Aflevering 66 van De MotorPodcast is opgenomen vóór het ziekbed en overlijden van Janny, de vrouw van Coos van der Spek, en is geplaatst met Coos zijn toestemming. Tussen opname en uitzending heeft onze trouwe schrijver Coos van der Spek helaas afscheid moeten nemen van zijn Janny waarover hij ook in deze podcast zo liefdevol spreekt. We wensen alle nabestaanden en Coos in het bijzonder alle sterkte met het verwerken van dit enorme verlies.
MOTORbeurs Utrecht komt er weer aan. In deze aflevering praten Dennis en Peter van De Motor Podcast ook met Rachel Jankowski (projectmanager MOTORbeurs) over de highlights van de aankomende MOTORbeurs Utrecht die van 23 t/m 26 feb 2023 gehouden wordt.
Foto gemaakt door redactie@ikzoekeenmotor.nl bij binnenkomst Motorbeurs 2019, in entreehal Jaarbeurs Utrecht.
Daarnaast hebben de mannen een goed gesprek met gepassioneerd motorrijder Coos van der Spek. Hij runt al jaren een motorclub, en zwierf drie maanden op de motor door Zuid Europa. Zijn verhalen hierover vind je allemaal terug op onze website ikzoekeenmotor.nl.
Onze trouwe schrijver Coos van de Spek kennen we van al zijn eerdere verhalen over motorreizen. Nu kregen we te horen over zijn cursus “Circuit rijden”. Coos schreef ons over zijn “day at the races.”
Afstandsverklaring
Om 08:00 uur op het circuit. Het is een schitterende dag. Dat hoort zo, want het is de 72e trouwdag van mijn overleden ouders. Ze moesten eens weten dat hun 70-jarige zoon vandaag….
We vullen eerst onze afstandsverklaring in. Niet alleen ik, maar ook mijn erfgenamen en hun erfgenamen zijn de sjaak als ik vandaag een ongeluk krijg, staat er in. Nou, lekker gezellig dan. Gelukkig krijgen we er wel koffie plus een gevulde koek voor terug. Das coureurs-eten, vertelt men mij. Alsof ik een kind ben en het over smurfensnot gaat. Ik heb net het uitgebreide ontbijt van Van der Valk achter mijn kiezen, dus ik bedank. En ik ben trouwens ook geen coureur. En dát zal snel blijken.
Only in your dreams Coos
Gisteren zijn best veel deelnemers in de eerste heats gevallen, dus doe het op het nog koude asfalt even kalm aan, buldert de organisatie in de microfoon. Iedereen is hier met zijn kleurrijke racepak en racemotor. Ik ben de enige in een zwartlederen toerpak en op een hoogpotige machine. Ik gluur wat onzeker in het rond.
Ik hoop dat we eerst wat proefrondjes achter een marchal aanrijden en dat hij ons dan aanwijst waar de scherpe bochten in dit lastige circuit zijn, waar dat enge oliespoor ligt, die dikke gevaarlijke bomen staan, waar de toiletten en de frietkraam zich bevinden en dat inhalen verboden is en zo. Only in your dreams, Coos….
We rijden de pitstraat uit en draaien het circuit op. Als we door het groene licht rijden, waaiert iedereen gelijk naar links, schroeft direct het gas tot aan de stuitnok open en stort zich met doodsverachting op de allereerste haakse bocht. Volle bak. Niet normaal. Hoe bedoel je kalm aan, Sissy? Gas op die lolly! Het is ieder voor zich en men haalt links en rechts met hoge snelheid in. Het is oorlog.
Met 190 km per uur op een bocht af
Assen blijkt een ingewikkeld circuit en er zitten een paar zeer lastige knikken in waaronder Strubben en Geert Timmer. Ik timmer Timmer op z’n bek als ik ‘m tegenkom, de rotzak. Ik dender met bijna 190 km per uur op een bocht af, achter mijn voorganger aan. Als hij remt, dan rem ik ook, denk ik. Alleen is dit een heuse racemotor en die voeren helemaal geen remlichten. Mijn BMW en ik halen het op het nippertje. Jos komt mij met zijn Triumph met hoge snelheid voorbij. Zijn circuitbanden slingeren minachtend stukken rubber tegen mijn hobbelpaard. De vonken vliegen van Jos’ laarzen. Hij is in zijn element. Ook André schuift mij in zijn donkerrode stokoude lederen MJK-pak voorbij. Hij probeert straks met dat motorpak van de concurrentie die 50 euro cashback van Damen te pakken te krijgen. Hij is kansloos.
Sommigen halen de 300 km per uur wel
We moesten op de elektronische vlaggen letten, bulderde de speaker, een poosje terug. Man, ik heb onderweg niet één vlag gezien. Poeh, wat was ik druk in mijn hoofd. Gelukkig zie ik André de pitstraat inrijden, dus schiet ik er achteraan. Pas dan zie ik de zwart-wit geblokte vlag. Ben ik in-control? De volgende heat verloopt relaxter en sneller. Ik durf meer en ik kan meer. Maar ik ben geen partij tussen dit geweld. Sommige motoren halen de 300 km per uur wel. Het lijkt wel alsof ik stilsta als we samen de bocht uitkomen en allebei gas geven. Ze schieten als vuurpijlen weg. Het verschil tussen onze snelheden in de bochten valt mij nog wel mee. Maar ik kan slechts met een enkeling meekomen. En ik probeer het ook nog steeds wat rustig aan te doen. Bij elke volgende heat gaat het tempo nog verder omhoog. Iedereen is op zoek naar zijn beste tijd. Ik wil een mooie racelijn aanhouden, maar daar rijden de snelle jongens ook. Ik houd ze in mijn spiegels in de gaten, maar ze naderen met de snelheid van een Porsche op de linker weghelft van de Duitse Autobahn. En ik tuf in mijn Trabantje. We maken het einde van de dag in Assen niet mee. We gaan lekker op weg naar de Thai in Amersfoort. Het is goed zo.
Heel gebleven
Wat ik gewonnen heb? Heel veel. Ik ben heel gebleven, mijn peperdure motor is niet gevallen en mijn kostbare lederen pak is niet stuk gegaan. En vijftig euro van Damen Motorkleding teruggekregen. Plus een toffe dag. Het was een mooie dag en een prachtig, uitdagend en enerverend avontuur.
Tip van Coos?
Ga! Doe het. Live your dream. Het is super. Ga je voor het eerst? Begin dan bij het begin en start met de beginnerscursus ‘Circuit rijden’. Dan leer je én het circuit kennen, leer je de mooie racelijnen en ben je nog even beschermd tegen het geweld van de ervaren racers. Je kunt (kon) ook inschrijven via bedrijven als Damen Motorkleding.
Via 1 klik op deze foto krijg je alle verhalen van Coos onder elkaar op deze site!
DE BALKAN – NAAR HUIS
Het is zondag 23 juni (als ik dit schrijf) en prachtig motorweer. Het is nu al ruim 20 graden en we gaan vanmiddag naar de 32 graden. Lekker bakken en braaien in het motorpak. Helm op en handschoenen aan. Mijn credo: het is óf zweet óf bloed. En ik heb die keus vijftig jaar geleden gemaakt: ik heb altijd alles aan. Geen uitzondering. Dan maar zweten. Ik blijf wel altijd de hele dag door veel water drinken.
Dit is mijn laatste reisdag, in deze Balkan serie Coos op Reis. Toch een beetje plotseling. Heerlijk om straks weer thuis te zijn en Janny te knuffelen, maar ook jammer dat morgen mijn avontuur voorbij is.
Ik pak voor de allerlaatste keer al mijn zooi bij elkaar en bind het op de motor. Mwah, dat inpakken ga ik zeker níet missen. Vanaf morgen liggen mijn tandenborstel en onderbroekies weer op dezelfde plaats en ben ik geen rondtrekkende nomade meer.
Vandaag reis ik vanaf Karlsruhe versneld naar huis. Een trip van circa 550 km. Dat deden Janny en ik in 1970 op onze Honda 250cc. Met heel, heel veel moeite. We waren die avond helemaal stuk en lagen om 19:30 uur te slapen. Met deze ultramoderne 1200cc BMW rijd ik deze afstand ontspannen en moeiteloos. Ik heb vandaag zelfs nog voldoende tijd om hele stukken toeristisch binnendoor te rijden en te genieten van het landschap. Snik, ik ga die fraaie bochten, de heuvels, de bergen en de snelstromende rivieren wel missen, hoor.
Maar goed, hierna heb ik ook weer tijd om nieuwe plannen te maken. En die komen er zeker.
Rond 18:00 uur plaats ik de motor thuis tikkend in de garage en kus ik Janny gedag. Ik stap snel onder de douche en neem haar ‘s avonds mee naar de beste Italiaan uit onze omgeving om alles te vertellen. Janny heeft immers geen Facebook… We proosten op het leven, mijn machtige motortrip en op onze overleden oom Ton.
Coos en Janny weer samen thuis, bij de Italiaan proostend op het leven
THUIS
Ik ben weer gezond en wel thuis in Linschoten. Bijna een maand op reis! Vanaf nu geen telefoonsex meer. Het was voor mij weer een heerlijke lange motorreis. Een maand deze keer. Mijn vorige motortrip door Zuid-Europa duurde een kleine drie maanden, dus eigenlijk was dit maar een minitripje. Maar het is allemaal goed gegaan. En dat is het belangrijkste.
Voor mij zijn alle bezochte landen fantastisch. Ze hebben hun eigen charme. Slovenië, Kroatië en Montenegro zijn geweldig. Prachtig om langs die kusten te rijden. Ik houd van de zee, het water, de ruimte, de strakblauwe luchten en de eilanden in de verte. Vooral in Kroatië zijn heel veel overnachtingsmogelijkheden waar je zo kunt aanbellen om een nachtje of langer te slapen. Kroatië is daarmee een echte aanrader. Montenegro is voor mij een magisch land. De baai maakte op mij een onuitwisbare indruk. En … Italië blijft mijn favoriet. Vooral ook door het mooie en gezonde eten, hoor. Ik was maar twee dagen in Bosnië. Daar ga ik voorlopig niet meer naar toe. Maar goed, plannen zijn immers om van af te wijken. Anders zouden ze geen plannen heten…
Het was top om een weekje met de motorclub op te trekken. De gezelligheid, de saamhorigheid, de stoere verhalen en de humor. Samen oprijden, motoren achter je, motoren voor je. Zo’n weekje is een mooie afwisseling van het alleen op reis zijn. Trouwe lezers weten dat ik het prettig vind om alleen op reis te zijn. Het is voor mij de ultieme vrijheid.
In 2022 organiseer ik voor mijn motorclub een reis naar de Dolomieten. Compleet met een dik draaiboek en uitgebreide routes en routebeschrijvingen. Deze keer plan ik het voor mijzelf iets anders in. Dan ontmoet ik éérst de motorclub en reis daarna alleen verder. Dat geeft mij nog meer het gevoel van vrijheid. Dan hoef ik namelijk niet persé op een bepaalde datum ergens te zijn. Daar houd ik in mijn achterhoofd toch altijd rekening mee.
In 2022 wil ik ook weer mijn tent meenemen. Nét ff iets meer avontuur en vrijheid. Dan ben ik echt 24 uur per dag buiten. En het is ’s nachts buiten koeler. Daarbij komt dat je op een camping sneller aanspraak hebt dan in een hotel.
Mijn trip naar de Balkan ga ik niet snel vergeten. Het is een mooie herinnering om aan mijn verzameling-van-herinneringen toe te voegen. Ik kan tot aan mijn dood daar heerlijk over mijmeren. Net zoals ik nog regelmatig mijmer over de verre motortrips tijdens onze jeugdjaren. Ach, ik ben gewoon een sentimentele ouwe kale kerel geworden, joh.
Ik bezocht in deze korte tijd tien landen. Ik lijk wel een Japanner. Maar het was super. Al die vrijheid. Niet weten wat ik morgen ga doen. Elke dag weer. Lang leve mijn pensioenleven.
Ik heb circa 6.000 km gereden. Zonder één enkel technisch of ander probleem. Ervaring, risico-mijdend rijden en instinct hielpen mij deze weken weer veilig door te komen. En af en toe een beetje geluk, natuurlijk…
Ik vond het leuk om mijn belevenissen met jullie te delen. Maar what’s in it for me, denk jij misschien? Nou, ik heb daardoor ondertussen al mijn reisverslagen in Word op mijn computer staan. Met foto’s en al. Veilig en goed georganiseerd bij elkaar. Ik heb een hekel aan documenten en foto’s in de cloud. Dan ben ik afhankelijk van anderen. Als zo’n dienst er plots mee stopt, dan heb ik immers niks meer. Stack is daar een voorbeeld van, Google Foto’s heeft allerlei beperkingen opgelegd en die ‘sophisticated synchronisation’ via iCloud tussen Apple en Windows krijgen de geleerde mannen al jaren niet goed voor elkaar. Aan betaalde diensten heb ik trouwens een hekel. Die euro’s gaan allemaal van mijn reisbudget af. Hahaha.
OK. Hier komt nogmaals mijn advies. Ik vertel het je nog één keer. Doe het. Ga op avontuur! Heb je geen motor? Ga dan met de auto. Of met je fiets. Het hoeft echt niet persé heel lang te zijn. En je hoeft zeker niet gepensioneerd te zijn. Vier weken is ook fantastisch. En misschien is het nog wel leuker om te doen terwijl je nog werkt. Je geniet zo van alle voorbereidingen en later van alle herinneringen. Mijn definitie van vakantie was vroeger al: “vakantie is de periode die ligt tussen de voorpret en de lol achteraf”…
Tenslotte nog iets te melden? Jazeker, het kostte mij zes uur om mijn motorfiets weer spik-en-span te krijgen… Zij is weer prachtig!
Tot schrijfs. Tot mijn volgende reis. Je gaat het vast weer vinden op deze website.
Ik heb voor 2022 al op mijn lijstje staan: U.K, Duitsland, Luxemburg, Albanië, India en Nepal.
Vanuit de Balkan lezen we vandaag het op één laatste verhaal van Coos van der Spek, in de serie Coos op Reis. Schrik niet mensen, we hebben het over de “Balkan serie” hoor. We vertellen je later deze zomer waar Coos te zijner tijd over gaat schrijven….
Het is vanmorgen in Lingenau zwaar bewolkt en 20 graden. Er vallen wat regendruppels. Het asfalt is nog warm van de zwoele nacht en daardoor wordt de weg nauwelijks nat.
Via de familie-app laat Janny mij weten dat onze oom, Ton Verschoor, op 91-jarige leeftijd is overleden. Maandag is in Vlissingen de dienst. Ik ken Ton al ruim vijftig jaar en besluit dat ik erbij wil zijn. Daarom zal ik op zondagavond thuis zijn, laat ik Janny weten. Nou, dat vindt zij fijn.
Rond tienen vertrek ik uit het hotel. Best mooi op tijd voor mijn doen.
En omdat de benzine hier slechts € 1,26 kost, stop ik fluitend bij de eerste de beste benzinepomp. Bij Sankt Margrethen steek ik, zonder problemen, de Oostenrijks / Zwitserse grens over. En daarmee gelijk de circa 1300 kilometer lange Rijn. De rivier is daar werkelijk nog maar een klein pis-kreekie. Zooo lief…
Ik geniet aan de Zwitserse kant van de Bodensee. Er is veel bebouwing aan het meer, dus ik moet wat moeite doen om het meer echt goed te zien. Het water is er helder en zeer koud. Ik vermijd de snelweg om te voorkomen dat ik het beruchte Zwitserse wegenvignet moet kopen. Dat lukt allemaal prima.
Bij de goed bewaard gebleven middeleeuwse kleine stad Stein am Rhein gaat de Bodensee weer over in de Rijn. Hier steek ik hem nogmaals over. In het historisch centrum van Stein, op het oude plein, drink ik koffie en geniet van de werkelijk waanzinnige schilderingen op de oude panden. Het zijn pláátjes, een echte aanrader om eens te bezoeken.
Na de koffie start ik mijn motor om weer te vertrekken. Als ik drie meter, wél in de verkeerde richting, een eenrichtingsweg inrijd, word ik onmiddellijk door een Duitse dame van middelbare leeftijd in een wit VW-camperbusje de les gelezen. Werkelijk niemand heeft één centimeter last van mij. Het chagrijnige wijf moet haar nek omdraaien om te zien wat ik nou precies verkeerd doe. Ik zie aan haar ogen dat ze het niet eens 100% zeker weet. Met een van woede vertrokken gezicht slingert ze allerlei Duitse verwensingen naar mij vanuit haar geopende raam. Alleen haar onderkaak beweegt. Net als in The Thunderbirds. Wat een nazi. Ze is vast en zeker in haar vorige leven kampbeul geweest. Ik heb geen enkele behoefte om op haar eruptie van ergernis te reageren. Ik heb het zonnevizier naar beneden en kijk haar alleen maar strak aan.
Net als Darth Vader in Star Wars. Verder vertrek ik geen spier.
Zij maakt mij de pis niet lauw… Als ze voorbij is, trek ik rustig op en rijd verder. Tja, wat moet je nou met zo’n kenau? Vreselijk toch.
Maarruh …. zal ik nou de Japanners of die kwaaie Duitse wijven over de muur gooien? Ik ben er nog niet uit…
Verderop kom ik langs Schaffhausen. De stad staat bekend om de grootste waterval van Europa: de Rheinfall die enkele kilometers stroomafwaarts ligt. Ik kijk naar de water dat zich hier 23 meter naar beneden stort en voel het gebulder door mijn lichaam.
Ik was hier met Janny op de motor toen we 19 jaar waren. Voor ons op die leeftijd een wereldreis en een avontuur van jewelste. Jôh, onze eerdere avonturen waren toen het Openluchtmuseum in Arnhem en de Apenheul in Apeldoorn. Ik bedoel maar…
Even vóór tweeën rijd ik hele donkere wolken in. Voor de zekerheid spring ik maar vast in mijn regenpak. Rond de klok van twee komt het water met bakken naar beneden. Niet normaal. Het water steekt in brede stromen de wegen over. Zelfs mijn regenpak wordt er chagrijnig van…
Bij de Schluchsee, die ligt een stukje onder de bekende Titisee, vind ik een vriendelijk plekkie voor de lunch. Het is even droog.
Vervolgens steek ik de Rijn voor de zoveelste keer over en trek Frankrijk binnen. Daarmee doe ik Oostenrijk, Zwitserland, Duitsland en Frankrijk allemaal op één dag. Kijk, dat vind ik nou leuk. In de buurt van de grens steekt een reetje de weg over. Zou het nou een Frans of een Duits reetje zijn?,
mijmer ik.
In Neuburg am Rhein, in de omgeving van Karlsruhe, vind ik tegen achten een prima hotel. Ik zet mijn spullen binnen, maak een wandeling en ga op zoek naar een koud biertje. Dat lukt gelukkig.
CHINEES GEFOPT
Ik wil in Stein am Rhein een foto maken van het oude stadhuis. Een Chinese dame blijft daar vele minuten lang in haar opvallende oranje shirt errug in de weg staan voor haar selfie. Maar ik wil ondertussen ook wel weer verder. Met een hele gemene: kom op, dan maken we een foto van jou met mijn motor, lok ik haar weg. Haar man maakt wel vijftig foto’s van ons met zijn enorme Nikon. Haha. Ze zijn tevreden en lopen verder. Truc gelukt!
Een bijzonder moment voor onze website. Vandaag publiceren we het HONDERSTE verhaal in onze serie Coos op Reis. Deze serie heeft onze website op het gebied van motorreizen in een stroomversnelling gebracht. We zijn blij met onze Coos!!
Het is vrijdag 21 juni, als ik dit schrijf. Al om 07:00 uur gaat de wekker. Gáááp!
Ik open één oog en zie dat het prachtig weer is.
Wat een heerlijk vooruitzicht.
Al om 08:00 uur zitten we met onze 19 koppen tellende motorfamilie in Oberdrauburg aan de bruine bolletjes, de roereieren en de uitgebakken spek. We gaan weer opbreken om naar huis te gaan, dus we moesten extra vroeg opstaan. Er ontstaat altijd een bepaald soort onrust bij het afreizen. Vraag mij niet waarom. Er zijn maar weinig zekerheden in het leven, en één is je huis. Dat staat er vast nog wel als je daar arriveert. En daar ben je immers altijd al, toch? Maar goed, tóch altijd die nervositeit.
Vandaag neem ik weer afscheid van de motorclub. Zij rijden in twee of drie dagen weer rap naar huis. Bijna iedereen moet maandag weer werken. En omdat ik daar geen last van heb, is mijn bochie naar huis ietsje groter.
We maken nog een laatste groepsfoto op het plein voor het hotel, knuffelen elkaar en met een toffe ride-out-movie zwaaien de laat-vertrekkers de vroeg-vertrekkers kort na negenen uit.
Sommige leden blijven nog een paar dagen hier en anderen reizen met de aanhanger terug naar Nederland. De grootste groep houdt zich echter aan het draaiboek, anderen trekken weer een eigen plan. Vrijheid-blijheid! Zelf vertrek ik een half uurtje later. Ik start mijn motor, zwaai en ga op weg naar Italië.
De Duitsers en Oostenrijkers hebben een lang weekend vanwege een feestdag. En dat is goed te merken. Het is erg druk op de weg. Op de tolweg van de Brenner staat minstens tien kilometer stilstaand verkeer. Ik rijd er parallel langs, dus heb er geen last van.
Ik kies eerst de Jaufenpass, redelijk dicht in de buurt van de Brenner. De Jaufenpass is bijna 20 kilometer lang en heeft een gemiddeld stijgingspercentage van ruim 7 procent. Ik stijg op de pas tot 2100 meter hoogte. De uitzichten zijn magnifiek.
Daarna volgt Timmelsjoch. Ongeveer 50 kilometer kronkelt de weg in 44 haarspeldbochten omhoog de berg op tot 2509 meter. Tussen St. Leonhard en Sölden in Noord-Tirol openen zich op de Timmelsjoch-pasweg prachtige vergezichten op de omliggende bergen en dalen. Het blijft één van de mooiste passen voor mij. Ik rijd daar echt tussen de sneeuw door.
En pas als je boven bent, laten ze je weten dat je veertien euro tol moet betalen. Je kunt ook terug. Ja, lekker dan.
Even voorbij Sölden bezondig ik mij aan drie bolletjes ijs. De dame vult gelijk mijn fles met een liter water. Super.
Vervolgens dender ik de Bregenzerwaldstrasse op. Fantastische weg met peilloze dieptes en een uitdagend wegdek. Ik rijd op met twee Nederlanders op twee Pan European’s. We gaan lekker, zo met z’n drietjes. Heerlijk.
In de buurt van de Zwitserse grens vind ik in Lingenau een hotel. De eigenaar is Nederlander. Gezellig!
HET IJSHOTEL
Tijdens het diner praat ik even met de ober. Hij en de Nederlandse eigenaar kennen elkaar sinds de kleuterschool. Ik vraag hem wat hem hier in Oostenrijk brengt.
Nou, vertelt hij, ik bouw in de winter in Noorwegen een ijshotel met zeven kamers. Maar dat smelt in het voorjaar. En dan heb ik daar geen werk meer. Vandaar…. Volgend jaar doe ik het wéér, gaat hij monter verder….