen toe te voegen. Ik kan tot aan mijn dood daar heerlijk over mijmeren. Net zoals ik nog regelmatig mijmer over de verre motortrips tijdens onze jeugdjaren. Ach, ik ben gewoon een sentimentele ouwe kale kerel geworden, joh.

Ik bezocht in deze korte tijd tien landen. Ik lijk wel een Japanner. Maar het was super. Al die vrijheid. Niet weten wat ik morgen ga doen. Elke dag weer. Lang leve mijn pensioenleven.

Ik heb circa 6.000 km gereden. Zonder één enkel technisch of ander probleem. Ervaring, risico-mijdend rijden en instinct hielpen mij deze weken weer veilig door te komen. En af en toe een beetje geluk, natuurlijk…

Ik vond het leuk om mijn belevenissen met jullie te delen. Maar what’s in it for me, denk jij misschien? Nou, ik heb daardoor ondertussen al mijn reisverslagen in Word op mijn computer staan. Met foto’s en al. Veilig en goed georganiseerd bij elkaar. Ik heb een hekel aan documenten en foto’s in de cloud. Dan ben ik afhankelijk van anderen. Als zo’n dienst er plots mee stopt, dan heb ik immers niks meer. Stack is daar een voorbeeld van, Google Foto’s heeft allerlei beperkingen opgelegd en die ‘sophisticated synchronisation’ via iCloud tussen Apple en Windows krijgen de geleerde mannen al jaren niet goed voor elkaar. Aan betaalde diensten heb ik trouwens een hekel. Die euro’s gaan allemaal van mijn reisbudget af. Hahaha.

OK. Hier komt nogmaals mijn advies. Ik vertel het je nog één keer. Doe het. Ga op avontuur! Heb je geen motor? Ga dan met de auto. Of met je fiets. Het hoeft echt niet persé heel lang te zijn. En je hoeft zeker niet gepensioneerd te zijn. Vier weken is ook fantastisch. En misschien is het nog wel leuker om te doen terwijl je nog werkt. Je geniet zo van alle voorbereidingen en later van alle herinneringen. Mijn definitie van vakantie was vroeger al: “vakantie is de periode die ligt tussen de voorpret en de lol achteraf”

Tenslotte nog iets te melden? Jazeker, het kostte mij zes uur om mijn motorfiets weer spik-en-span te krijgen… Zij is weer prachtig!

Tot schrijfs. Tot mijn volgende reis. Je gaat het vast weer vinden op deze website.

Ik heb voor 2022 al op mijn lijstje staan: U.K, Duitsland, Luxemburg, Albanië, India en Nepal.

Maar wie weet. Kijk hier:

Tjúúús!

Tipje van de redactie: Wil jij alle verhalen lezen die Coos van der Spek op onze site heeft gepubliceerd? Ga dan naar deze link:
//ikzoekeenmotor.nl/category/coos-op-reis/ 

Coos op Reis: Chinees gefopt

Vanuit de Balkan lezen we vandaag het op één laatste verhaal van Coos van der Spek, in de serie Coos op Reis.
Schrik niet mensen, we hebben het over de “Balkan serie” hoor. We vertellen je later deze zomer waar Coos te zijner tijd over gaat schrijven….

Het is vanmorgen in Lingenau zwaar bewolkt en 20 graden. Er vallen wat regendruppels. Het asfalt is nog warm van de zwoele nacht en daardoor wordt de weg nauwelijks nat.

Via de familie-app laat Janny mij weten dat onze oom, Ton Verschoor, op 91-jarige leeftijd is overleden. Maandag is in Vlissingen de dienst. Ik ken Ton al ruim vijftig jaar en besluit dat ik erbij wil zijn. Daarom zal ik op zondagavond thuis zijn, laat ik Janny weten. Nou, dat vindt zij fijn.

Rond tienen vertrek ik uit het hotel. Best mooi op tijd voor mijn doen.

En omdat de benzine hier slechts € 1,26 kost, stop ik fluitend bij de eerste de beste benzinepomp. Bij Sankt Margrethen steek ik, zonder problemen, de Oostenrijks / Zwitserse grens over. En daarmee gelijk de circa 1300 kilometer lange Rijn. De rivier is daar werkelijk nog maar een klein pis-kreekie. Zooo lief…

Ik geniet aan de Zwitserse kant van de Bodensee. Er is veel bebouwing aan het meer, dus ik moet wat moeite doen om het meer echt goed te zien. Het water is er helder en zeer koud. Ik vermijd de snelweg om te voorkomen dat ik het beruchte Zwitserse wegenvignet moet kopen. Dat lukt allemaal prima.

Bij de goed bewaard gebleven middeleeuwse kleine stad Stein am Rhein gaat de Bodensee weer over in de Rijn. Hier steek ik hem nogmaals over. In het historisch centrum van Stein, op het oude plein, drink ik koffie en geniet van de werkelijk waanzinnige schilderingen op de oude panden. Het zijn pláátjes, een echte aanrader om eens te bezoeken.

Na de koffie start ik mijn motor om weer te vertrekken. Als ik drie meter, wél in de verkeerde richting, een eenrichtingsweg inrijd, word ik onmiddellijk door een Duitse dame van middelbare leeftijd in een wit VW-camperbusje de les gelezen. Werkelijk niemand heeft één centimeter last van mij. Het chagrijnige wijf moet haar nek omdraaien om te zien wat ik nou precies verkeerd doe. Ik zie aan haar ogen dat ze het niet eens 100% zeker weet. Met een van woede vertrokken gezicht slingert ze allerlei Duitse verwensingen naar mij vanuit haar geopende raam. Alleen haar onderkaak beweegt. Net als in The Thunderbirds. Wat een nazi. Ze is vast en zeker in haar vorige leven kampbeul geweest. Ik heb geen enkele behoefte om op haar eruptie van ergernis te reageren. Ik heb het zonnevizier naar beneden en kijk haar alleen maar strak aan.

Net als Darth Vader in Star Wars. Verder vertrek ik geen spier.

Zij maakt mij de pis niet lauw… Als ze voorbij is, trek ik rustig op en rijd verder. Tja, wat moet je nou met zo’n kenau? Vreselijk toch.

Maarruh …. zal ik nou de Japanners of die kwaaie Duitse wijven over de muur gooien? Ik ben er nog niet uit…

Verderop kom ik langs Schaffhausen. De stad staat bekend om de grootste waterval van Europa: de Rheinfall die enkele kilometers stroomafwaarts ligt. Ik kijk naar de water dat zich hier 23 meter naar beneden stort en voel het gebulder door mijn lichaam.

Ik was hier met Janny op de motor toen we 19 jaar waren. Voor ons op die leeftijd een wereldreis en een avontuur van jewelste. Jôh, onze eerdere avonturen waren toen het Openluchtmuseum in Arnhem en de Apenheul in Apeldoorn. Ik bedoel maar…

Even vóór tweeën rijd ik hele donkere wolken in. Voor de zekerheid spring ik maar vast in mijn regenpak. Rond de klok van twee komt het water met bakken naar beneden. Niet normaal. Het water steekt in brede stromen de wegen over. Zelfs mijn regenpak wordt er chagrijnig van…

Bij de Schluchsee, die ligt een stukje onder de bekende Titisee, vind ik een vriendelijk plekkie voor de lunch. Het is even droog.

Vervolgens steek ik de Rijn voor de zoveelste keer over en trek Frankrijk binnen. Daarmee doe ik Oostenrijk, Zwitserland, Duitsland en Frankrijk allemaal op één dag. Kijk, dat vind ik nou leuk. In de buurt van de grens steekt een reetje de weg over. Zou het nou een Frans of een Duits reetje zijn?,
mijmer ik.

In Neuburg am Rhein, in de omgeving van Karlsruhe, vind ik tegen achten een prima hotel. Ik zet mijn spullen binnen, maak een wandeling en ga op zoek naar een koud biertje. Dat lukt gelukkig.

CHINEES GEFOPT

Ik wil in Stein am Rhein een foto maken van het oude stadhuis. Een Chinese dame blijft daar vele minuten lang in haar opvallende oranje shirt errug in de weg staan voor haar selfie. Maar ik wil ondertussen ook wel weer verder. Met een hele gemene: kom op, dan maken we een foto van jou met mijn motor, lok ik haar weg. Haar man maakt wel vijftig foto’s van ons met zijn enorme Nikon. Haha. Ze zijn tevreden en lopen verder. Truc gelukt!

Heb ik ook een foto? Hèhèh…

Nog wat gevangen voor The Catch of the Day.

Wil jij alle verhalen lezen die Coos van der Spek op onze site heeft gepubliceerd? Ga dan naar deze link:
//ikzoekeenmotor.nl/category/coos-op-reis/ 

Coos op Reis: het ijshotel

DE BALKAN – HET IJSHOTEL, … EEN JUBILEUMVERHAAL…

Een bijzonder moment voor onze website. Vandaag publiceren we het HONDERSTE verhaal in onze serie Coos op Reis. Deze serie heeft onze website op het gebied van motorreizen in een stroomversnelling gebracht. We zijn blij met onze Coos!!

Het is vrijdag 21 juni, als ik dit schrijf. Al om 07:00 uur gaat de wekker. Gáááp!

Ik open één oog en zie dat het prachtig weer is.

Wat een heerlijk vooruitzicht.

Al om 08:00 uur zitten we met onze 19 koppen tellende motorfamilie in Oberdrauburg aan de bruine bolletjes, de roereieren en de uitgebakken spek. We gaan weer opbreken om naar huis te gaan, dus we moesten extra vroeg opstaan. Er ontstaat altijd een bepaald soort onrust bij het afreizen. Vraag mij niet waarom. Er zijn maar weinig zekerheden in het leven, en één is je huis. Dat staat er vast nog wel als je daar arriveert. En daar ben je immers altijd al, toch? Maar goed, tóch altijd die nervositeit.

Vandaag neem ik weer afscheid van de motorclub. Zij rijden in twee of drie dagen weer rap naar huis. Bijna iedereen moet maandag weer werken. En omdat ik daar geen last van heb, is mijn bochie naar huis ietsje groter.

We maken nog een laatste groepsfoto op het plein voor het hotel, knuffelen elkaar en met een toffe ride-out-movie zwaaien de laat-vertrekkers de vroeg-vertrekkers kort na negenen uit.

Sommige leden blijven nog een paar dagen hier en anderen reizen met de aanhanger terug naar Nederland. De grootste groep houdt zich echter aan het draaiboek, anderen trekken weer een eigen plan. Vrijheid-blijheid! Zelf vertrek ik een half uurtje later. Ik start mijn motor, zwaai en ga op weg naar Italië.

De Duitsers en Oostenrijkers hebben een lang weekend vanwege een feestdag. En dat is goed te merken. Het is erg druk op de weg. Op de tolweg van de Brenner staat minstens tien kilometer stilstaand verkeer. Ik rijd er parallel langs, dus heb er geen last van.

Ik kies eerst de Jaufenpass, redelijk dicht in de buurt van de Brenner. De Jaufenpass is bijna 20 kilometer lang en heeft een gemiddeld stijgingspercentage van ruim 7 procent. Ik stijg op de pas tot 2100 meter hoogte. De uitzichten zijn magnifiek.


Daarna volgt Timmelsjoch. Ongeveer 50 kilometer kronkelt de weg in 44 haarspeldbochten omhoog de berg op tot 2509 meter. Tussen St. Leonhard en Sölden in Noord-Tirol openen zich op de Timmelsjoch-pasweg prachtige vergezichten op de omliggende bergen en dalen. Het blijft één van de mooiste passen voor mij. Ik rijd daar echt tussen de sneeuw door.

En pas als je boven bent, laten ze je weten dat je veertien euro tol moet betalen. Je kunt ook terug. Ja, lekker dan.

Even voorbij Sölden bezondig ik mij aan drie bolletjes ijs. De dame vult gelijk mijn fles met een liter water. Super.

Vervolgens dender ik de Bregenzerwaldstrasse op. Fantastische weg met peilloze dieptes en een uitdagend wegdek. Ik rijd op met twee Nederlanders op twee Pan European’s. We gaan lekker, zo met z’n drietjes. Heerlijk.

In de buurt van de Zwitserse grens vind ik in Lingenau een hotel. De eigenaar is Nederlander. Gezellig!

HET IJSHOTEL

Tijdens het diner praat ik even met de ober. Hij en de Nederlandse eigenaar kennen elkaar sinds de kleuterschool. Ik vraag hem wat hem hier in Oostenrijk brengt.

Nou, vertelt hij, ik bouw in de winter in Noorwegen een ijshotel met zeven kamers. Maar dat smelt in het voorjaar. En dan heb ik daar geen werk meer. Vandaar…. Volgend jaar doe ik het wéér, gaat hij monter verder….

Geweldig verhaal, hè?

Nog wat gevangen voor The Catch of the Day.

Coos op reis: met de trein naar Villach en toch zeiknat

DE BALKAN – MET DE TREIN NAAR VILLACH EN TOCH ZEIKNAT

Donderdag 20 juni al weer. Als ik dit schrijf. Het einde van mijn motortrip komt een beetje in zicht. Maar zover is het nu nog niet, hoor. Ik heb gelukkig nog een paar dagen.
En nog wat verhalen dus voor onze serie Coos op Reis.

Vandaag genieten we van een rustdag. We wandelen 800 meter naar het station en nemen de trein naar Villach. Een mooie treinroute door de bergen. Het is ongeveer 100 km. Lekker met onze wandelschoenen aan kuieren we door de straatjes, genieten van een heerlijke salade met een glas koele, witte wijn. En we genieten van het leven!

Niet iedereen gaat met de trein mee, de Diehards gaan vandaag gewoon motorrijden. Zij hebben geen zin in een dagje met cultuur, drukte, winkels en musea. Voor de Diehards maakte ik een stoere route met wat onverharde wegen, omdat: It is a good day to die hard….!

De mooie natuur van Karinthië mag dan wel de reden zijn dat veel toeristen deze zuidelijke deelstaat bezoeken, maar ook de steden zijn de moeite waard. Een goed voorbeeld is Villach, na Klagenfurt de grootste stad van Karinthië.

Er is een mooi historisch centrum, er zijn veel bezienswaardigheden, winkels en in pastelkleuren geschilderde huizen uit de barokke periode. De namen van de nauwe steegjes die op de Hauptplatz uitkomen, doen nog denken aan de vroegere ambachten. Zo verwijst de Gerbergasse naar de leerlooiers, terwijl in de Seilergasse zeilen voor de schepen op de rivier gemaakt werden. Aan het einde van het plein staat een oude schandpaal. In de middeleeuwen werden criminelen hier vastgeketend.

Aan het einde van de middag worden we in onze zomeroutfit volledig overvallen door een hevige plensbui. De meesten zijn tot op hun huid zeiknat. Maar het was een heerlijke wandel- en kijkdag.

Nog wat gevangen voor The Catch of the Day.

Wil jij alle verhalen lezen die Coos van der Spek op onze site heeft gepubliceerd? Ga dan naar deze link:
//ikzoekeenmotor.nl/category/coos-op-reis/

Coos op Reis: De Nockalm Route

DE BALKAN – DE NOCKALM ROUTE

Het is vandaag 19 juni. Als ik dit schrijf voor de serie ‘Coos op Reis.

En al weer prima motorweer. Een dag waarop elke motorrijder spijt zou krijgen als hij zijn motorfiets zou moeten laten staan. We zijn geluksvogels.

Vandaag rijden we de Nockalm-route. Best een bijzonder mooie route. We rijden éérst een stukje Bundesstrasse. Bij Lendorf gaan we binnendoor en rijden vervolgens langs het water. We zien hoog boven ons de Autobahn liggen. De vrachtautos’s rijden traag de lichtstijgende weg op, alsmaar rechtdoor en rechtdoor. En wij? Wij rijden in het dal op een héérlijk scheurweggetje! Whoeeeeiiiii…..!

Aan het einde hiervan slaan we af, richting Malta, om onze weg naar Airwalk Kulnbreinsperre te vervolgen. We rijden door een prachtig dal met diverse watervallen. Bij de stuwdam zien we een hangbrug die bestaat uit open roosters, zodat het lijkt alsof je door de lucht loopt. De watjes durven niet op de brug natuurlijk….

Owja, jammer dat aan het begin van het dal een kassa staat. We moeten € 15,- betalen. Dus vanavond géén bier, dat wordt te duur.

 

We rijden dezelfde route terug en gaan naar de Nockalm. Ook daar hebben ze weer een kassa. Maar ja de beloning is er dan ook naar. Wat een beleving. We vinden een schitterende gelegenheid om te eten en we kijken onze ogen uit.

We zijn bijtijds weer in het hotel. Heerlijke stuurdag!

Nog wat gevangen voor The Catch of the Day.

Wil jij alle verhalen lezen die Coos van der Spek op onze site heeft gepubliceerd? Ga dan naar deze link:
//ikzoekeenmotor.nl/category/coos-op-reis/

Coos op Reis: de ondeugende koe

Als ik dit schrijf is het 18 juni en al wéér mooi motorweer. Joepie!
Voor jullie lezers is dit het 97e verhaal in de serie Coos op Reis. De foto hiernaast die we al een tijdje als logo bij deze motorverhalen gebruiken komt uit dit reisverslag.

We gaan vandaag één van de hoogtepunten van onze trip rijden. We rijden naar het oosten en bezoeken Slovenië en Italië. Het wordt een lange dag. Wellicht moeten we maar voor één keer (!) een uurtje eerder vertrekken. Maar 09:30 uur is ook goed, hoor. We hebben immers vakantie. Het is geen strafkamp.

We rijden vanaf het hotel direct omhoog en pakken de eerste tien haarspeldbochten om daarmee koers te zetten naar het plaatsje Kötschach-Mauthen. Het dorp is met haar 3500 inwoners net zo groot als Linschoten. Een wereldstad dus.

Na een kilometer of zeventig buigen we af naar het zuiden, richting Kranjska-Gora. Het is het eerste stadje van Slovenië en de toegangspoort naar het Triglav Nationaal Park, het enige Nationale Park van Slovenië. In Kranjska-Gora maken we een stoppie voor de koffie.

Na de koffie rijden we verder Slovenië in. We stoppen bij de Bleski Vintgar: een indrukwekkende kloof van tien kilometer lang met duizelingwekkende hoogtes en sprankelende watervallen. De rivier Radovna stroomt tussen de steile hellingen van de Hom en de Bort en heeft een kloof uitgesleten. De Vintgarkloof is sinds 26 augustus 1893 toegankelijk. Langs de kloof is een houten voetpad langs de rotswand. Als je tijd hebt, wandel er dan een stukje doorheen. De waterval heet Slap Šum.

Verder naar het zuiden rijden we af en toe op smalle weggetjes die niet altijd goed geasfalteerd zijn. Het is soms best spannend… Terwijl ik dit schrijf denk ik aan Gerda. Ik weet niet waarom… We vervolgen onze weg en rijden 20 km door het Triglavski Nationaal Park. In dit park zijn vorig jaar jonge beren gespot. Maar das al een jaar geleden, hè! Inmiddels zijn ze vast volwassen geworden…

Na ongeveer 140 km vinden we een mooi plekkie voor de lunch.

We rijden langzaam weer richting Tolmezzo. Dan zitten we alweer in Italië. Vervolgens omhoog naar de bekende Plöckenpass (1357 meter). De pas is een mooie uitdaging. In de Eerste Wereldoorlog was de Plöckenpas deel van het Oostenrijks-Italiaanse front. Resten van de toenmalige verdedigingswerken en bunkers kunnen vandaag de dag nog bezichtigd worden.

In Kötschach kunnen we nog even goedkoop tanken en vervolgens rijden we via de Gailberghöhe met z’n tien hairpins weer terug naar ons hotel. We hebben een koel glas bier verdiend!

DE ONDEUGENDE KOE

We stoppen onderweg even voor een korte pauze. Aan de overkant van de weg arriveert iemand op een brommertje bij een woonhuis. De man kijkt even in het rond en vindt een mooi parkeerplekje op het gras. Tevreden wandelt hij achterom en verdwijnt in het huis.

De man heeft echter geen aandacht besteed aan de drie loslopende koeien. Eén koe wordt een beetje chagrijnig van het roestige brommertje dat plots op háár sappige grasveldje staat te stinken. De koe wandelt naar de tweewieler en zonder er maar even aan te snuffelen geeft mevrouw het plastic ding een enorme hengst. Beng, daar ligt de brommer! De koe draait zich om en gaat rustig verder met grazen…..

Nog wat gevangen voor The Catch of the Day:

Wil jij die bijna 100 andere motorverhalen lezen van Coos?
Ga naar deze link
//ikzoekeenmotor.nl/category/coos-op-reis/  
… even scrollen en dan kun je ze onderaan allemaal doorbladeren….

Coos op Reis: bei fragen bitte klopfen

DE BALKAN – BEI FRAGEN BITTE KLOPFEN

Op het moment dat ik dit artikel voor de serie “Coos op Reis” schrijf is het zondag 16 juni. Hoera! Het lammetje is weg.

Het dashboard van mijn lichaams-managementsysteem staat weer op ‘groen’. Alle organen en systemen zijn weer ‘normaal’ in bedrijf. En ik heb als een marmot geslapen. Joepie.

De zon schijnt, het is prachtig weer en al 25 graden. Mooi weer om een stukkie motor te rijden. Alle accu’s van de e-reader, helm, telefoon en reserve-accu zijn ook weer opgeladen. Wij kunnen onze wereldreis van 150 km vandaag makkelijk aan.


Voor mij begint vandaag de VBT: De VrijheidBlijheidToer. Dat moet ik even uitleggen. Deze traditie begon in 2006 als De TentenToer 2006. Met z’n vieren, op vier motoren en met vier tentjes naar Zwitserland. Zwitserland is een fantastisch motorland. Ik kwam er al op de motor met Janny in 1971. Met de Honda 250cc over de Furka, de Grimsel en de Süsten. Ik droom er wel eens van en zou daar dolgraag nog eens rijden.

Enfin, de TentenToer. Maar toen we eens met de motorclub in het Zwarte Woud uit onze tentjes wegspoelden van de regen, doopten we de toer om naar de TeringTentenToer. Man, man, wat een nattigheid toen.


De tententoer is inmiddels uitgegroeid tot een jaarlijks evenement met circa 20 deelnemers. We worden wat ouder en zijn wat meer op luxe en comfort gesteld. En nu zitten de meeste leden liever in een hotel. Maar je mág gerust met je tentje. Wat jij wilt. Kortom, de jaarlijkse toer heet nu de VrijheidBlijheidToer!

Kortom, de nieuwe dag is begonnen! Ik trek mijn motor uit de garage en ga op weg. Heerlijk om weer te rijden. Al is het vandaag maar een stukkie. Ik zit weer te zingen in mijn potje. De temperatuur loopt snel op naar 29 graden.

Op de pas zakt de temperatuur naar 22 graden. Ik weet bijna niet meer hoe dat aanvoelt.

Rond enen ben ik in het hotel. De kamers zijn nog niet schoon. Ik zet mijn bagage vast buiten mijn kamer en stal mijn motor in de garage.

En dan eet ik een heeeeerlijke salade. Ich darf das!

Nog een paar uurtjes en dan denderen de vrienden en vriendinnen hier het grote plein van het hotel op. Ik sta dan als welkomstcomité klaar. Ik kan niet wachten…

BEI FRAGEN BITTE KLOPFEN

Aanstaande woensdag houdt de motorclub een rustdag. Dan gaan we met de trein naar Villach.

Als OberMotorradSturmGruppenLeiter heb ik extra taken en omdat ik vanmiddag toch wat tijd over heb, zoek ik vast de wandelweg naar het treinstation, de vertrektijden van het openbaar vervoer en de prijzen uit.

Het is buiten dertig graden. Onderweg zie ik dat er dit weekend hier een feestje is geweest…..

Ik wandel het totaal verlaten treinstation in. Er heerst een doodse stilte. Dit is hier duidelijk géén Rotterdam CS…

Ik zie een kaartjesautomaat hangen en daarnaast is een loket. De zilvergrijze lamellen van het loket zijn potdicht. Ach, heb ik weer, flitst het door mijn hoofd: het is zondag en alles is weer eens gesloten.

‘Bei Fragen bitte klopfen’, hangt, geheel overbodig, tegen het glas geplakt. Uit balorigheid klop ik hard tegen het glas en roep: ‘Weer gesloten, hè! En de koelére, hoor!’

Ik spring van schrik een meter achteruit als iemand de lamellen opentrekt en vraagt wat hij voor mij kan doen…..

Whoeeehaaa!

En dit zijn ze dan. Mijn motorvrienden!

Wil jij alle andere verhalen lezen van Coos? Ga naar deze link
//ikzoekeenmotor.nl/category/coos-op-reis/  
… even scrollen en dan kun je ze onderaan allemaal doorbladeren….

Coos op Reis: een wippie

DE BALKAN – EEN WIPPIE

Het is 15 juni als ik dit schrijf voor de serie Coos op Reis. Inmiddels heb ik heel wat liters water opgedronken. Ik heb er een waterbuik van. Ondanks de zakjes ORS van de apotheek én zelfs een extra zakje magnesium, dat ik vaak na het hardlopen gebruik, sta ik vannacht heel wat keren naast mijn bed vanwege kramp in mijn benen. Ik heb zélfs kramp in mijn handen.

En ik plas nauwelijks. Kortom, ik heb nog steeds te weinig vocht en te weinig juiste stofjes in mijn lichaam. Het lammetje blaat mij om 07:00 uur wakker. Maar heeft zich wel 24 uur koest gehouden. Ik zie vooruitgang en heb hoop.

Er valt een licht regentje. Heerlijk. Het verdrijft die zinderende warmte. Het is goed om vandaag hier aan het zwembad even rust te houden. De zon komt zo, maar mag gerust ook even wegblijven van mij. Ik kan toch wel lekker zwemmen. Eerst maar even een klein ontbijtje wegwerken. Want als ik niet eet, dan ga ik dood.

De eigenaar heeft vrijdag zijn nieuwe 250cc KTM-crossmotor laten bezorgen. In een bestelauto. Dat is nou het toppunt van luxe. De banden zijn nog niet eens vuil. Hij staat naast de ingang van het hotel, gewoon met de sleutels in het slot. Zo stond hij daar ook afgelopen nacht, vertelt hij… Mijn dikke 1200 staat in zíjn garage, drie keer op slot en met het alarm aan. Veel mensen leven makkelijker dan ik, bedenk ik mij. Of ze hebben gewoon meer geld om schades op te vangen.

Het familiehotel heeft vriendelijk en correct personeel; het gebouw staat op een gigantisch terrein en net een beetje uit de stadsdrukte. Ik hoor de weg, maar het is niet hinderlijk. In het fraaie restaurant kun je fantastisch eten. De echte Italiaanse keuken! En dus géén pizza. Ik schreef al eerder: ik houd van Italië. En dit hotel Albergo Ristorante Al Ponte in Triest is een aanrader. Een mooie tussenstop als je op weg bent naar Kroatië. En daar moet je zeker eens heen, hoor.

Aan het einde van de dag, na vier grote flessen water tegen hotelprijzen à vijf euro per stuk, maar ik heb helaas geen keus, denk ik dat het wat beter met mij gaat. Zonder Diacure, maar met ORS.

Tja. Verder gebeurt er vandaag weinig in mijn leventje. En iets verzinnen of liegen doe ik nooit. Dat wéét je…. Er was trouwens verder ook niemand bij het zwembad om mee te praten. Dus boekje lezen, afkoelen in het water, dutje doen, kopje koffie, tosti etc. Lekker een dagje in mijn Nothing Box.

En je ziet het gelijk: het verslag is wat korter. Wat minder bijzonder. Minder foto’s. Ik help je met afkicken! Vanaf maandag temper ik tijdelijk mijn verslaglegging. Maar …. nu toch nog even een bijzondere afsluiter.

EEN WIPPIE

Ik zit via de familiegroepsapp met Janny en Danielle te appen. Tja, ze hebben allebei geen Facebook, hè. Mijn leven gaat voorbij zonder dat zij het weten. Hahaha. Maar we delen via WhatsApp de dagelijkse gebeurtenissen.

Ik app dat ik voorlopig even hier aan het zwembad blijf. En wellicht vanmiddag met de bus naar het strand ga. Danielle vraagt vervolgens hoelang het rijden met de bus is naar het strand. Ach, antwoord ik, dat is vanaf hier maar een wippie.

‘Hoelang duurt een wippie?’, vraagt Janny, ‘want dat is al zo lang geleden, dat weet ik niet meer zo precies…’…😍

Danielle haakt gelijk af. Ik heb geen idee waarom…

O ja, de ‘catch of the day’:

Wil jij alle andere verhalen lezen van Coos? Ga naar deze link
//ikzoekeenmotor.nl/category/coos-op-reis/  
… even scrollen en dan kun je ze onderaan allemaal doorbladeren….

Coos op Reis: Jazeker, de apotheker!

DE BALKAN – JAZEKER, DE APOTHEKER!

Het is (op het moment dat ik dit schrijf) vrijdag 14 juni, denk ik. Ik raak soms de dagen een beetje kwijt. Voor mij zijn alle dagen weekenddagen. En vakantiedagen trouwens…
We schrijven verder in de serie “Coos op Reis”. 

Ruim vóór zevenen maken de golfslag van de zee en de zeemeeuwen mij wakker. Glimlachend hoor ik vrolijke, droevige en chagrijnige zeemeeuwen met elkaar converseren. Ik luister naar die ene schorre ouwe en die twee jonkies met hun hoge piepstem. Iedereen heeft vanmorgen het hoogste woord. Bespreken ze de kwaliteit van hun ontbijt? Waar zou het toch over gaan? En zijn ze het nu eens met elkaar of juist niet? En natuurlijk zijn er de klagers, die steeds maar blijven zeuren. En het nooit ergens mee eens zijn. Altijd in verzet. Elke keer hetzelfde deuntje roepen: Kraakwaa, Kraakwaa, Kraakwaa. Het is in de wereld overal hetzelfde.

Om 08:00 uur schrik ik mij de tandjes en zit ik plots rechtop in mijn bed. Ik wist het niet, maar de geopende ramen van mijn slaapkamer liggen 20 meter van de kerk. Met haar klokkentoren. Een lawaai! Niet normaal. Maar wel een mooie tijd om op te staan. Als je naar je werk moet, tenminste.

De balkondeuren aan de zeekant staan ook open en ik kijk eerst eens minutenlang naar dit prachtige tafereel. Het lijkt mij fantástisch om hier te wonen. Elke dag de zee te zien en te horen. Ik zou er een been voor over hebben. Nou ja, een teen dan. Een kleintje.

Het is prachtig weer en inmiddels 28 graden. Ik heb geen idee wat voor weer het in Nederland is. Ik volg het niet zo.

Sommigen vroegen het al, maar het geelbruine lammetje is er nog steeds. Dank voor alle tips trouwens!

De mevrouw van het appartement en ik spreken Duits met elkaar. Zij is Kroatisch en ze spreekt het prima. Aan haar vertelde ik gisteravond al dat ik last had van Durchfall. Ze heeft mijn ontbijt voor een groot deel al op tafel in haar woonkamer klaargezet. Ze gebiedt mij te gaan zitten en begint in de keuken te rommelen. Zó, dat is goed voor jou, vertelt ze. Lekker opeten. Zie foto…. Hatseflats. En ook de tomaten en de komkommers opeten, gaat ze verder. Alles uit mijn tuin. Zo lekker heb je ze nog niet gegeten. Zou ze toch net wel haar handen ….?

Wat een schat van een mens is het. Ze doet dit al veertig jaar. En iedereen komt altijd naar haar terug, ratelt ze verder. Dat snap ik best. Haar man is zes jaar geleden overleden, vertelt ze met vochtige ogen. Ik zou wel met haar willen trouwen. Dan krijg ik vast korting als ik weer zo’n appartement bij haar huur. Maar dat doe ik natuurlijk niet. Janny is gisteren pas 68 geworden. En zij is al 70. Dat is geen goede deal. Dan ga ik er op achteruit. En zij heeft hier vast geen AOW. Van Janny word ik slapend rijk. Waar denken jullie anders dat ik van op vakantie kan, huh?

Nederlanders staan bij haar in een extra goed blaadje. Nederlanders zijn op afstand haar betere bezoekers, beter dan alle andere gasten, vertelt ze. Nederlanders zijn vriendelijk, innemend, relaxed en niet afstandelijk. Leuk om te horen, hoor. Ik doe dan ook net alsof ze het over mij heeft… Als ze naar een ander land zou verhuizen, gaat ze verder, dan zou ze naar Nederland verhuizen. Wat leuk om te horen. Wellicht kunnen we ruilen. Zij naar het druilerige Nederland, met haar miljoen regeltjes waar anderen beter van worden en waar ik zelf niks aan heb, en Janny en ik aan zee wonen. Ik vind het een goede deal.

Na mijn ontbijt neem ik een Diacure in als verzekeringspremie. Het knijpt de anus samen, staat in de bijsluiter. Fijn. Precies wat ik nodig heb. Hoef ik dat tenminste niet de hele dag zelf te doen. Toiletbezoek leidt mij teveel af en gaat ten koste van mijn concentratie op de weg. Maar voor de zekerheid trek ik toch de van thuis meegenomen en ver naar beneden gezakte reserve-pleerol in mijn zijtas omhoog… Je weer ut maar nooit.

Ik vertrek vandaag richting Triëst in Italië. Dan wil ik zaterdag een rustdag inbouwen en zondag met een korte rit naar Oostenrijk rijden en daar ‘s middags een beetje wandelen.

Zondagavond tref ik dan mijn motorclub MC Zegveld in Oberdrauburg in Oostenrijk. We zijn daar tot vrijdag met een grote groep: twintig motorrijders. Deze toer organiseer ik jaarlijks. Das een oude traditie.

Tijdens deze dagen worden mijn persoonlijke reisverslagen dan wat korter. Anders kost dat teveel tijd. Als ik met de motorclub ben, dan moeten we ’s avonds schnitzels eten, bier drinken, schuine moppen vertellen, Coyote spelen en ouwehoeren. Tuurlijk schrijf ik een paar regels over de belevenissen van die dag en maak ik voldoende foto’s. Als ik tijd heb…

Mijn hospita loopt met mij mee en zwaait mij uit. Na een kwartier zit ik al weer te genieten en te sturen op de kustweg. Het gaat van links naar rechts. Wat een genot om hier te mogen rijden. Fantastisch. De route is nu van zuid naar noord en we rijden met het licht mee. Dat geeft een nog fraaier beeld en de kleuren komen nog sprankelijker uit. Super.

Ik maak, met een behoorlijk sportief tempo, een rechterbocht en kom bij de apex een oude witte bestelauto tegen, die half op mijn weghelft rijdt. Wat een levensgevaarlijke oetlul. De chauffeur heeft aan zijn kant het autoraam open. Net als ik er langs daver, claxonneer ik met mijn speciaal gemonteerde extra luide hoorn. De chauffeur springt van schrik bijna op de stoel van de bijrijder. Dat zal je leren, halve zool. Blijf gewoon op je eigen baan. Grrrr….! Al weer een bijna-dood-ervaring. Tja, als je zo’n auto raakt, dan hoef je je helm niet persé op te hebben, hoor.

Mijn pauze gebruik ik om de resterende Kuna’s in mijn tank te gooien. Inwisselen heeft geen zin. Ik blijf Nederlander, hè.

Ik rij een poos samen op met een Oostenrijker en zijn duo. Ik houd ruim afstand. Ik wil hem persé niet opduwen. Hij rijdt voor.

We gaan lekker en rijden sportief. Als ik echter zie dat het voor hem een wedstrijd wordt en hij samen met zijn duo levensgevaarlijke inhaalmanoeuvres uithaalt, laat ik hem gaan en stop om wat water te drinken. Als ze voor mijn neus verongelukken sta ik mooi voor Jan Lul met mijn drie overgebleven pleistertjes.

Het is warm en ik zie een paar keer de 33 graden voorbijkomen. Er is bijna nergens schaduw. De zon staat zowat recht boven ons; het is ook bijna de langste dag.

Ik vermijd de snelweg om zo de langdurige grenscontrole te omzeilen. Daar zie ik enorm tegen op. Bij de Kroatische grens staat niemand. Het interesseert ze niet als je vertrekt. En .. bij de grens van Slovenië is geen file. De beambte ziet gewoon aan mijn betrouwbare Rotterdamse ponem dat ik geen armlastige en werkzoekende Afrikaan ben. Ik mag zo doorrijden en daar ben ik heel erg blij om.

Om 15:00 uur is het tijd voor een zout groentensoepie en een cola. Dat blijkt een soort erwtensoep te zijn. Wellicht niet zo’n heel handige keus. Tegen zevenen vind ik in Italië een mooi hotel met een zwembad. Daar ga ik morgen op een bedje mijn boekje lezen. Maar ik ga eerst even heerlijk naar het toilet. Ik kijk er naar uit. En dan zondagmorgen door naar Oostenrijk. Mooi plan!

JAZEKER, DE APOTHEKER!

Dochter Danielle en motormaat / dokter Hans adviseren allebei om ORS bij een apotheek te kopen en dat in te nemen. Om schaarse stofjes in mijn lichaam aan te vullen. Dus storm ik dorp ÉÉN in en kijk ik scherp om mij heen of ik een apotheek zie. Noppes.

Bij dorp TWEE schiet ik een autochtoon aan om mij even een apotheek aan te wijzen. Zij snapt werkelijk helemaal niets van mijn vraag.

Dorp DRIE blijkt een flinke stad te zijn. Ik ram mijn kasteel de stoep op en stap met mijn zware laarzen de vloer van de Toeristinfo op. Uitgebreid vertelt men mij hoe ik snel bij de pillendraaiers kom.

En dan begint het. Het is vréselijk druk en hectisch in de stad. En abnormaal warm. Luxe auto’s, stinkende diesels, dubbel geparkeerde vrachtauto’s, autobussen met een strak schema, overal tussendoor racende scootertjes, overstekende winkelende mensen, luchtig geklede scholieren in groepen, een loslopende hond, motorrijders die willen dat je naar hen terugzwaait, en iedereen weet hier precies de weg behalve ik, en potver, zei die dame nu dat ik hier links moest of pas bij de volgende zijstraat?

Kut. Te laat. Het was hier… Ik sta op een éénrichtingsweg en ben tien meter te ver. Doorrijden betekent de hele stad weer door. En het is zo fucking heet en zo druk. Teringjantje.

Ik wandel mijn motor zachtjes achteruit. Maar gelijk komt een auto achter mij staan die juist daar ff dubbel wil parkeren. Het water loopt van mij af. Ik word gek. Maar ik zal die zooi nu kopen en nu opvreten! Het moet en het zal!

Tja… Achteraf denk ik dat ik ook andere stofjes te kort kwam. Ik was het plots zo zat en ik werd zo vreselijk pissig op die koelére hectiek. Ik draaide mijn kasteel een kwart slag, zette hem midden op de weg, draaide hem vervolgens weer een kwart slag om en reed tien meter dwars tegen de stroom in. Ze toeterden en gebaarden, terwijl ik hard in mijn potje riep:

JAAAZEEEEEKER, ik moet potverdorie ff naar de apotheeeeeker!

ORS gescoord. Gelijk ingenomen. Gatver. Vies, man!

Nog wat voor The Catch of The Day


Wil jij alle andere verhalen lezen van Coos?
Ga naar deze link
//ikzoekeenmotor.nl/category/coos-op-reis/  
… even scrollen en dan kun je ze onderaan allemaal doorbladeren….

Coos op Reis: het lammetje blijkt hardnekkig

DE BALKAN – HET LAMMETJE BLIJKT HARDNEKKIG

We gaan verder in onze serie Coos op Reis. Al enkele jaren schrijft Coos de mooiste reisverhalen op onze website.

We hebben in zijn rubriek al meer dan 90 verhalen gepubliceerd. Je vindt ze via deze link.

Mostar is de heetste stad van Europa, vertelt de eigenaar van het hotel. Het was gisteravond laat dan ook nog bloedheet in de stad. Toch trok ik om 23:00 uur op het terras een truitje aan en stapte rond twaalven rillerig mijn bed in. Ik voelde mij toen al niet lekker…

Om 01:00 word ik plots wakker. Het is pikkedonker en ik ben misselijk. En niet zo’n beetje. Het rommelt overal. Alsof de oorlog in Bosnië terug is.

Ik kijk een paar minuten naar het plafond, besluit dat het niet goed gaat, stap snel mijn bed uit, vergeet in de haast mijn brilletje met jampottenbodempies sterkte -5, zie daardoor in het donker de verhoogde drempel naar de badkamer niet en stoot vreselijk mijn teen. Ondanks de erg lelijke woorden, die indruisen tegen mijn gereformeerde opvoeding, haal ik de wasbak nog maar net. Een seconde later verlaat het lammetje  mijn lichaam. Ze komt binnen 10 minuten nog een paar keer in golven terug. En dan is de rust weergekeerd. Ik val weer snel in slaap.

Om 02:00 uur word ik weer wakker en dient het lammetje zich aan op een plek van mijn lichaam waar de zon nooit komt. Een klein sprintje, waarbij ik rekening houd met de drempel naar de badkamer, zorgt ervoor dat ik ‘s nachts niet hoef te wassen. Ik val daarna weer vlot in slaap.

Om 03:00 uur hoor ik buiten iemand een paar keer een motor starten. Het lukt ‘m niet. Kort daarna timmert iemand ergens op een stuk ijzer. Teringjantje… Ik vecht een halfuur tegen de aandrang om met mijn Rocky-1 mes in mijn blote kont te gaan kijken of ze aan mijn motor aan het rotzooien zijn. Die heb ik immers met gevaar op krassen en deuken een smal hellend vlak opgereden en uit het zicht, strak naast het hotel, geparkeerd. Mooi verhaal, maar hij staat wél buiten….

Om 05:00 uur flikkert in mijn kamer met een oorverdovende klap één of ander schilderij naar beneden. Het valt bovenop het keiharde parket en spat uit elkaar. Alsof er een mortiergranaat inslaat. Nu is het hier écht weer oorlog, denk ik even. Als ik ga kijken, zonder mijn -5 brilletje, zie ik in het donker ongeveer wat er is gebeurd. Het kan niet waar zijn. Ik stap mijn bed weer. Het duurt nu een poosje voordat ik slaap.

Ok. Vannacht is mij weinig slaap gegund, vind ik. Ik hoef gelukkig morgen niet naar mijn werk. Om 09:30 uur vertrek ik. Maar ik voel mij niet fit. Ben een beetje wiebelig. Maar dat is mijn motor ook, dus het moet saampies lukken. Here we go… Natuurlijk heb ik antirace-tabletten bij mij. Maar daar ben ik altijd wat voorzichtig mee, want dan houd ik binnen wat naar buiten wil.

Tja, ik eet natuurlijk ook drie keer per dag het eten dat anderen voor mij bereiden. Je moet er maar vanuit gaan dat alle kokkies de regels van hygiëne in acht nemen. Wassen zij hun handen na toiletgebruik, reinigen zij het gebruikte materiaal goed en maakt het schoonmaakpersoneel deurknoppen, kranen etc goed schoon? Werkt men in de keuken op een ordelijke manier? Je weet ut niet. Ik heb overigens wel een beetje smetvrees, realiseer ik mij. Anders koop je onder Tilburg immers geen water in flessen.

Maar goed! Op pad! Het is prachtig weer en nu met 27 graden al lekker warm.

Ik vertrek uit Mostar. Heb vannacht mijn plan gewijzigd. Ik verlaat per vandaag Bosnië. Het is niet mijn land. Teveel culturen bij elkaar. Teveel tegenstellingen, zienswijzen en uitingen. Ik voel mij minder vrij hier en ben immers onderweg naar de Vrijheid-Blijheid-Toer met mijn motorclub in Oostenrijk. Ieder zijn mening en zijn geloof, maar ik ga terug naar Kroatië. Dat is een vakantieland. Meer zeg ik er niet over.

Ik creëer een mooie route en rijd avontuurlijk binnendoor. De wegen zijn half verhard en soms deels onverhard. En vaak erg smal. Het is een mooie en spannende trip terug naar de kust.

Ik fotografeer wat mooie bloemen. Het ministerie van Buitenlandse Zaken gaf code geel als reisadvies af voor Bosnië. Dat wist ik voor ik vertrok. Ik blijf hier dan ook altijd op het asfalt en durf vanwege eventuele mijnen niet van de gebaande wegen af te wijken. Onderweg zie ik veel zwerfvuil en illegale stort van vuil. Complete wasmachines, televisies en bankstellen. Het is werkelijk asociaal. En op de wegen zie ik nogal wat slangen. Dood en levend. Het asfalt is natuurlijk lekker warm. Daar houden ze van. Ik ook, als het niet te gek is tenminste. Het is inmiddels 35 graden.

Via mijn fantasieroute kom ik terug richting Kroatië. Via het scherm van mijn Garmin navigatiesysteem kies ik wat piepkleine weggetjes uit en kom via een gehucht de grens over. Gelukt! Er is hier geen file en de grenscontrole is een fluitje van een cent. De politieman vraagt zelfs de kentekenpapieren van de motor, maar als ik bereidwillig afstap om mijn topkoffer te openen, gelooft hij het wel en mag ik zonder verdere controle doorrijden. Ik maak nog even een praatje. Hij vertelt dat overdag in de bossen patrouilles met honden lopen en dat ’s nachts drones met infraroodcamera’s vliegen. De Europese Unie houdt haar grenzen daar goed dicht.

Om 13:00 uur stop ik in Promajna mijn motor. Ik wandel een schaduwrijk terras op. Het ligt nog een tien meter van zee en er staat een heerlijk windje. De ober verwacht dat ik een halve liter bier wil hebben en rent al bijna weg. Nou, dan flikker ik vanmiddag echt van mijn kasteel, hoor. Of over één of ander muurtje.

Maar als je niet eet, dan ga je dood. Dus ik bestel een lichte lunch, maar laat zelfs daar nog een deel van staan. Het water smaakt mij eigenlijk nog het beste. Ik heb zo’n krankzinnige dorst de hele dag.

Ik heb op dit tijdstip al meer dan anderhalve liter vocht op. Zou ik suikerziekte hebben? Ik ga weer snel op mijn buddyseat zitten. Dat voelt lekker veilig…

Rond 16:00 uur meldt het lammetje zich weer aan. Ik zet mijn tanden op elkaar en vervolg mijn weg. Rond 16.30 uur kies ik voor een stuk snelweg om wat eerder bij mijn privé-toilet te zijn. Ik heb een afschuw om op een vreemd toilet de broek te laten zakken. Vréselijk. Jaja, ik weet ut, ik ben een Sissie. Maar het is aangeboren, want ik had het als kind al. Ik heb vrienden die zelfs in een drukke en bezeken kroeg gaan zitten bouten. Nou, mij niet gezien.

Maar het lammetje dringt nu wel héél erg aan. Ik knijp ferm de billen bij elkaar en probeer aan iets anders te denken. Bij Starigrad gooi ik de handdoek in de ring. Ik ben kansloos. De krachten zijn werkelijk enorm. De natuur wint. Het lammetje wint. Het water staat mij op de rug. Ik moet, ik moet, ik moet… Ik kan aan niets anders denken.

Bij het eerste de beste restaurant knijp ik de rem in, gooi de machine op de zijstandaard, laat de boel de boel en trek een sprintje het restaurant door terwijl ik als een debiel roep ‘toilet? toilet? toilet?’. Ik haal het … nét. Met mijn motorlaarzen aan en met mijn dikke motorbroek aan. Op het nippertje… En ik vergeet niet om tijdig mijn bretels veilig te stellen. Ook niet onbelangrijk. Hèhèhè…

Ik heb vandaag ruim 300 km gereden. Het is mooi zat. Dus wandel ik hier zomaar een stukje de boulevard op, spreek een vrouw aan van in de zeventig die in haar tuin staat te werken en vind bij haar een prima appartement. Het ligt direct aan zee en het heeft een prachtig uitzicht over het water. Haar woonkamer op de begane grond is van haar en van haar gasten.

Fantastisch!

Nog wat gevangen voor The Catch of the Day.

 

Wil jij alle andere verhalen lezen van Coos? Ga naar deze link
//ikzoekeenmotor.nl/category/coos-op-reis/  
… even scrollen en dan kun je ze onderaan allemaal doorbladeren….